NIVRAHA251_00289 |
Vorige | 289 van 354 | Volgende |
|
klein (250x250 max)
gemiddeld (500x500 max)
groot
Extra Large
groot ( > 500x500)
Hoge Resolutie
Allen (PDF)
|
Deze pagina
Allen
|
271 deze vergelijking niet andere soortgelijke veel gemakkelijker maken dan de absolute. Daar relatieve getallen dikwijls slechts door lange berekeningen kunnen worden verkregen, worden niet alle absolute getallen tot relatieve getallen omgerekend, doch slechts die waarop zich de aandacht van den statisticus vooral concentreert, die hij aan een nauwgezet onderzoek wil onderwerpen. In het algemeen moeten slechts die statistieken worden saamgesteld, welke uut kunnen afwerpen, in de praktyk worden gebruikt. Nooit moeten statistieken enkel om de statistiek worden gemaakt. De relatieve getallen worden verdeeld in: Ie. verhöögingsgetallen; 2e. staudaardgetallen (index numbers); 3e. gemiddelden. Ie. Verhoudingsgetallen. Nemen wij ais absolute getallen de maandelijksche premieontvangst: Januari ƒ 30.400.—, Februari ƒ 31.200.— en Maart ƒ 32.300.—. Hoe die getallen nu van elkaar afhangen kunnen wij niet onmiddellijk zien. Wel blijkt of in de eene maand meer of minder premie dan in de vorige is ontvangen, maar de hoegrootheid der stijging blykt ons niet onmiddellijk. Daarvoor moeten de getallen met elkaar in verband worden gebracht door verschillende berekeningen uit te voeren (door de getallen grafisch voor te stellen blijkt ook het verband tusschen hen meer of minder). Wij kunnen daartoe: Ie. alle getallen door eenzelfde factor deelen. Zij worden dan kleiner, in dezelfde verhouding, en zijn gemakkelijker te vergelijken. Wij kunnen b.v. bovengenoemde premiën door 100 deelen en krijgen dan 304, 312, 323; 2e. het eerste getal gelijk 100 tellen. De andere twee worden dan 103 en 10(5. Stellen wij het eerste getal gelijk aan 1000, dan worden de twee anderen 1026 en 1062; 3e. de som der getallen gelijk aan 100 stellen. Het eerste wordt dan 32.47o, het tweede 33.2% en het derde 34.47o. De twee laatste berekeningen, het omrekenen in procenten, komen het meeste voor. Die onder 2e. dient om verschillen in een rij ten opzichte van één getal goed te laten uit komen. De derde berekening wordt toegepast, indien de ge
Titel | Brandverzekering, hare techniek, boekhouding en statistiek |
Auteur | Starke, J.F. |
Jaartal | 1916 |
Collectienaam | NIVRA Historisch Archief, UBVU gedigitaliseerd |
PPN | 344556859 |
Toegangsgegevens (URL) | http://imagebase.ubvu.vu.nl/getobj.php?ppn=344556859 |
Signatuur origineel | NIVRAHA251 |
Evaluatie |
Titel | NIVRAHA251_00289 |
Transcript | 271 deze vergelijking niet andere soortgelijke veel gemakkelijker maken dan de absolute. Daar relatieve getallen dikwijls slechts door lange berekeningen kunnen worden verkregen, worden niet alle absolute getallen tot relatieve getallen omgerekend, doch slechts die waarop zich de aandacht van den statisticus vooral concentreert, die hij aan een nauwgezet onderzoek wil onderwerpen. In het algemeen moeten slechts die statistieken worden saamgesteld, welke uut kunnen afwerpen, in de praktyk worden gebruikt. Nooit moeten statistieken enkel om de statistiek worden gemaakt. De relatieve getallen worden verdeeld in: Ie. verhöögingsgetallen; 2e. staudaardgetallen (index numbers); 3e. gemiddelden. Ie. Verhoudingsgetallen. Nemen wij ais absolute getallen de maandelijksche premieontvangst: Januari ƒ 30.400.—, Februari ƒ 31.200.— en Maart ƒ 32.300.—. Hoe die getallen nu van elkaar afhangen kunnen wij niet onmiddellijk zien. Wel blijkt of in de eene maand meer of minder premie dan in de vorige is ontvangen, maar de hoegrootheid der stijging blykt ons niet onmiddellijk. Daarvoor moeten de getallen met elkaar in verband worden gebracht door verschillende berekeningen uit te voeren (door de getallen grafisch voor te stellen blijkt ook het verband tusschen hen meer of minder). Wij kunnen daartoe: Ie. alle getallen door eenzelfde factor deelen. Zij worden dan kleiner, in dezelfde verhouding, en zijn gemakkelijker te vergelijken. Wij kunnen b.v. bovengenoemde premiën door 100 deelen en krijgen dan 304, 312, 323; 2e. het eerste getal gelijk 100 tellen. De andere twee worden dan 103 en 10(5. Stellen wij het eerste getal gelijk aan 1000, dan worden de twee anderen 1026 en 1062; 3e. de som der getallen gelijk aan 100 stellen. Het eerste wordt dan 32.47o, het tweede 33.2% en het derde 34.47o. De twee laatste berekeningen, het omrekenen in procenten, komen het meeste voor. Die onder 2e. dient om verschillen in een rij ten opzichte van één getal goed te laten uit komen. De derde berekening wordt toegepast, indien de ge |
|
|
|
B |
|
C |
|
D |
|
F |
|
H |
|
K |
|
M |
|
N |
|
O |
|
P |
|
V |
|
|
|