flfiorie m lie
BOOK
S. J. VAN DE VLIET,
Leer aar in het Boekhouden aan de Hoogere Burgerscholen met
ö-jarigen cursus te Amsterdam en te Hilversum.
AMSTERDAM.
BRINKMAN & ZOON.
1913.
l/Iil
! 1
L U'
Tleorie m liel BoetloiiJefl
DOOR
S. J. VAN DE VLIET,
Leeraar in het Boekhouden aan de Hoogere Burgerscholen met
6-jarigen cursus te Amsterdam en te Hilversum.
AMSTEEDAM.
BRINKMAN & ZOON.
1913.
VOORBERICHT.
In dit boek tvordt het Boekhouden op een andere wijze
verklaard dan in eenig ander mij bekend leerboek.
Daar deze wigze ook afwijkt van die, ivelke in mijn leerboek
werd gevolgd, wordt dit laatste niet meer herdrukt.
Het ligt in m^n bedoeling een reeks opgaven te maken, die
naast dit boek gebruikt kunnen ivorden.
Deze opgaven zullen de leerstof voor de H.B.S. met 5-j.
cursus bevatten.
Bovendien verschijnt er een afzonderlijk boekje voor handelskennis
en handelsrekenen, voor zooverre dit op de H.B.S.
moet worden onderwezen.
Be „Oefeningen in het Dubbel Boekhouden" deel I, il en
III blijven in hun oorspronkelijken vorm bestaan.
S. J. VAN DE VLIET.
Bezittingen, Schulden, Zuiver Vermogen.
Onder iemands bezittingen verstaat men datgene, wat
hem toebehoort.
Men kan bezitten : huizen, schepen, geld, koopmansgoederen,
enz. Dit zijn stoffelijke bezittingen.
Tot de bezittingen rekent men ook de vorderingen op
anderen.
Onder iemands schulden verstaat men de vorderingen,
die anderen op hem hebben.
Het verschil tusscben de in geld uitgedrukte waarde van
iemands bezittingen en die van zijn schulden heet zijn
zuiver vermogen.
Een schuld is het tegengestelde van een bezitting, vandaar
dat een schuld weleens een negatieve bezitting wordt
genoemd.
Vat men een schuld als een negatieve bezitting op, dan
kan men ook zeggen : het zuiver vermogen is de som van
de in geld uitgedrukte waarden der bezittingen.
Bezittingen en scliuiden zijn dus de bestanddeeien van
het zuiver vermogen.
Een mensch heeft ook onstoffelijke bezittingen a. d. z.
arbeidskracht, kennis, talent.
Deze worden in het boekhouden alleen dan medegerekend
bij het berekenen van het zuiver vermogen, als ze ten dienste
van anderen zijn aangewend tegen een in geld uitgedrukte
waarde.
1
2
Tot de bezittingen relient men ook de rechten, die men
op anderen heeft.
B.v. Men heeft iemand een zekere som gelds gegeven,
waartegen deze de verplichting op zich heeft genomen een
bepaalden arbeid te verrichten of een risico te dragen.
Men heeft dan recht op dien arbeid of recht op schadeloosstelling.
Zoo ook kan men zich het recht koopen, om geld van
een ander voor een bepaalden tijd te gebruiken.
Omgekeerd rekent men tot de schulden de verplichtingen,
die men tegenover anderen heeft aangegaan.
Deze verplichtingen hebben evenals de zooevengenoemde
rechten waarde, die in geld is uit te drukken.
Een koopman steekt gewoonlijk niet al zijn bezittingen
en schulden in zijn handelszaak.
Het deel van zijn zuiver vermogen, dat hij in den handel
neemt, wordt het handelsvermogen genoemd.
Inventaris en Balans.
Wil een koopman de grootte van zijn handelsvermogen
bepalen, dan maakt hij eerst een lijst of staat van alle
bezittingen en schulden, die hij in zijn zaak of onderneming
heeft gestoken.
Daarna stelt hij de waarde van de bezittingen en schulden
vast.
Een staat, vermeldende den aard en de hoeveelheid der
bezittingen en schulden, heet Inventaris.
Een staat, vermeldende de waarde van de vermogens-bestanddeelen
en de grootte van het zuiver vermogen, heet
Balans ^).
') In art. 8 van het Wetboek van Koophandel staat: „Hij (de koopman)
is verplicht alle jaren binnen de zes eerste maanden van elk
jaar een staat en balans op te maken, in een afzonderlilk „aartoe
bestemd register in te schrijven en eigenhandig te onderteekenen".
Met dien staat wordt bedoeld een inventaris.
3
Aan het opmaken van een balans gaat het inventariseeren
steeds vooraf.
Grewoonlijk wordt op een inventaris de waarde van de
bezittingen en schulden ook vermeld.
Dit is niet noodzakelijk, doch het vergemakkelijkt het
opmaken van de balans.
Hieronder volgt een inventaris van een handelaar in
brandstoffen.
Inventaris op 31 December 1911.
Geld:
2 bankbiljetten van /' 1000 f 2000
5 „ „ /• 100 „ 500
1 gouden tientje i „ 10
2 rüfesdaalders .„ 5
1 gulden „ 1
1 kwartje „ O
Brandstoffen :
«. Turf:
120.000 lange a 18 ets. per 100
160.000 korte a 35 „ „ 100
h. Briquetten:
50.000 stuks a 20 ets. per 100
c. Cokes:
3000 HL. a 35 ets. per HL. . .
d. Steenkolen:
2000 HL. a 60 ets. per HL. . .
e. Antraciet:
500 HL. a f 1.70 per HL. . .
Materialen:
8 turfkarren a f 35.—
3 wagens a „ 180.—
3 paarden a „ 200.—
Maten, zakken enz
Vorderingen:
A. Jansen, Anasterdam
B. van Straten, „
J. van den Berg, „
Schulden:
Gemeente-gasfabriek, Amsterdam.
A. van Vloten, Drachten
B. van Goor, Hoogeveen . . . .
I I
25
/ 216
560
f 2516 25
f 776;
„ 100
„ 1050
„ 1200
850
/
f
1}
f
f
n
f
f
»
3976
280
540
600
150
1670
25
18
13
57
175
140
80
-
—
—
—
—
20
70
60
50
_
—
—
f S95
Uit dezen inventaris wordt nu de volgende balans opgemaakt
:
Balans op 31 December 1911.
Bezittingen :
Geld . . .
Brandstoffen
Materialen .
Vorderingen
5 i Scliulder)
Zuiver vermogen
Gewoonlijk wordt de balans in een anderen vorm opgesteld.
Men gebruikt er twee naast elkaar liggende bladzijden
voor. Op de hnkerbladzijde plaatst men de waarden der
bezittingen, op de rechterbladzijde de waarden der schulden.
Het zuiver vermogen wordt rechts of links bijgeschreven,
al naargelang de waarde der bezittingen die der schulden
overtreft of omgekeerd.
Bovengemelde balans komt dan in onderstaanden vorm:
Balans op 31 December 1911.
Geld . . .
Brandstoffen
Materialen .
Vorderingen.
f
f
2516
3976
1570
_57
8119
25
50
Schulden . . . .
Zuiver vermogen.
Deze vorm is in overeenstemming met den naam. Beide
zijden zijn met elkaar in evenwicht, in balans gebracht.
Een balans kan in min ot meer uitgebreiden vorm voorkomen.
Veranderingen in het Zuiver Vermogen.
Zuiver vermogen is het verschil tusschen de waarde van
alle bezittingen en die van alle schulden.
Noemen wij de waarde van alle bezittingen B, de waarde
^ "^
5
van alle schulden S en het zuiver vermogen V, dan is
V = B - S o f B = S + V.
Het zuiver vermogen kan dus alleen veranderen, als er
een verandering in B of S of inP beide komt.
Niet alle veranderingen in 8 en S hebben een verandering
in V tengevolge.
V verandert niet:
I". als B en S ieder met een gelijk bedrag vermeerderen
of verminderen,
b.v. a. door het koopen van goederen op crediet,
b. door het betalen van schuld.
(Wie zijn schuld betaalt, verarmt niet).
2". als een bezitting verwisseld wordt tegen een andere
bezitting,
b.v. a. bii het koopen van goederen tegen contante betaling,
b. bij het verkoopen van goederen, hetzij tegen
ontvangst van het geld, hetzij op crediet,
ü. bij het innen van een vordering.
3". als een schuld verwisseld wordt tegen een andereschuld,
b.v. als een schuld voor onze rekening betaald wordt
dooi- een derde.
V wordt grooter:
1". als B grooter wordt en S gelijk blijft,
b.v. als een bezitting in waarde stijgt, of als er een
bezitting bij komt, zonder dat daar tegenover een schuld
ontstaat, of een andere bezitting verdwijnt.
2". als S kleiner wordt en B gelijk blijft,
b.v. als een schuld in waarde daalt of als een schuld ver-dwiint,
zonder dat er een bezitting tegenover verdwijnt.
