EY
00192 [EDERLANDS INSTITUUT VAN
x\CCOUNTANTS Opgencht 1895
ENIGE BESCHOUWINGEN OVER
DE NEDERLANDSE ACTUARISSEN EN
HUN ORGANISATIE
flöo
Ou
Samengesteld ten behoeve van het onderwijs op de N.I,v.A.-lecrgangen
Koninklijk NIVRA
Regelen
omtrent het gebruik der boekerij van het Nederlands Instituut
van Accountants, vastgesteld in de bestuursvergadering
van 5 Mei 1948.
1. Leden en assistenten van het Instituut kunnen gratis van de
bibliotheek gebruik maken.
2. De termijn van uitlening is als regel één maand; deze kan
op aanvraag worden verlengd.
3. Indien een herinnering aan terugzending nodig is, betalen
leden en assistenten hiervoor f 0.10 administratiekosten.
4. Tijdschriften worden alleen in gebonden jaargangen uitgeleend;
lopende jaargangen liggen ter inzage.
5. Boeken, welke voor examinatoren van belang kunnen zijn,
kunnen indien nodig binnen de duur van een maand worden
teruggevraagd. Van deze omstandigheid wordt als regel in
de desbetreffende boeken melding gemaakt.
6. Andere dan leden of assistenten van het Instituut kunnen
van de bibliotheek geen gebruik maken, uitgezonderd:
bibliotheken, ten aanzien waarvan wederkerigheid verzekerd
is, en wel gratis, indien ook te dezen aanzien wederkerigheid
bestaat,
studenten van Nederlandse Universiteiten of Hogescholen,
op dezelfde voorwaarden als die, welke ook voor assistenten
van het Instituut gelden,
personen die, ter beoordeling van de Directeur van het
Bureau van het Instituut, onder door hem te stellen voorwaarden
tot het gebruik van de bibliotheek wotden toegelaten.
d.b. 1000-3-'58
I
Enige beschouwingen over
Nederlandse actuarissen en hu it fcg^a|-Q T H E 'i K
nisatleï/
1. De functie van de actuaris ...
De actuaris is de figuur, die primair de financiële
constructies heeft te ontwerpen, waarop het
bedrijf van levensverzekeringen, pensioenfondsen
etc. steunt. De financiële organisatie der verzekering,
de wiskundige aspecten ervan, het opstellen
en invoeren van kwantitatieve hypothesen, de
administratieve en organisatorische verwezenlijking
van zijn beginselen, de financiële verwezenlijking,
waaronder Dr Engelfriet verstaat de investeringsproblemen
("De Anatomie van de Actuaris','
Pag.9)>' ziedaar enkele aspecten van het werk van
de actuaris.
De actuaris, die anders dan'de accountant,noch
op controlegebied,noch op het terrein van de administratieve
organisatie deskundig is, moet in
• de eerste plaats wiskundige, verzefieringswiskun-dige
zijn.
De verzekeringswiskunde is een wetenschap, die
ons in staat stelt premiën. en koopsommen voor bepaalde
vormen van levensverzekering of invalldi-teltsverzekering
te berekenen, om de z.g. premiereserve
te berekenen (d.l. kortweg het bedrag^dat
de verzekeraar van de ontvangen premiën opzij moet
leggen voor latere uitkeringen), om de winsten en
verliezen van een verzekeringsinstelling -.te analyseren
enz.
Een rol in al deze berekeningen speelt:
a. de sterftekans van de mens,
b. de op beleggingen te kweken Intrest,
c. hpt peil van de kosten (salarissen, kan-toorhuur
enz.) die de verzekeraar moet
maken. . '
Bestudering van de invloed van deze verschijnselen
op de uitkomsten der berekeningen kan nog
2.
tot de levensvercekeringsv^iskunde in engere zin
worden gerekend.
Het 13 nodig voor iedere actuaris ovyr een rede-gen
kennis van deze wetenschap te besciiikken, maa^r
dit is niet voldoende. Hij zal een meer of minder-diepgaande
kennis moeten hebben op nevengebieden,
niet alleen op economisch- en finantieel gebied,
maar aJ.dus J.Groeten en Dr C. Dorsman in "Levens-ver
e-okering" y pag. 227 e.v., hij moet tevens begrip
hebben van demografiscne verfichijnselen, var^
de statistiek, haar methoden en de toepassingen
ervan. Een algemene kemiis, benodigd om in bepaa;!-
de gevallen met'de geneeskundige adviaeiir in overleg
te kuhnen treden, is eveneens nog noodzakelijk.