V wordt kleiner:
l". als B kleiner wordt en S gelijk blijft.
2*. als S grooter wordt en B gelijk biyft.
Het doel van den koopman is het zuiver vermogen, dat
hij in den handel heeft gestoken, door dien handel te ver-
6
grooten. Dat doel bereikt hij in hoofdzaak door de koopwaren
tegen een hoogeren prijs te verkoopen, dan v?elken hij er
voor besteed heeft.
Een handelaar in turf zal b.v. in staat zijn, turf in het
groot te koopen a 20 ets. per 100 en deze in het klein te
verkoopen a 25 ets. per 100. Eiken keer, dat hij een kleine
hoeveelheid verkoopt, constateert hij, dat deze met 5 ets...
per 100 in waarde is gestegen.
Daardoor wordt zijn hand els vermogen grooter. Deze vermeerdering
heet winst.
Moeht het zijn, dat de bezittingen, die hij in den handel
heeft gestoken, door bederf of door vermindering der vraag
in prijs dalen, dan wordt het handelsvermogen kleiner.
Deze vermindering heet verlies.
Zoo koopt de koopman de diensten van anderen. Als die
diensten verricht zijn, hebben ze geen waarde meer en wordt
het vermogen dus kleiner. Deze vermindering in waarde
heet ook verlies.
Daarentegen verricht hij ook weleens diensten voor anderen.
De waarde dezer diensten vermeerderen het handelsvermogen.
Deze vermeerdering heet winst.
Het verschil tusschen de som van alle winsten en die
van alle verliezen heet zuivere winst. Het verschil tusschen
de som van alle verliezen en die van alle winsten, heet
zuiver verlies.
Het handelsvermogen wordt ook vergroot of verkleind
als de koopman nieuwe bezittingen of schulden er aan toevoegt
of bezittingen of schulden uit de zaak neemt. Deze
vermeerderingen of verminderingen van het zuiver vermogen
worden niet tot de winsten of verliezen gerekend.
Voorbeeld.
Het zuiver vermogen, dat een koopman 1 April 1912 in
zijn zaak had, w a s / 20.000. 1 Juli 1912 was het/21.000^
Hoe groot was de zuivere winst of het zuivere verlies
in het tijdperk 1 April 1912-1 Juli 1912, als hij / 800
7
uit de zaak heeft genomen tot onderhoud van zijn gezin en zijn
handelsvermogen vergroot heeft met een erfenisvan / 700?
De erfenis heeft het zuiver vermogen vergroot met/700.
Het onderhoud van het gezin heeft het verminderd met/800.
Door beide omstandigheden is het / 1 0 0 kleiner gev70rden.
In het geheel is het echter / 1000 grooter geworden.
De zuivere winst is dus / 1100.
Het bepalen van het zuiver vermogen en de grootte van
de zuivere winst of het zuivere verlies, geschiedt periodiek ;
meestal eens per jaar.
Dagboek of Memoriaal.
De inventaris en de balans dienen, om den koopman de
samenstelhng en de grootte van zijn vermogen te laten zien.
Het is noodig, dat hij beide op geregelde tijden maakt.
Bovendien legt hij één of meer boeken aan, waarin hij
in chronologische volgorde zijn handelsvoorvallen aanteekent.
Geschiedt dit in één boek, dan heet dit het Dagboek of
Memoriaal 0-
Worden er meerdere boeken voor gebruikt, dan noemt
men deze Dagboeken. (In de praktijk worden ze nog wel
met den minder juisten naam van hulpboeken aangeduid).
In dit boek wordt het ongesplitst dagboek behandeld.
Als voorbeeld volgt hier het memoriaal van een turfhandelaar.
^) Art. 6, W. V. K. Elk koopman is verplicht dagboek te houden,
waarin van dag tot dag, naar orde des tyds, zonder witte vakken,
tusschenregels ot kantteekeningen, moeten worden aangeteekend zyne
inschulden en schulden, de ondernemingen in zyn handel, de trekkingen,
acceptation of endossementen van wissels en andere handelspapieren,
zijne verbintenissen, en in het algemeen, alles, wat hfl
ontvangt en uitgeeft, van welken aard het ook ztj; alles onverminderd
zoodanige verdere boeken als in den koophandel gebruikeiyk z^n,
doch waarvan het houden door de wet niet geboden wordt.
Lees verder de art. 7, 9, 10, 11, 12 en 13 van het W. v. K.
8
Memoriaal >an M. van Kempen te Amsterdam.
Amsterdam I April 1911.
1
2
3
4
5
6
• 7
8
q
10
11
12
13
Heden mijn handel begonnen met contanten.
1 !
Gehuurd van K. van Dalen alhier, een pakhuis
aan de Bingkade nr. 40 voor f 150.— 's jaars. ^
Heden 1 maand huur vooruitbetaald
Gekocht kantoorbehoeften. Hiervoor betaald. .
Ontvangen per schip „De Goede Verwachting", '
schipper van Zuylen, 36000 lange turven a /" 2. —
per 1000 van B. van Halen te Gorredijk • • • i
Ontvangen per schip „Op Hoop van Zegen"
schipper van Galen, 40000 korte turven a f3.50
per 1000 van G. Breet te Zwartsluis
4
Gekocht 2 handkarren a ƒ 20
Het bedrag betaald.
Verkocht aan venters:
6000 lange turven a f 0.35 per 100
Het bedrag ontvangen.
Verkocht aan J. de Groot, alhier 7000 korte
turven a f 0.50 Der 100
Betaald weekloon knecht
o
Uit de kas genomen voor de huishouding. . .
Verkocht aan venters:
9000 korte turven a f 0.45 per 100 . . . . .
Het bedrag ontvangen.
IA
Verkocht aan G. van Haarlem, alhier 8000 korte
turven è. f 0.50 per 100
Il
Ontvangen per schip „De Turfdrager", schipper
Klein, 60000 korte turven a f 3.50 per 1000 van
G. Breet te Zwartsluis
f
f
f
f
\f
i
f
f
f
f
• f
f
f
3000J-
12|50
1 5 i -
1
1
70
140
40
21
35
6
50
40
•
-
-
-
-
50
i
4 0 i -
2 1 0 -
Amsterdam 12 April 1911.
14
15
16
17
18
19
20 •
21
22
23
24
26
26
27
Verkocht aan H. van Kooten, alhier, 10000 lange
turven a f 0.40 per 100
13 :
Ontvangen van J. de Q-root, alhier . . . .
13
Betaald weekloon knecht f
—- 15
!
f 40
f 35
-
-
Verkocht aan venters:
8O0O lange turven a /' 0.35 per 100
Het bedrag ontvangen.
: 16
Uit de kas genomen voor de huishouding.
20
Betaald weekloon knecht . . . •. . .
ii
Betaald de kwitantie van G. Breet te Zwartsluis
—. 23
Verkocht aan venters:
5000 korte turven a f 0.45 per 100
Het bedrag ontvangen.
24
f 281
Ontvangen per schip „Bestevaer", schipper De
Ruijtei-, 30000 lange turven a ƒ 2 . - per 1000 '''• '\
van B. van Halen te Gorredük .j /" 60i —
17 . —
Betaald de kwitantie van B. van Halen te
öorredijk ü ƒ 70
18
Verkocht aan J. de Q-root, alhier 6000 lange
turven a / 0.40 per 100 / 24
19 1
/ 50
Ontvangen van G. van Haarlem, alhier
25
f
f
f
f
6
140
22
40
-
-
50
-
Verkocht aan G. van Haarlem, alhier 6000
lange turven a f 0.40 per 100 . / 24
26 --"V" • ' . .•:;--'• '
Uit de kas genomen voor de huishouding. . f 25
10
Amsterdam 27 April 1911.
28 Verkocht aan venters:
7000 korte turven a f 0.45 per 100 f 31 50
Het bedrag ontvangen.
27
29 Betaald weekloon knecht f 6 —
j 29
.30 Verkocht aan venters :
5000 lange turven a f 0.35 per 100 f 17 50
Het bedrag ontvangen.
30
31 Betaald aan den knecht, die mijn dienst
verlaat, 2 dagen loon / 2 —
In dit boek zijn alle handelingen vermeld, die de koopman
als koopman verricht.
ledere aanteekening van een zoodanige handeling in dit
boek heet een dagboek- of memoriaalpost. De posten worden
in volgorde des tijds ingeboekt. Ze worden van elkaar
gescheiden door een lijn, waarin eene opening gelaten wordt,
om daarin den datum van den volgenden post te plaatsen,
ledere post begint met den naam van de handeling als:
Gekocht, Betaald enz.
Boven iedere bladzijde staat de datum van den eerst-volgenden
post; bovendien is daar de naam van de plaats
genoemd, waar de zaak is gevestigd. Gewoonlijk wordt het
dagboek begonnen met eene korte opsomming van.de bezittingen
en schulden, waaruit het zuiver vermogen bestaat,
waarmede de zaak begonnen of voortgezet wordt.
Noodig is het niet.
In het hier gegeven voorbeeld bestaat het aanvangsver-mogen
alleen uit geld. In het inventaris- en balansboek
wordt dit in ieder geval vermeld.
De tweede post maakt melding van een huurovereenkomst,
die de koopman met den eigenaar van een pakhuis
gesloten heeft. • ^ '?
11
Die huurovereenkomst blijkt uit een tusschen beide
partilen gesloten contract.
Hieronder volgt een afschrift van dit contract.
Op heden den eersten April 1911 heeft de Heer K. van
Dalen, te Amsterdam, verhuurd aan den Heer M. van
Kempen, te Amsterdam, die ook bij deze verklaart van
denzelven in huur genomen te hebben een pakhuis, staande
en gelegen Ringkade 40 te Amsterdam, voor een tijd van
één jaar, ingaande primo April 1911 en dat voor de som
van éen honderd en vijftig gulden per jaar, te betalen elke
maand bij vooruitbetahng het gerechte twaalfde deel, zijnde
/ 12.50.
Huurder en verhuurder verklaren voorts te zijn overeengekomen
;
De huurder:
Om gedurende den voorzegden tijd, voormeld pakhuis
in goeden staat te houden en zoodanig bij het eindigen der
huur te leveren, de glazen er onder begrepen.
Om te voldoen aan alle lasten en bezwaren, tot welke
de huurders gehouden zijn.
Om de thans aangegaan wordende huur aan niemand
anders af te staan of over te dragen dan met schriftelijke
toestemming van den verhuurder.
Verder verplichten huurder en verhuurder zich wederzijds
te verklaren vóór of op den eersten October 1911
wegens het verhuizen, of het aangaan van een nieuwe
huurcedul voor het vervolg, zullende bij niet verklaring van
een of ander der partijen dit huurcontract worden beschouwd
te zijn geprolongeerd en de huur voor een jaar voortdurend
onder dezelfde conditiën en in geval van verhuizing of ver-kooping
zal de huurder gehouden zijn voorzegd pakhuis te
laten bezichtigen twee dagen per week tot de wederverhuring
of tot en met de verkooping toe.
Alles onder het verband als naar rechten en volgens de
12
Wet dezer stede. Ten blijke der waarheid zijn hiervan gemaakt
twee eensluidende Huurcedullen, die door den huurder
en verhuurder respectievelijk zijn onderteekend.
Ten dage en jare als boven.
(w.g.) M. VAN KEMPEN.
K. VAN DALEN.
Bovendien maakt de tweede post melding van de betaling
van ééne maand huur. M. van Kempen heeft daarvan
een bewiisstuk ontvangen. Dit bewijsstuk heet kwitantie.
Model:
Ontvangen van den Heer M. van Kempen, te Amsterdam,
de Somma van twaalf gulden 50 cents,
voor 1 maand pakhuishuur (l April 1911 — 1 Mei 1911),
volgens huurovereenkomst.
Zegge f 12.50.
5 et.
den l»'™ April
1911
Cyt. uati <=Z/al•^e ti
Kwitanties boven / 10.— zijn onderworpen aan een
zegelrecht van 5 ets.
Het zegel wordt op de kwitantie gedrukt of geplakt. In
bovenstaand voorbeeld is gebruik gemaakt van een plak-zegel.
Ontvangt M. van Kempen daarentegen geld, dan geeft
hij op zijn beurt daarvoor een kwitantie af.
Kwitanties zijn in den boekhandel los of in boekjes (gewoonlijk
van 100) verkrijgbaar.
Scheurt men een kwitantie uit het boekje, dan blijft er
een strook over, waarop men het ontvangen bedrag schrijft
en den naam van dengene, die het betaald'heeft. Aldus:
13
M.
Bedrag/
afgegeven aan
voor —,---
dm •„-,.••:•.;.•. 191
Het bewaren van de strooken verdient aanbeveling. Ze
worden gebruikt om de boekingen van de ontvangsten in
het memoriaal te controleeren.
Verder maakt het dagboek gewag van verschillende in-en
verkoopen.
Voor lederen koop, die niet terstond verrekend wordt,
wordt door den verkooper aan den kooper een rekening of
factuur gezonden.
Model van een factuur:
Gorredijk, 2 April, 1911.
De Heer M. VAN KEMPEN te Amsterdam.
Debet aan B. VAN HALEN te Gorredijk.
1911
April 2
Voor aan UEd. verkocht en geleverd:
35000 lange turven a ƒ 2.- per 1000,
per schip „De Goede Verwachting", schipper i
van Zuylen.
f 70
M
Ontvangen van
de Somma van
-....-..-:. :. :.....:...•.... 19]
7onno -f z
14
Verkoop aan venters. Hiervan bestaat geen bewijsstuk. De
koopman teekent in den loop van den dag in een apart
boekje aan, wat hij tegen contant geld aan de venters verkoopt.
In één post schrijft hij in het memoriaal, wat hij op
een dag zoo heeft verkocht.
Verkoop aan particulieren niet tegen contant geld. Aan deze
menschen zendt hij een rekening.
Het betalen van het weekloon gaat gewoonlijk ook zonder
dat de knecht daarvoor een kwitantie teekent.
In zaken met vele bedienden zal het noodzakelijk zijn
daarvan een bewijsstuk te bezitten.
In het dagboek, dat als voorbeeld is gegeven, is geheel
voldaan aan de wettelijke bepalingen. Het is van dag tot
dag bijgehouden. Er zijn geen witte vakken, tusschenregels
of kantteekeningen.
Alle inschulden (vorderingen) en schulden, die er voor den
koopman zijn ontstaan en te niet gegaan, zijn geboekt.
Wil de koopman ten allen tijde een overzicht hebben van
zijn bezittingen en schulden d. w. z. wil hi] in staat zijn,
steeds te kunnen zeggen hoeveel er van iedere bezitting of
schuld nog moet bestaan, dan zal hij niet kunnen volstaan
met deze, zooals in het dagboek is geschied, in chronologische
volgorde aan te teekenen, maar dient hij ze ook systematisch
te ordenen. Dit doet hij door middel van zoogenaamde
rekeningen.
REKENINGEN.
Voorbeeld.
Een koopman heeft 1 Januari ƒ 5000. —. Op 3 Jan. ontvangt
hij ƒ 300.— ; op 5 Jan. geeft hij ƒ 2000.- uit; op
10 Januari ontvangt hij ƒ 2500.— ; op 12 Jan. geeft hij
/ 1600.- uit en op 15 Jan. / 200.-. Hoeveel geld heeft
hij 15 Jan.?
15
Hij maakt hu een staat als volgt, waarop hij telkens de
vermeerdering en vermindering aanteekent (boekt).
Geld.
f
f
»
f
ff
f
JJ
f
JJ
f
5000
300
5300
2000
3300
2500
5800
1600
4200
200
4000
1
3
5
10
1^
15
Aanwezig
Ontvangen
Betaald .
Ontvangen
Betaald .
Betaald .
Uit dezen staat blijkt, dat de koopman 15 Januari
/ 4000,- heeft. Die ƒ 4000,- is ontstaan door ƒ 300.-
te voegen bij ƒ 5000, — , van deze som ƒ 2000,— af te
trekken, bij de rest ƒ 2500,— op te tellen, van de dan
verkregen som achtereenvolgens / 1600,— en ƒ 200,— af
te trekken. Aldus:
ƒ 5000, - + ƒ 300, - - ƒ 2000. - + / 2500. - - ƒ 1600, - -
ƒ 200, —. Deze vorm is gelijk aan:
( / 500U,- + / 300,- + ƒ 2500,-) - (/ 2000,- +
ƒ 1600,- + ƒ 200.-)
Hieruit volgt, dat, als men twee bladzijden neemt en
op de eene bladzijde het aanvankelijk bedrag en de vermeerderingen
boekt, terwijl men op de andere de verminderingen
schrijft, het verschil tusschen het totaal op de
eerste bladzijde en het totaal op de tweede bladzijde ook
moet aangeven het bedrag, dat aanwezig moet zijn. De
aanteekeningen van den koopman komen dan als volgt te
staan:
• Debet. Geld.
16
Geld. Gredü.
Jan.
y
1
3
10
Aanwezig
Ontvangen
M
f
n
;;
5000
300
2500
- Jan.
" " • »
ji
5
12
15
Betaald.
11
f
»
2000
1600
200
_
—
—
In dit geval hebben we het aanvankelijk bedrag met de
vermeerderingen op de linker bladzijde geplaatst en de verminderingen
op de rechter. We hadden het ook andersom
kunnen doen. De aangegeven manier is echter de gebruikelijke.
Aan den linkerkant staat de aanwezige voorraad geld
met de vermeerderingen te zamen f 7800, — . Aan den
rechterkant staan de verminderingen, te zamen / 3S00, —.
Er is dus nog over ƒ 7800, / 3800,- = / 4000,-.
De linkerkant heet gewoonlijk de debetzijde, de rechterkant
de creditzijde. Links staat dan ook het woord Debet
en rechts het woord Credit.