In het actuariële werk vindt een voortdurende
wisselv^erking plaats tussen het wetenschappelijke
en het practische. De actuaris dient'zich bewust
te zijn dat hij, om een voorbeeld te noemen, met
de beate sta-tistieken op demografisch gebied niet
klaar is. De omstandigheden veranderen voortdurend.
Telkens doen zich onvoorziene gebeiortenissen voor.
Wijziging in de conjunctuur betekent vrijziging in
de invaliditeitsgraad. Oorlogen en politieke onlusten
brengen molestachade, welke niet vooruit te ra-mt;
n is.. .
Algemene methodes schieten daarbij tekort; de
actuaris hoede zich voor het geven van schijuzekv.)r-heid
en het toepassen van formules, das,r vraar net
geen zjnheeft. ("De Anatomie van de Actuaris", pag.
17). : -
In het licht van deze werkzaamheden kan moïi stët-len
dat de actuaris in de maatschappij waaraan hij
verbonden i s , wen leidiiTiggevende functie dient te
bekleden. Hij moet de zekerheid hebben, dat zijn
ink:ichten, welke van fundamentele betekenis zijn
voor het bedrijf en de bedrijfsvoering, zicli voldoende
kunnen doen gelden.
S\''enals zulks met accountants het geval was, •
hebbon zich in de kring der actuarissen enerzijds
3..
d3 wat men zou kunnen noemen interne actuarissen
ontwikkeld, ande'rzijds de externe, welke laatste
veelal raadgevende actuarissen genoemd wórden,
2. Historie van de organisatie der actuarissen
De organisatie der actuarissen in Uederland is
het Actuarieel G-enootschap.
Vóór dit Genootschap zijn huidige structuur had,
deden zich in de loop van ruim 60 jaa,r een aantal
vfijzigingen voor in de wijze waarop de vj-iskundige
experts, werkzaam bij levensverzekeringsbedrijven,
pensioenfondsen etc. zich in organisatorisch verband
bezig hielden met 'de problemen rond hun functie.
In 1888 zag de "Vereniging van Vlisku-ïidige Adviseurs
bij Nederlandsche Maatschappijen voor Levensverzekering"
in Utrecht het levenslicht; aanvankelijk
met een tiental leden. Na 30 jaren was dit
aantal tot 40 gestegen. In 1919 besloot men het bestaande
genootschap om te zetten in een alle assurantie-
afdelingen omvattende "Vereniging voor Ver-zekeringsvfetenschap"
, waarin'iedere beoefenaar van
• deze wetenschap, naast wiskundigen.dus ook medici,
juristen en economen, hun ideeën en ervaringen zouden
kunnen uitwisselen. Het is .evenwel gebleken dat
in deze sfeer de v/iskundige aspecten van het 'actuariaat
niet tot ontplooiing konden komen. Daarom is
in 1924 opgericht de "Vereniging voor LevensV-erze-keringswiskunde"
als afsplitsing van de moedervereniging.
De laatste beha.rtigt dö algem.ene zaken
en organiseert de zgn. Verzekeringsdagen, terwijl
de eerste zich meer in wetenschappelijke richting
ontwikkelde en meermalen per jaar wetenschappelijke
vergaderingen hield. In haar verdere bestaan
werd haar ook opgedragen de zorg voor het examen
"ter verkrijging van het diploma voor verzekeringswiskunde".
Geleidelijk groeiden beide organisaties uit elkaar;
het ledental van de "Vereniging voor Levens-
4.
verzekeringswiskunde" was vóór de jongste wereldoorlog
gestegen tot omstreeks 100. De behoefte xv^eid
gevoeld de Vereniging een meer gesloten karakter
te geven en na de bevrijding is men doelbewust op
deze weg voortgegaan. Ook voor contacten met het
buitenland was nu het pad geëffend.