Op gelijke wijze kan de koopman aanteekening houden
van de veranderingen in alle andere bezittingen.
Voorbeeld.
Een koopman heeft op 1 Jan. een vordering, grooty 1000, — ,
op den Heer J. Andriesen te Amsterdam. Den 3den Jan.
ontvangt hij ƒ 400.— , den 4den Jan. verkoopt hij goederen
voor ƒ 700, — , den Ssten Jan. goederen voor ƒ 860, — , terwijl
hij den 27sten Jan. / 900,— ontvangt. Hoeveel geld
heeft de koopman 27 Jan. van den Heer J. Andriessen te
vorderen ?
Hij neemt eene bladzijde en maakt den volgenden staat:
17
Vordering op J. Andriesen, Amsterdam.
•Jan. Nog te vorderen van A. P.')
Ontvangen
J'.
Verkocht aan goedeven ,
8i Verkocht aan goederen
27i Ontvangen . . . . .
bltjft te vorderen
biyft te vorderen
biyft te vorderen
biyft te vorderen
/•lOOO
f 600
/•1300
„ 860
/•2160
„ 900
f Vim
Op 27 Januari heeft de koopman nog eene vordering op
J. Andriesen van / 1260.— .
Wil hij twee bladzijden gebruiken, dan wordt de staat
als volgt:
Dèhd. Vordering op J. Andriesen, Amsterdam. Credit.
Jan.
»
1
4
8
Nog te vorderen
van A. P. . . /"lOOO
Verkocht aan 1
goederen |„ 700
Verkocht aan i
goederen „ 860
—
_
Jan.
n
3
27
Ontvangen
Ontvangen
•
fiOO
„ 900
Links staat de vordering van het vorige jaar met de
vermeerderingen, d. i. te zamen / 2560. — . Aan den rechterkant
staan de verminderingen, te zamen / 1300.— . De
vordering bedraagt op 27 Januari dus nog / 2560.
/ 1300.- = / 1260.-.
Voorbeeld.
Een koopman koopt:
8 Jan. 50 balen koffie. 15 Jan. 40 balen koffie.
Hij verkoopt:
12 Jan. 10 balen. 14 Jan. 20 balen. 28 Jan. 50 balen.
Hoeveel balen heeft de koopman op 28 Jan. over?
Hij maakt nu den volgenden staat:
*) A. P. = anno passato = verleden jaar.
18
Koffie.
Jan.
12
Gekocht
i Verkocht
14 Verkoclit
15 Gekocht
:28i Verkocht
I
balen.
50
10
40
20
20
40
60
50^
ÏÖ"
Er zijn op 28 Januari nog 10 balen over.
Ook had hij den staat aldus kunnen inrichten
Debet.
Jan.
»
8
15
Koffie.
Gekocht . . .
Gekocht . . .
balen.
60
40
Jan.
j)
17
12
14
28
Koffie.
Verkocht .
Verkocht .
Verkocht .
Credit.
balen.
10
20
50
Aan den linkerkant staan de gekochte 90 balen. Aan den
rechterkant staan de verkochte 80 balen. Er zijn dus nog
over 10 balen.
Op dergelijke wijze als voor de bezittingen kan een koopman
ook staten maken voor de schulden.
Een staat, waarop aangeteekend wordt, de aanwezige bezitting
of schuld met de veranderingen daarin, heet eene
rekening.
Eene rekening kan, zooals we gezien hebben, in twee
vormen voorkomen. De eerste vorm heet de staffelvorm,
de tweede de scontrovurm.
Voor den scontrovorm heeft men twee bladzijden noodig,
die te zamen een folio heeten.
19
Voorbeeld van een rekening eener schuld.
Een koopman heeft op 1 Jan. eene schuld aan zijn
leverancier M. Jaspers te Amsterdam van ƒ 900.— Hij
koopt 8. Jan. 20 balen rijst voor / 260,— betaalt 9 Jan.
ƒ 500, — , koopt 12 ,Jan. 5 vaten suiker voor/300, —, zendt
17 Jan. 2 balen rijst terug, betaalt 19 Jan. / 400,— en
koopt 23 Jan. 10 balen rijst voor ƒ 130.— Hoeveel bedraagt
23 Jan. zijne schuld aan M. Jaspers?
Schuld aan M. Jaspers, Amsterdam.
Jan.
«
»
jj
1
8
9
12
Nog schuldig van A. F \ f 900
Gekocht 20 balen r^jst
schuldig
Betaald
Gekocht 5 vaten suiker.
17: Teruggezonden 2 balen rijst
19
schuldig
schuldig
schuldig
„ 260
/•1160
„ 500
f 660
„ 300
f 960
„ 26
f 934
„ 400
f 534
„ 130
-
-
-
—
-
-
-
—
-
—
-
Betaald
schuldig
23; Gekocht 10 balen rijst
schuldig f 664
Op 23 Jan. bedraagt de schuld aan M. Jaspers ƒ 664.
Maakt men de rekening van een schuld in scontro-vorm,
dan heeft de boeking daarop op tegengestelde wijze plaats
als op de rekening van een bezitting.
Op een rekening van eene bezitting boekt men in het
debet:
1°. de aanwezige bezitting ;
2°. de vermeerderingen ;
en in het credit de verminderingen.
Op een rekening van een schuld boekt men in het credit:
1°. de aanwezige schuld ;
2". de vermeerderingen.
en in het debet de verminderingen.
20
(Voorbeeld van een rekening eener schuld in scontro-vorm.)
Debet. Schuld aan M. Jaspers, Amsterdam. Credit.
Jan.
n
9
17
19
Betaald
Teniggezonden
2 bn. riJst. . .
Betaald
f 500
„ 26
„ 400
_
—
Jan.
n
H
1] Nog schuldig van
A. P.
8, Gekocht 20bn. rijst
12 „ 5 vn. suiker
23 „ 10 bn. rijst
f 900
n 260
„ 300
„ 130
;1
—
~
Aan den creditkant is geboekt de aanwezige schuld met
de verraeerderingen, te zamen ƒ 1590. Aan den debetkant
staan de verminderingen te zamen / 926.
De koopman heeft dus nog eene schuld aan M. Jaspers
van / 1590 - ƒ 926 = / 664.
Boven de rekening van eene vordering en van eene
schuld hebben we in de voorbeelden geschreven:
vordering op J. Andriesen, Amsterdam
schuld aan M. Jaspers, Amsterdam
Gewoonlijk laat men de woorden vordering op en schuld
aan weg.
Men schrijft boven de rekening den naam en de woonplaats
van den persoon, op wien of aan wien men eene
vordering of eene schuld heeft en wel zoo, dat de naam
boven de linker bladzijde en de woonplaats boven de rechter
bladzijde komt.
Uit den stand der bedragen moet men dan opmaken of
er eene vordering op of eene schuld aan den persoon bestaat,
wiens naam boven de rekening staat.
Staat er rechts een grooter totaal bedrag dan links, dan
heeft men eene schuld en omgekeerd eene vordering.
Het is niet beslist noodig voor iedere bezitting of schuld
een rekening te maken.
Bezittingen of schulden, die er bij den aanvang van een
zeker jaar zijn en in den loop van het jaar niet in hoeveelheid
veranderen, behoeven niet op rekeningen geboekt te
worden, b.v. een huis.
21
Een rekening wordt alleen voor een bezitting of schuld begonnen
(geopend), als er een verandering in de grootte of hoeveelheid
van die bezitting of schuld te verwachten is en het
voor de controle van belang is, die veranderingen aan te
teekenen.
Koopt de koopman b.v. schrijfbehoeften, of materiaal,
dan zal hij daarvoor in den regel geen rekening openen.
We zullen nu op rekeningen aanteekenen de veranderingen
in de vermogensbestanddeelen van den handelaar in brandstoffen,
die er in de maand April plaats hadden.
We openen geen rekeningen voor de schrijfbehoeften en
de materialen.
Debet. Kas. Kas. Credit.
1911
April
»
»
1
6
9
13
15
23
24
27
29
Ontvangen ƒ 3000
„ 21
„ 40
„ 35
„ 28
„ 22
„ 40
„ 31
„ 17
50
50
50
50
Debet. Lange Turf.
Debet. Korte Turf. Korte Turf
stuks
35.000
30.000
1911
April
'ï
2
16
Gekocht .
a
1911
April
»
3
11
stuks
. ! 40.000
. : 60.000
1911
April
n
n
1
1
4
6:
8
13
17
191
20
22|
26
27
30
Lange Turf.
f
»
)}
}}
1}
n
n
12
15
40
6
50
6
VO
50
6
140
25
b
2
Credit.
1911
April
»
„
j j
5
12
15
18
25,
29'
Verkocht
stuks
6.000
10.000
8.000
6.000
6.000
5.000
Korte Turf Credit.
1911
April ' 6j Verkocht
,, \ 9|
« 'lOj „
1) i23| „
„ !27i
stuks
7.000
9.0'O
8.000
5.000
7.000
22
Debet. B. van Halen, Gorredijk. Credit.
1911
April 17 Betaald. f 70'-
1911 j '
April I 2 Gekocht lange turf \ f 70
16i » )) n ?J 60
Debet. G. Breet, Zwartsluis. Credit.
1911
April 22 Betaald. . . .
'
f
'
140
1 1911
—1 April
1 '^
~ '
3
11
Gekocht korte turf
)) » »
f
H
140
210
—
Debet. J. de Groot, Alhier. Credit.
1911 I
April
18
Verkocht korte
turf . . . .
Verkocht lange
turf . . . .
f 35|-
„ 24!-
1911
April 13 i Ontvangen f 35
Debet. G. van Haarlem, Alhier. Credit.
1911
April Verkocht korte i
turf . . . . ! / • 40;
Verkocht lange
turf . . . . „ 24
1911 j
April 24, Ontvangen f 40
Debet. H. van Kooten, Alhier. Credit.
1911
April 12 Verkocht lange
i turf . . . . f 40,-
Het komt ook voor, dat de vorderingen, die ontstaan
door het verkoopen van de handelsartikelen op één rekening
worden geboekt.
Boven deze rekening zou men dan „Vorderingen"
kunnen zetten.
Men plaatst er echter den naam Debiteuren boven.
De rekening, waarop de turfhandelaar de vermeerdering
en de vermindering der vorderingen had kunnen plaatsen,
ziet er als volgt uit:
Debet
1911
April
n
}}
}}
6
10
12
18
25
Debiteuren.
J. de Groot, alh. v
G. V. Haarlem, „ v
H. V. Kooten, „
J. de Groot, „
G. V. Haarlem, „
f
H
35
40
40
24
24
-
1911
April
Debiteuren. Credit-
13
24
J. de Groot,
alhier . . .
G. V. Haarlem
alhier . . .
f 35
„ 40 -
Evenzoo kan men de schulden aan leveranciers op de
collectieve rekening Crediteuren plaatsen. Aldus:
Debet. Crediteuren. Crediteuren. Credit.
1911
April B. V. Halen,
Gorredijk . .
G. Breet, Zwartsluis
. . . .
f 70
„ 140
—
—
1911
April
H
}t
2
3
11
16
1
f
»
»
}}
70
140
210
60
Gorredijk . v
G. Breet, Zwartsluis
. . . V
G. Breet, Zwartsluis
. . . .
B. van Halen,
Gorredijk . .
Het teeken v, voor de geldkolommen geplaatst, duidt aan,
dat de vorderingen en de schulden, voor welke het teeken
is geplaatst, zijn voldaan.
Het zuiver vermogen van den turfhandelaar was 1 April
1911 / 3000. Het bestond alleen uit geld.
Op 30 April bestaat het uit verschillende bezittingen en
- schulden.
Wil de koopman de grootte van het zuiver vermogen op
30 April weten, dan zal hij een inventaris en een balans
moeten maken.
24
Welke zijn nu de werkzaamheden, die hij daartoe te verrichten
heeft ?
I<*. Hij neemt de voorraden korte en lange turf op en
controleert deze met de voorraden, die er volgens de rekeningen
moeten zijn.
Er moeten aanwezig zijn 24.000 stuks lange turven
en 64.000 „ korte „
We nemen aan, dat die er werkelijk zijn.
Van deze hoeveelheden berekent hij de waarde tegen den
inkoopsprijs.
Het zal nog al eens voorkomen, dat de werkelijke
hoeveelheid goederen niet overeenstemt met die volgens
de rekeningen.
In dit geval moet de werkelijke hoeveelheid genoemd
worden.
2°. Hij telt zijn geld. Volgens de rekening moet er zijn
ƒ 2807.50. We veronderstellen, dat dit er werkelijk is.
3". Hij maakt een lijst van de materialen en van de
kantoorbehoeften, die nog ongebruikt zijn.
Hij zal er rekening mede hebben te houden, dat de waarde
der materialen door het gebruik is verminderd.
I Laten we de waarde der materialen op ƒ 38.— stellen.
Laten we aannemen, dat de resteerende kantoorbehoeften
ƒ5.— waard zijn.
4". Hij maakt een lijst van de vorderingen en schulden.
Deze lijst maakt hij op uit de rekeningen.
Hoe die lijst te controleeren ?
Voor onzen turfhandelaar is het niet moeilijk, doch in
een zaak van groeten omvang is het nog al bewerkelijk.
Onze koopman telt uit het memoriaal de bedragen van
alle niet contante verkoopen op en trekt er af alle geïnde
vorderingen. Het verschil moet zijn het totale bedrag der
vorderingen op 30 April.
Evenzoo telt hij de bedragen op van alle inkoopen en
trekt er de betalingen af.
Het verschil geeft het totaal der schulden op 30 April.
We komen nu tot den volgenden inventaris.
inventaris op 30 Aprii 1911.
Geld: ]
2 bankbiljetten van f 1000 'f 2000
8 bankbiljetten van /" 100 ' „ 800
3 rijksdaalders • „ 7
: / 2807
Turf: I L r ^ =
2400G lange turven a ƒ 2 per 1000 1 / 48
64000 korte „ a „ 3,50 per 1000 „ 224
7 272_
Materialen:
2 handkarren a / 19 f 38
Kantoorbehoeften:
rekeningen, kwitanties, pennen enz.
50
50
Vorderingen:
J. de Groot, alhier f
Gr. van Haarlem alhier „
H. van Kooten alhier ,
Schulden:
B. van Halen, Gorredijk f 60
G. Breet, Zwartsluis ;_„ 210
'T
Hieruit komt de volgende balans voort:
Balans op 30 Aprii i9il.
Geld \ f 2807 50 6 Schulden
Turf
Materialen. . .
Kantoorbehoeften
Vorderingen . .
Zuiver vermogen
f 270 I -
„ 2940 150
f 3210 i50
Het zuiver vermogen is met / 8000.— — ƒ 2940.50 =
ƒ 59.50 verminderd.
Door welke oorzaken is het zuiver vermogen veranderd?
In de eerste plaats door den handel, in de tweede plaats
door de uitgaven voor de huishouding.
26
De koopman heeft ƒ 125 van zijn handelsvermogen
afgenomen, om de kosten van de huishouding te bestrijden.
Had hij dit niet gedaan, dan zou het handelsvermogen
op 30 April ƒ 125 grooter zijn geweest.
In plaats van met / 59.50 verminderd zou het met
ƒ 125.— — / 59.50 — f 65.50 vermeerderd zijn.
Dit is de zuivere winst.
Men kan ook zeggen: het zuiver vermogen was 1 April ƒ 3000.
Doordat er ƒ 125aan geld uit den handel werd teruggenomen,
werd het / 2875. Het is echter ƒ 2940.50 of ƒ 65.50 grooter.
Dit bedrag is de zuivere winst.
De boekhouding van de in de voorafgaande bladzijden
behandelde handelszaak bestaat:
1". in het vaststellen van het beginvermogen in het inventaris-
en balansboek;
2". in het in chronologische volgorde aanteekenen van de
handelsvoorvallen in het memoriaal ') en van alle andere
handelingen, die invloed hebben gehad op de samenstelling
van het zuiver vermogen ;
3°. in het op rekeningen aanteekenen van de veranderingen
in de hoeveelheden dier bezittingen en schulden, waarvoor
dit ter wille van de controle noodig wordt geacht. Dit kan
geschieden in één of meer daarvoor ingerichte boeken;
4". in het vaststellen van het zuiver vermogen op het
einde der periode, waarover de boekhouding loopt. Dit
geschiedt weer in het inventaris- of balansboek.
(In onze zaak was de periode eene maand; gewoonlijk
is de periode een jaar);
5°. in het berekenen van de handelswinst door het verschil
te bepalen tusschen het begin- en het eindvermogen en
rekening te houden met die veranderingen in het vermogen,
welke niet door den handel zijn ontstaan.
Een dergelijke methode van boekhouden heet Enkel-Boekhouden.
^) In ons voorbeeld is het memoriaal begonnen met de grootte en
de samenstelling van het beginvermogen te vermelden.
27
Afsluiten der rekeningen.
De tmf handelaar zal 1 Mei 1911 den handel voortzetten
met de bezittingen en de schulden volgens den inventaris
van 30 April 1911.
Voor iedere bezitting en schuld, waarvoor het noodig is
de vermeerdering of vermindering aan te teekenen, zal hij
een nieuwe rekening kunnen beginnen (openen).
Hij kan echter ook de oude rekeningen blijven gebruiken.
Het verdient aanbeveling, als er veel bedragen of hoeveelheden
op de rekeningen staan, nieuwe rekeningen te
openen.
Dit voorkomt veel onnoodig optellen.
Wordt er voor een bezitting of schuld eene nieuwe
rekening geopend, dan wordt, ofschoon niet beslist noodzakelijk,
de oude zoogenaamd afgesloten, d.w.z. gelijk gemaakt.