De ontplooiing der Vereniging tijdens en na de
oorlog werd typisch gesymboliseerd door de naamsverandering
in "Actuarieel Genootschap" in 1947,
waarbij in de toen grondig gewijzigde statuten onder
meer v/erd bepaald, dat het bestuur alleen hen
als lid kan voordragen, die een actuariële functie
bekleden of bekleed hebben, bij welke soort van ondernemingen
dan ook, of wel die door speciale studies
blijk gegeven hebben van belangstelling voor
de actuariële vretenschap. (Artikel 5 der Statuten.)
Vermelding verdient voorts nog dat het Actuarieel
Genootschap met daadwerkelijke steun van de Bedrijfsgroep
Levensverzekering, de taak op zich nam
om het eerste na-oorlogse internationale actuariële
congres te organiseren, dat in J-uni 1951 in Scheve-ningen
gehouden werd.
Het Actuarieel Genootschap stelt zich - blijkens
Art. 3 der Statuten - ten doel:
Ie. bestudering on ontwikkeling van de actuariële
wetenschap;
2e. verbreding van de wetenschappelijke basis var
de practische beoefening van het beroep van
actuaris;
3e. het hooghouden van het aanzien en de waardigheid
van het beroep van actuaris;
4e. voorlichting in ruimere kring omtrent taak
en bevoegdheid van de actuaris,
Hot tracht dit doel te bereiken door:
Artikel 4: '
1. het uitschrijven van vergaderingen en het doen
houden van wetenschappelijke voordrachten; •
5 . ' .
2. het uitgeven en/of het redigeren van een t i j d s
c h r i f t , alsmede van andere p u b l i c a t i e s;
3. het i n s t e l l e n van opleidingen en ^examens met
daaraan verbonden diploma's voor hen, die enig
e r l e i functie op a c t u a r i e e l gebied uitoefenen
of begeren u i t te oefenen;
4. het u i t s c h r i j v e n van prijsvragen;
5. het v a s t s t e l l e n van regelen voor de uitoefening
v n het beroep van a c t u a r i s en het nemen van
maatregelen tot handhaving daarvan;
6. hot verlenen van steun en medewerking aan door
andere personen of. i n s t e l l i n g e n genomen maatre-
. gelen of b e s l u i t e n ; • .
.7. andere wettige middelen, welke aan het doel van
.. ... het Genootschap bevorderlijk kunnen z i j n.
3. Reglementen. Verdere organisatorische mededelingen
In het "Reglement van Orde voor Actuarissen",
zoals d i t is vastgesteld in de Algemene Vergadeiing
van het Actuarieel Genootschap van 16 October 1951,
v/ord en'algemene regelen gesteld voorde werkzaamheden
en vooral voor de wijze vaRi mededeling van
de uitkomsten van de arbeid der a c t u a r i s s e n . Het
Reglement van Orde i s öpgonoikcn op pag, 10-12,
Wanneer actuarissen het in het Reglement van
Orde bepaalde overtreden of niet-opvolgen, kunnen
maatregelen genomen voorden overeenkomstig de bepa-
' lingen van het "Reglement voor de Tuchtrecht spiaak'.
De e e r s t e a l i n e a van a r t i k e l 1 van dit Reglement
l u i d t dan ook:
"p-eschillen terzake van het beroep van actuaris
kunnen aan het oordeel van het bestuur van het
• Actuarieel Genootschap worden ondervrorpen."
Tegen een uitspraak van het bestuur kan men beroep
aantekenen en wel b i j de Raad van Beroep,
waarvan, enkele a r t i k e l e n de samenstelling regelen,
Hier worde slechts gememoreerd dat deze Raad be-
6.
staat uit een voorzitter en twee andere leden, terwijl
er eveneens een plaatsvervangende voorzitter
i s . Tot voorzitter en plaatsvervangend voorzitter
zijn uitsluitend benoembaar rechtsgeleerden, niet-leden
van het Actuarieel Genootschap (Artikel 5).
Op voordracht van de Raad van Beroep kan het bestuur
een secretaris aan de Raad toevoegen, bij
voorkeur een j u r i s t . Deze functionaris mag geen.be-stuvirslid
zijn en is geen lid van de Raad van Beroep,
-< ,, .;•.
Als organen van het Genootschap fungeren verschillende
commissies o.a. de Commissie voor de
Prijsvragen, welke door het uitschrijven van prijsvragen
het wetenschappelijk inzicht wil intensiveren
en welke ieder l i d , dat vijf van deze prijsvragen
voldoende heeft beantv/oord, beloont met de eret
i t e l Lid van Verdienste. •
Met het buitenland v/erd en wordt een levendig
contact onderhouden. Op de Algemene Vergadering
van het Genootschap komen vrel buitenlanders die
voordrachten houden, hetgeen ook omgekeerd plaats
vindt, terwijl anderzijds b.v. een der leden door
het I n s t i t u t e of Actuaries in Engeland in de gelegenheid.
w,erd gesteld, daar te lande een studiereis
van enkele maanden te maken teneinde zijn kennis
u i t te breiden.
Het Genootschap t e l t ook een aantal buitengev:o-ne
leden, waarvoor benoemd worden buitenlandse actuarissen,
die zich verdienstelijk gemaalct hebben
voor het beroep.
.Per 1 September 1952 telde het Genootschap blijkens
mededeling op pag. 30 van het Jaarboekje 1953:
• 114 werkende leden (w.o. 3 leden van verdienste)
34 adspirant-leden . . ..
14 bela.ngstellende leden
4 buitengewone leden.
Het Actuarieel Genootschap bezit zelf geon b i -
7.
bliotheek. De bibliotheek van de ITed.Vereniging ter*
bevordering van het Levensveraekeringswezen en die
van de Vereniging voor Verzekerings-Wetenschap, welke
gevestigd en in beheer zijn bij de Verzekeringskamer,
Keizersgracht 569-571 te Amsterdam', kunnen ter
plaatse geraadpleegd worden. ,
4. Onderwi j s
De voor de beroepsuitoefening van actuaris vereiste
kennis, welke geleidelijk toenam sedert de instelling
van het eerste examen in 1903, leidde er toe dat
aanvankelijk de Vereniging voor Levensverzekeringewis-kvmde
en thans het Actuarieel Genootschap zich meer
en meer actief is gaan bezighouden met de vakopleiding.
In het begin van de jongste oorlog versoheen een
uitvoerig rapport van een daartoe ingestelde commissja^
betreffende een academische- en een buiten-universitaJEO
opleiding tot actuaris. . '
Direct na do bevrijding word dit streven met kracht
voortgezet en als resultaat daarvan werden twee stichtingen
in het leven geroepen: de Stichting voor Hoger
Onderwijs in de Actuariële Wetenv^chappen te Amsterdani
en de Stichting voor Buiten-Universitair Ondervrij.s: in
de Actuariële Wetenschappen,eveneons in de hoofdstad,
Over beide stichtingen wordt thans iets medegedeeld,
a. de Stichting voor Hoger Onderwijs in de Actuari'ële
vietenschappoh. '.•';
In 1948 werd door een .commissie, in overleg met,
hoogleraren der Faculteit der Wis- en Natuurkxinde en
der Economische Faculteit van de Gemeentolijke Universiteit
van Amsterdam een ontwerp-stu-dieprograrama opgesteld
om langs universitaire weg oen opleiding tot
actuaris mogelijk te. maken, . .
Door de daarna in het leven geroepen öticntiri,c; werd
daarop besloten tot het vestigen van tw^-jo bijzondarf^
leerstoelen, nl. in de actuariële J.cer der levensverzekering
(docent: Prof .Dr J.Sngelfriet) .on iu
de a c t u a r i ë l e leer der sociale verzekering (docent
Prof.Dr C.Campagne). In het College van Curatoren /;
heeft o.m, z i t t i n g genomen de heer Prof.Dr H.J. van
dor Schroeff,
Deze opleiding i s nog ih haar beginstadium. Het doct
o r a a l examen bestaat u i t het hoofdvak wiskunde met
a l s bijvakken a c t u a r i ë l e vj-etenschappen en b e d r i j f s -
huishoudkimde. Voor studenten, die de a c t u a r i ë l e opl
e i d i n g willen gaan volgen, is het gev7enst,dat
zij reeds vóór het afleggen van het candidaatsexamen
de colleges over de levensverzekeringswiskunde volgen,
welke door Prof,Dr J.P.van Roeyen aan de Vrije
U n i v e r s i t e i t worden gegeven on b i j deze hoogleraar
een tentamen afleggen,
b, de Stidhting voor Buiten-Universitair Onderwijs
in de Actuariële VJ'etenschappen, tot het vormen
v7aarvan in 1947 vford besloten.