Aan den kant, waar het kleinste bedrag of aantal staat,
wordt het verschil of saldo bijgeschreven.
Hieronder volgt een voorbeeld van een kasrekening, die
afgesloten en heropend wordt.
Debet. Kas. Kas. Credit.
1911
Jan.
»
H
H
}]
11
1911
Feb.
1
2
4
7
12
20
28
1
Aanwezig
Ontvangen .
«
»
Saldo . .
1911!
Jan. 4^ Betaald
7
il 28 „
311 Saldo
/•isoo
f 400
„ 800
„ 200
„ 300
„ 1800
735Ö0
In dit voorbeeld was het totaal der bedragen aan den
debetkant grooter dan dat der bedragen aan den creditkant.
Het verschil tusschen beide totalen heet dan debetsaldo
In het tegenovergestelde geval noemt men het een creditsaldo.
28
Dubbel-Boekhouden.
Het zuiver vermogen van een koopman verandert steeds
èn in samenstelling èn in grootte. Om die samenstelling en
die grootte te leeren kennen wordt periodiek, gewoonlijk
eens per jaar, een inventaris en een balans opgemaakt.
Zonder het opmaken van de balans komt men bij de in de
voorafgaande bladzijden behandelde methode van boekhouden
niet tot de grootte van het zuiver vermogen.
Toch kan men het zuiver vermogen nog op een andere
wijze berekenen.
Men betreedt dan het terrein van de zoogenaamde
dubbele methode van boekhouden.
Men gaat op het einde van een boekingsperiode na, door
welke oorzaken het zuiver vermogen is toe- of afgenomen
en met hoeveel door iedere oorzaak. Nu kan de grootte
van het zuiver vermogen zich alleen wijzigen als er een
verandering in de waarde der bezittingen of in die der
schulden of in beide komt.
A. Een bezitting neemt in waarde toe:
1°. door vermeerdering dei' hoeveelheid;
2". door stijging van den prijs.
Toeneming der hoeveelheid zal meestal gepaard gaan met
toeneming van schuld of afneming van een andere bezitting.
Daar beide waarden tegenelkaar opwegen, heeft er geen
verandering in de grootte van het zuiver vermogen plaats.
b.v. a. bij het koopen van bezittingen, hetzij op crediet,
hetzij tegen contante betahng;
b. bij het verkoopen van bezittingen, hetzij op crediet,
hetzij tegen contante betahng.
29
c. bij het innen van vorderingen.
Mocht toeneming der hoeveelheid van een bezitting op
zich zelf staan, dan is vermeerdering van zuiver vermogen
daarvan het gevolg.
Stijging van den prijs heeft vermeerdering van zuiver
vermogen tengevolge.
B. Een bezitting neemt in waarde af:
1°. door vermindering der hoeveelheid ;
2^. „ daling van den prijs.
Vermindering der hoeveelheid zal meestal gepaard gaan met
vermindering van schuld of toeneming van een andere
bezitting.
Het zuiver vermogen verandert daardoor niet. Als de vermindering
der hoeveelheid van de bezitting op zich zelf staat,
is het gevolg weer vermindering van het zuiver vermogen,
Dahng van den prijs heeft vermindering van zuiver vermogen
tengevolge.
C. Een schuld neemt in waarde toe:
1". door vermeerdering der hoeveelheid ;
2". door staging van den prijs.
•Vermeerdering der hoeveelheid gaat meestal gepaard met
vermeerdering van bezit of vermindering eener andereschuld.
Het zuiver vermogen blijft dan zoo groot als het was.
Staat de vermeerdering der hoeveelheid op zich zelf, dan
is vermindering van het zuiver vermogen het gevolg.
Een schuld kan uitgedrukt zijn in vreemd geld. Stijgt
de prijs van het vreemde geld, dan stijgt de waarde van
de schuld en vermindert het zuiver vermogen.
D. Een scliuld neemt in waarde af:
30
1". Door vermindering der hoeveelheid;
2". Door daling van den prijs.
Redeneering overeenkomstig als in geval C.
Het zuiver vermogen van den turfhandelaar M. van
Kempen bedroeg 1 April ƒ 3000. Door welke oorzaken is
het in den loop van de maand April grooter of kleiner
geworden ?
I". De koopman kocht 1 April voor ƒ 12,50 het recht,
om gedurende de maand April gebruik te maken van een
pakhuis.
Een bezitting geld werd verwisseld tegen eene andere
bezitting, het zooevengenoemde recht. Het zuiver vermogen
veranderde daardoor niet in grootte op 1 April. Het recht
verminderde echter eiken dag in waarde.
Evenveel verminderde daardoor eiken dag het zuiver
vermogen.
Op 80 April bestond voor den koopman het recht niet
meer. De waarde was met ƒ 12.50 verminderd en het
zuiver vermogen was dus evenveel kleiner geworden.
2". De koopman kocht 1 April kantoorbehoeften voor
ƒ 15. — . Een bezitting geld werd verwisseld tegen een
gelijkwaardige bezitting kantoorbehoeften.
Het zuiver vermogen bleef zoo groot als het was. Door
het gebruik verminderde de waarde van die kantoorbehoeften
en daardoor ook de grootte van het zuiver vermogen.
Op 30 April waren de resteerende kantoorbehoeften nog
ƒ5.— waard. Het zuiver vermogen was dus met ƒ 10.—
verminderd door de waardevermindering der bezitting
kantoorbehoeften.
3". De koopman kocht op verschillende tijdstippen lange
en korte turf.
Daardoor ontstonden voor hem bezittingen en schulden^
31
die in waarde tegenelkaar op wogen. Het zuiver vermogen
veranderde daardoor niet in grootte.
Een gedeelte van de turven werd verkocht. Daarvoor
kwamen in de plaats gelijkwaardige bezittingen geld of
vorderingen.
Het zuiver vermogen bleef zoo groot als het was.
Bij den verkoop bleek, dat de prijs der turven was gestegen
en dus de waarde der verkochte turven grooter was
dan bij den inkoop.
Tegenover die waardevermeerdering stond geen waardevermeerdering
der schuld noch waardevermindering eener
andere bezitting.
Het zuiver vermogen was daardoor grooter geworden.
De koopman heeft verkocht:
5 April
11 „
15 „
18 „
25 „
29 „
6.000
10.000
8.000
6.000
6.000
5.000
41.000
Hiervan
stuks
»
))
»
»
jj
was
lange
w
))
»
IJ
»
turf
!)
n
n
V
»
voor
Tl
>;
»
II
II
de inkoopsprijs
ƒ 21.-
I, 4 0 . -
II 2 8 . -
I, 2 4 . -
„ 24.-
„ 17.50
/ 154.50
,1 8 2 . -
Waardevermeerdering ƒ 72.50
De verkochte lange turf was dus met / 72.50 in waarde
gestegen.
Het zuiver vermogen was daardoor ƒ 72.50 grooter geworden.
De koopman heeft verkocht:
32
8 April
9 „
10 „
23 „
27 „
7.000 stuks korte
9.000 „
8.000 „
5.000 „
7.000 „
36.000 „
w
)!
n
turf
)!
»
W
Inkoopsprijs
/
»
>;
))
w
/
!)
35.-
40.50
40.-
22.50
31.50
169.50
126.-
Waardevermeerdering / 43.50
Het zuiver vermogen was ƒ 43.50 grooter geworden door
de waardevermeerdering der bezitting korte turf.
4". Enkele schulden werden betaald.
Tegenover vermindering van schuld stond vermindering
van een gelijkwaardige bezitting geld.
Geen vermeerdering of vermindering van zuiver vermogen
dus.
De schulden waren niet in prijs gestegen of gedaald, dus
ook hierdoor- geen verandering in de grootte van het zuiver
vermogen.
5". Enkele vorderingen werden geïnd. Hierdoor had geen
vergrooting of verkleining van het zuiver vermogen plaats.
Redeneering overeenkomstig 4.
6". De koopman heeft gedurende de maand April de
diensten van een bediende gekocht voor / 26. — . Die diensten
had hij noodig.
De waarde dezer diensten woog op tegen de waarde
der bezitting geld, waartegen ze geruild werden.
Op 30 April waren de diensten bewezen. De koopman had
toen geen recht meer op de arbeidskracht van den bediende.
De waarde der in April bewezen diensten was verminderd
tot ƒ 0.
Het zuiver vermogen was daardoor ƒ 26. - kleiner geworden
7*'. De koopman heeft materialen gekocht voor ƒ 40. — .
Hierdoor veranderde de grootte van het zuiver vermogen niet.
Op 30 April was de waarde dier materialen naar schatting
gedaald tot ƒ 38. — .
33
Hierdoor is het zuiver vermogen /2.— kleiner geworden.
8". De koopman heeft in den loop van April / 125 van
het geld afgenomen zonder er een andere bezitting voor in
de plaats te stellen. Dat geld heeft hij voor zich en zijn
gezin verbruikt. Het zuiver vermogen is daardoor ƒ 125
kleiner geworden.