Het bestaande examen in de beginselen van de Levensverzekeringswiskunde
vrerd opgchoven on een ser
i e van vier, examens ingesteld, t e weten:
1, Het Voorbereidend examen, hetwelk enige ondervja>
pen omvat u i t de Algebra en Rekenkundö' en hot maken
van een opstel in het Nederlands.
2, Het Actuarieel examen A, omvattend de beginselen
van de levensverzekeringswiskunde,
Daarna doet men:
3, Het Actuarieel examen B, dat bestaat u i t 4 tentamens:
Wiskunde, Administratie en Handelskennis,LGvens-verzekeringswiskunde
en Rechtswetenschap,
4, Het Actuarieel examen C. Dit bestaat uit 6én tentamen,
n l . Wiskunde ,¥aarschijnliji-cheidsrekening
en Mathematische S t a t i s t i e k , tor'^vijl bovendien
een s c r i p t i e over een a c t u a r i e e l onderwerp ge-.
maakt moet worden.
Mondelinge en s c i i r i f t é l i j k o cursussen wordon georganiseerd,
maar niet voor het Voorbt;reidGnd cxa-
men, omdat hiervoor een kennis wordt gevraagd,overeenkomend
met die van de H.B,S.-B (bezitters van
laatstgenoemd diploma of van het diploma Gymnasiui>
B zijn daarom van dit Voor'bereidend examen vrijgesteld).
In 1948.begonnen de cursussen voor het Ac-tuariöal-
examen A, met tezamen 93 deelnemers. De
belangstelling voor de cursussen is, blijkens gege-r
vens en mededelingen in het Jaarboekje 1953, vooralsnog
groter dan voor de academische opleiding tot
actuaris.
Gepubliceerd zijn inmiddels de opgaven met uitwerkingen
van de Voorbereidende exam.ens en de Actuariële
examens, waarover uitvoerige- inlichtingen en
mededelingen in het "Jaarboekje" van het Actuarieel
Genootsciiap voorkomen, hetwelk verkrijgbaar is aan
het adres van de Secretaris van het Genootschap:
W. Ven erna, p/a Leidsev/eg 2, Utrecht, tel.K 3400 - •
11805.^
In de Bibliotheek van het N.I.v.A. is het Jaarboekje
eveneens aanwezig, evenals het Reglement -san
Orde.voor Actuarissen en het Reglement voor de
Tuchtrechtspraak en "Levensverzekering" van. J.Groeten
en Dr C.Dorsman.
.•...•• ..M' •. • > O - O - O - • ' '••• •'
•^/ Gegevens voor deze beschouwingen werden, behalve
aan de in de.tekst,aangehaalde publicaties
ontleend aan het tweejaarlijks verschijnend
"Jaarboekje" (uitgave 1950 ai 1953) van, het Actuarieel.
Genootschap te Amsterdam.
10..
REGLJI^xE^iT VAi\ ORDE VOOR ACTUARISSg^
als bedoeld in art. 7 der Statuten van het Actuarieel
Genootschap vastgesteld in de Algemene Vergadering
van 16 October 1951»
Artikel 1
De actuaris is verplicht zich te onthouden van al
hetgeen schadelijk is voor het aanzien van de stand
der actuarissen.
Artikel 2
Het ia de actuaris verboden:
a. In.zijn qualiteit van actuaris op te treden als
onderhandelaar, tenzij bij de onderhandeling voor
beide partijen uitdrukkelijk vaststaat, dat hij
als vertegrnwooï^diger der belangen van een der
partijen onderhandelt;
b. voor zijn arbeid andere vergoedingen te ontvangen,
dan die waarmede de opdrachtgever zijn arbeid honoreert
; . .
c. v/egens in de uitvoering ener opdracht gedane werkzaamheden
of gegeven adviezen andere vergoedingen
te aanvaarden dan die, waarop uit hoofde van de
omvang, de aard en de betekenis van de opdracht
aanspraak gemaakt kan worden;
d. een opdracht te aanvaarden, waarvan hem bekend is,
dat deze ook'aan een andere actuaris is gegeven,
zonder dat hem is gebleken, dat de opdrachtgever
aan de andere actuaris van deze nieuwe opdracht
heeft kennis gegeven.