Resumeerende komt men tot de volgende berekening:
Zuiver vermogen 1 April / 8000.—
Vermeerdering:
Waardevermeerdering lange turf . . ƒ 72.50
„ korte „ . . „ 48.50 „ 116.-
ƒ 3116.-
Vermindering :
Waardevermindering recht ophetpakhuis/12.50
„ schrijfbehoeften . „ 10.—
„ diensten bediende „ 26. —
„ materialen . . . „ 2.—
. ƒ 50.50
Vermindering:
Kosten der huishouding / 125.— / 175.50
Zuiver vermogen 80 April ƒ 2940.50
Vermeerdering door den handel . . . / 116.—
Vermindering „ „ „ . . . „ 50.50
Zuivere winst / 65.50
Vermindering niet door den handel . . „ 125. -
Totale Vermindering / 59.50
De grootte van het zuiver vermogen kan dus op een
bepaald tijdstip op 2 manieren berekend worden:
1". door het opmaken van een balans;
2". door te berekenen met hoeveel het door verschillende
oorzaken is toe- of afgenomen. Beide manieren controleeren
elkaar.
De tweede manier heeft dit voordeel boven de eerste,
34
dat de koopman de oorzaken van de veranderingen in de
grootte van zijn zuiver vermogen leert kennen.
Op bladz. 30-33 is aangegeven, hoe men met behulp van
het dagboek en de' balans kan vinden, hoeveel het zuiver
vermogen door de verschillende oorzaken is vermeerderd of
verminderd.
In een zaak van eenigen omvang is dit een tijdroovend
werk.
Men doet dit in de praktijk op een eenvoudiger wijze.
Men legt voor de waarden van alle vermogensbestand-deelen
en voor de grootte van het zuiver vermogen staten
of rekeningen aan, waarop de veranderingen in beide worden
aangeteekend. Deze rekeningen worden in scontro-vorm
gehouden.
Het boek, dat deze rekeningen bevat, heet Grootboek.
Het debiteeren en crediteeren dier rekeningen geschiedt
volgens bepaalde regels 0. Deze zijn :
I". Een rekening van bezit wordt gedebiteerd voor de waarde, waarmede
die bezitting vermeerdert.
2". Een rekening van bezit wordt gecrediteerd voor de waarde, waarmede
die bezitting vermindert.
3°. Een rekening van schuld wordt gecrediteerd voor de waarde, waarmede
die schuld vermeerdert.
4". Een rekening van schuld wordt gedebiteerd voor de waarde, waarmede
die schuld vermindert.
5". Een rekening van het zuiver vermogen wordt gecrediteerd voor
het bedrag, waarmede het vermeerdert.
6». Een rekening van het zuiver vermogen wordt gedebiteerd voor het
bedrag, waarmede het vermindert.
We zullen nu uit het memoriaal van M. van Kempen
het grootboek samenstellen.
,, „ , debiteeren , . , ^ , , , ,
') Onder -rr: van een rekening verstaat men het boeken
crediteeren
u j j debet ... , .
van een bedrag op de —- zijde eener rekening.
CrGQlt
35
Bespreking van het memoriaal van IVI. v. Kempen.
(Zie hladz. 8).
Post I. De bezitting geld vermeerdert met / 3000. (De
waarde was ƒ 0). De rekening Kas wordt gedebiteerd voor
/ 3000.
Het zuiver vermogen vermeerdert met ƒ 3000. (Het was
ƒ 0). De rekening Zuiver Vermogen wordt gecrediteerd
voor / 3000.
Post 2, 3, 9, 16, 22, 29, 31.
Om de zaak in turf te kunnen drijven, lieeft de koopman
noodig het gebruik van een pakhuis, kantoorbehoeften en
de diensten van een bediende.
Daarvoor geeft hij op verschillende data geld uit. De
rekening Kas moet daarvoor gecrediteerd worden.
De rekening, waarop hij de bezittingen boekt, die hij voor
dit geld koopt, heet Onl(osten.
Deze rekening moet voor de verschillende bedragen gedebiteerd
worden.
Het zuiver vermogen neemt bij den koop van die bezittingen
niet af.
De koopman zal toch willens en wetens geen geld geven
voor dingen, die hij zonder waarde acht.
Na het gebruik zijn deze bezittingen echter in waarde
verminderd.
Dan zou de koopman de rekening van die bezittingen
moeten crediteeren • voor de waardevermindering en de
rekening van het Zuiver Vermogen er voor debiteeren.
Hij doet dit echter niet, voordat hij de grootte van zijn
zuiver vermogen opnieuw wil kennen, dus op het einde
van de boekingsperiode, hier 30 April.
Post 4, 5, 13, 18. Deze posten vermelden het koopen van
lange en korte turf.
De bezittingen lange en korte turf nemen in waarde toe.
Tevens nemen de schulden in gelijke waarde toe. De reke-
36
ningen Lange Turf en Korte Turf moeten gedebiteerd, de
rekening Crediteuren gecrediteerd worden. Het zuiver vermogen
verandert niet.
Post 6. Er komt een bezitting handkarren bij, de bezitting
geld vermindert met gelijke waarde. De rekening Materialen
moet gedebiteerd, de rekening Kas gecrediteerd worden.
Het zuiver vermogen verandert niet.
De waarde van die handkarren zal door het gebruik minder
worden. Evenveel zal het zuiver vermogen minder worden.
Op het einde der boekingsperiode, dus 30 April wordt die
waardevermindering geconstateerd en aangeteekend op de
rekening van die handkarren aan den creditkant en op de
rekening van het zuiver vermogen aan den debetkant.
Post 7, 8, II, 12, 14, 17, 20, 24, 26, 28, 30.
In deze posten wordt melding gemaakt van het verkoopen
van de turven, deels tegen contante betaling, deels op crediet.
Het zuiver vermogen verandert niet.
De rekeningen der turven moeten gecrediteerd, de rekening
Kas of de rekening Debiteuren moet gedebiteerd worden.
Tusschen de tijdstippen van koopen en verkoopen der turven
zijn deze in waarde gestegen, blijkende bij den verkoop.
Op het einde der boekingsperiode wordt met behulp der
rekeningen Lange Turf en Korte Turf berekend, hoe groot
die waardestijging is geweest. Deze wordt geboekt aan den
debetkant dier rekeningen en aan den creditkant van de
rekening Zuiver Vermogen.
Post 10, 21, 27. De bezitting geld vermindert, zonder dat
er een tegenwaarde voor in de plaats treedt.
De rekening Kas moet gecrediteerd worden.
Het zuiver vermogen neemt af. De rekening Zuiver Vermogen
moet gedebiteerd worden. Men kan daarmede niet
wachten, tot het einde der boekingsperiode, want dan zou
men het dagboek weder moeten gebruiken, om de vermindering
van het zuiver vermogen te kunnen boeken.
Het is juist de bedoehng, om de veranderingen in het
37
zuiver vermogen zonder het dagboek te vinden maar met
behulp van het grootboek.
Post 15, 25. Twee vorderingen zijn geïnd. De rekening
Kas moet gedebiteerd, de rekening dier vorderingen (de
rekening Debiteuren) gecrediteerd worden.
Het zuiver vermogen verandert niet.
Die geïnde vorderingen zijn niet in waarde veranderd,
evenmin de nog resteerende vorderingen, dus 30 April is ook
geen aanteekening op de rekening van het zuiver vermogen te
maken. Mochten die geïnde vorderingen of de nog resteerende
vorderingen in waarde.zijn veranderd, dan zou daarvan op
30 April èn op de rekeningen dier vorderingen èn op de
rekening van het zuiver vermogen iets geboekt moeten worden.
Post 19, 23. Twee schulden zijn betaald. De rekening
dier schulden (de rekening Crediteuren) moet gedebiteerd,
de rekening Kas gecrediteerd worden.
Het zuiver vermogen verandert niet.
Mochten die betaalde schulden of de nog resteerende schulden
in waarde zijn veranderd, dan zou daarvan op 30 April
aanteekening gemaakt moeten worden.
De rekeningen zien er op 30 April als volgt uit:
Fol. 1. Fol. 1.
Debet. Kas. Kas. Credit.
1911
April
»
>i
j}
}}
) j
j ï
}}
) j
1
5
9
13
15
23
24
27
29
Ontvangen . .
) j
»
»
tj
»
}}
n
1)
/sooo
„ 21
„ 40
„ 35
„ 28
, 22
„ 4u
„ 31
» 17
50
—
50
50
50
1911
April
«
n
n
>}
}J
})
}}
»
n
n
}}
}}
1
1
4
6
8
13
17
19
20
22
26
27
30
Betaald . . .
;;
w
H
«
j j
j j
j ;
11
11
H
11
n
f
n
H
n
}}
»
tt
M
y
))
n
}f
}}
12
15
40
6
50
6
70
50
6
140
25
6
2
50
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
38
Fol. 2.