Artikel 3
De actuaris verricht do t e r iiitvoering van een hem
verstrekte opdracht vereiste werkzaamlieden op aodani-
'11.
ge wijze, dat hij op goede gronden overtuigd is dat
de gevonden uitkomsten verantwoord zijn..
Artikel 4 ..,-. _^....'...
Bij de mededeling van zijn uitkomsten verstrekt de
actuaris alle inlichtingen om zijn opdrachtgever een
juist inzicht in die uitkomsten en de bruikbaarheid
daarvan te geven met vermelding der grondslagen, die
als basis der berekeningen zijn gebruikt.
De actuaris is niet verplicht omtrent de door hem
verrichte v?erkzaamheden meer of andere mededelingen
te doen dan welke voortvloeien uit het eerste lid van
dit artikel. ,. ,^ ' / ,, . _ r ..' -.
Artikel 5
De actuaris verstrekt geen mededeling aah andëïén
dan zijn opdrachtgever, tenzij met diens uitdrukkelijke
toeste'Miing,,. .
Artikel 6
• De actuaris stelt zich, bij de ontvangst van een
opdracht, in de eerste plaats 'op de hoogte van de wijze,
waarop de gegevens, welke hem ter vervulling van
die opdracht v^ordonverstrekt, zijn samengesteld. Hij
deelt in flijn rapport mede, in hoeverre de juistheid
en volledigheid van deze gegevöns door hem zijn nagegaan
en eventueel in hoeverre hij zich voor de
juistheid c.q, volledigheid Van deze gegevens niet
verantwoordelijk kan achten,
Voor zover het ontbreken van bepaalde gegevens ::.
hem niet heeft verhinderd de opdracht uit te.voeren,
is de actuaris'gehouden van het ontbreken dozer gegevens
melding te maicen en daarbij tevens mede te delen
of, en zo ja, tot welke benaderingen of andere voorzieningen
.het gemis van bedoelde gegevens aanleiding
heeft £:egeven.
12.
Artikel 7
De cictuaris vennijdt het doen van andere mededelingen
in zijn rapport dan die, welke betrekking hebben
op de hem verstrekte opdracht en onthoudt zich van het
doen vai:i bev/eringen, welker juistheid hij niet, op de
wijze als in dit Reglement van Orde omschreven, heeft
onderzocht ^^n. in zijn rapport nader toegelicht.
A.rtikel 8
Het ifc de actuaris geoorloofd zich bij de door hem
tti verrichten werk.;;aamheden door anderen, al dan niet
actuarissen zijnde,,te doen bijstaan, zonder zich daarmede
echter in enigerlei opzicht van eigen verantwoordelijkheid
te ontlasten.
Artikel 9
Indien de aan de actuaris gegeven opdracht niet de
zelfstandige afleiding VfiUi uitkom.sten, doch de contru-le
van d(.>or anderen afgeleide uitkomsten inhoudt, worit
dit door hom vermeld,
Indien de han het oordeel van de actuaris onderworpen
uitkomsten zijn afgeleid door een niet als actuaris
erkende derde, zal de actiaaris zich van h-.jt uitspreken
van een oordeel outhouden, tenzij hem vrijheid
wordt gegeven om, indien zijn voorafgaand onderzoek
hem daartoe aanleiding geeft, zelfstandig deze uitkomsten
af te leiden op de wijze als in de voorgaande artikelen
van dit Reglement van Orde aangegeven. •;
Artikel 10 •'
Bij overtreding of niet-öpvolging van het in dit
Reglement Van Orde b up aal de, zal het 'b2stuur van het
Actuarieel Genootschap de, voor elk geval vast te stellen,
maatregelen nemen overeenkomstig de bepalingen
van hot "Reglement voor de Tuchtrechtspraak."
Juli 1953
Socrctariaat N,I,v,Av
V.^N ACOi)li«TA«To
Ü I S L I O T H E E K
BIBLIOTHEEK VHIJE UNIVERSITEIT
3 0000 00035 5689
CL