Debet. Zuiver Vermogen.
Fol. 2.
Zuiver Vermogen. Credit.
1911
April
JJ
8
19
26
Huishouding. .
H
JJ
f
J)
50
50
25
-
1911
April
JJ
JJ
1 Beginvermogen /•3000
Fol. 3.
Debet. Onkosten.
Fol.B.
Onltosten. Credit.
1 Pakhuishuur
1 Kant.behoeften
6 Weekl. knecht
18
20
27
30
Fol. 4.
Debet. Lange turf.
f
,,
12
15
6
ö
6
6
''
50
—
—
_
—
—
—
]
Fol. 4.
Lange turf. Credit.
Gekocht voor f
n
70
60
__
1911
April
»
»
JJ
j)
5
12
15
18
25
29'
iOcV
JJ
JJ
JJ
it voor .
JJ
j )
JJ
JJ
f
j)
JJ
j )
!
21
40'
28
24
24
IV
Fol.
Debet. Crediteuren.
Fol. 5.
Crediteuren. Credit.
I
Betaald. f 70
„ 140
—
—
1911
April
JJ
2!
3|
11
ie!
1
Fol. 6.
Debet. Korte turf
Gekocht voor
Fol. 6.
Korte turf Credit.
f
JJ
70
140
210
60
1911
April
JJ
3
11
Gekocht voor .
JJ JJ
/ 140
„ 210
—
—
1911
Apri
JJ
JJ
JJ
6
9
10
23
27
Verkocht voor .
JJ ji
JJ JJ
JJ JJ
JJ JJ
f
n
JJ
JJ
35
40
40
22
31
—
50
—
50
50
39
Fol. 7.
Debet. Materialen.
Fol. 7.
Materialen. Credit.
1911
April 4 Gekocht 2 hand-karren
. . . f 40
Fol. 8.
Debet. Debiteuren.
Fol. 8.
Debiteuren. Credit.
1911
April 6l Verkocht voor
12] „ „
18
25
35
40
40
24
24
1911
April Ontvangen f 35
« 40
Werkzaamheden op 30 April.
De koopman maakt den inventaris en de balans op. Dit
doet hij op dezelfde wijze als bij het enkel-boekhouden.
We veronderstellen, dat hij, behalve het grootboek ook
nog, evenals bij het enkel-boekhouden, een boek heeft,
waarin hij rekeningen aangelegd heeft voor de hoeveelheden
der bezittingen en schulden, om de op 30 April aanwezige
vermogensbestanddeelen te kunnen controleeren met die
rekeningen.
Het zuiver vermogen op 30 April is volgens de balans
/ 2940,50.
G-aan we nu na, op welke wijze de koopman met behulp
van het grootboek nog op een andere manier tot de grootte
van het zuiver vermogen kan komen.
Voor dat doel stelt hij den volgenden staat samen uit
het grootboek:
40
Proef- en Saldibalans op 30 April.
folio's Rekeningen.
Tellingen.
Debet. Credit.
Saldi.
Debet. Credit.
Kas
Zuiver vermogen
Onkosten . . .
Lange turf. . .
Crediteuren . .
Korte turf . . .
Materialen . . .
Debiteuren. . .
/3236
„ 125
„ 53
„ 130
„ 210
„ 350
„ 40
„ 163
ƒ 4307
50
/ 428
„ 3000
„ 154
» 480
50
50
169:50
75
f 2807
„ 53
180
40
50 /•4307 50 ƒ3169
ƒ2875
„ 24
„ 270
/•3169
50
50-
Deze staat bevat 6 kolommen. In de eerste kolom staan
de folionummers van het grootboek, in de tweede kolom
de namen van de rekeningen.
De derde kolom bevat de totaalbedragen van de debet-kanten
der rekeningen en de vierde kolom de totaalbedragen
der creditzijden. In de vijfde en zesde kolom staan de saldi
der rekeningen
Men ziet, dat de sommen -der bedragen van de 3e en
4de kolom aan elkaar gelijk zijn, evenzoo de sommen der
bedragen van de 5de en 6de kolom.
Dat dit bij een juiste boeking zoo moet zijn, is een
gevolg van de regels voor het debiteeren en crediteeren
der rekeningen.
De handelingen in een memoriaal vermeld zijn de volgende:
a. het beginnen van de zaak met een zeker zuiver
vermogen.
De waarden der bezittingen worden aan de debetkanten
van de rekeningen dier bezittingen geboekt, de waarden der
schulden aan de creditkanten van de rekeningen dier schulden
en het zuiver vermogen aan den creditkant der rekening
hiervan.
Nu is B = S + K, dus links komt in het grootboek
evenveel als rechts.
b. Het koopen van bezittingen.
De waarde der gekochte bezitting komt aan den debet-kant
der rekening van die bezitting.
De waarde der bezitting geld, die er voor gegeven wordt,
komt rechts van de rekening kas.
Wordt de gekochte bezitting niet betaald, dan komt de
waarde der ontstane schuld rechts op de rekening dier schuld,
In beide gevallen komt evenveel links als rechts van het
grootboek.
c. het verkoopen van bezittingen.
d. het betalen van schuld.
e. het innen van vorderingen.
f. het onttrekken van bezittingen of schulden aan de zaak.
g. het brengen „ „ „ „ in de „ .
(dit geval komt overeen met a).
Het zal den lezer niet moeiliik vallen in te zien, dat ook
in de gevallen c —g evenveel aan de debetzijden van een
of meer rekeningen als aan de creditzijden van een of meer
rekeningen wordt geboekt.
Men drukt dit uit door te zeggen, dat het evenwicht in
het grootboek steeds bewaard blijft.
Om te onderzoeken of dit evenwicht op een zeker oogen-blik
bestaat, stelt men uit het grootboek een zoogenaamde
proefbaians samen. (Proef, om te zien of het grootboek in
balans, in evenwicht is).
Van den staat op blz. 40 vormen de 3e en 4e kolom de
proefbaians.
Uit de proefbaians vervaardigt men de saldibalans, die
in de 5e en 6e kolom voorkomt van den staat op bladz. 40.
Dat de sommen der bedragen in de 5e en 6e kolom aan
elkaar gelijk moeten zijn, is gemakkelijk in te zien.
Men heeft toch die bedragen gevonden door van het debet-en
het creditbedrag van iedere rekening evenveel af te
trekken en wel zooveel, dat er aan den kant, waar het
kleinste bedrag stond, niets overblijft.
De proefbaians vervaardigt men, om te zien of er even-
42
wicht in het grootboek is, de saldibalans, om met behulp
van de balans de veranderingen in de grootte van het
zuiver vermogen te bepalen.
Rekening Kas.
De rekening Kas is gedebiteerd voor de waarde van het
geld, dat in de zaak is gekomen en gecrediteerd voor de
waarde van het geld, dat uitgegeven Is.
Het geld, dat uitgegeven werd, had bij de uitgifte
dezelfde waarde als bij de ontvangst.
Het debetsaldo van de rekening Kas zal dus moeten
aangeven de waarde van het resteerende geld.
Toch bestaat de mogelijkheid, dat dit niet zoo is.
Blijkt bij het aanwezige geld b.v. een valsch bankbiljet
of een valsch geldstuk te zijn, dan zal de waarde van het
aanwezige geld niet overeenkomen met het debetsaldo
der rekening.
Ook is het mogelijk, dat er meer of minder geld is,
doordat men zich bij het ontvangen of betalen vergist heeft.
In beide gevallen zal men de waardeverandering moeten
boeken.
De rekening Kas zal gecrediteerd moeten worden bij
waardevermindering en gedebiteerd bij waardevermeerdering.
Daartegenover zal de rekening Zuiver Vermogen gedebiteerd
of gecrediteerd moeten worden.
Rekening Onkosten.
De rekening heeft een debetsaldo van / 53,50. Dit stelt
de waarde voor, die betaald is geworden voor de kantoor-behoeften
en voor de diensten, die anderen den koopman
hebben bewezen.
De waarde van de resteerende bezitting, waarvoor deze
rekening is gebezigd, is volgens de balans ƒ 5. — .
Hier valt dus een waardevermindering te constateeren
van / 48.50.
43
Volgens de boekingsregels moet de rekening Onkosten
gecrediteerd en de rekening Zuiver Vermogen gedebiteerd
worden, ieder voor ƒ 48.50.
Rekening Lange Turf.
De lange turven zijn tegen een hoogeren prijs verkocht
dan ingekocht.
De waarde van de hoeveelheden, die verkocht zijn, is
gestegen, blijkende bij den verkoop.
Had men de rekening Lange Turf gedebiteerd voor die
waardestijging, onmiddellijk, toen deze bleek, dan zou het
debetsaldo der rekening moeten aangeven de waarde van
het restant.
Het restant is volgens de balans ƒ 48 waard. De rekening
Lange Turf heeft een creditsaldo van / 24.50.
Zal de rekening Lange Turf op 30 April weer de juiste
waarde van de aanwezige bezitting aangeven, dan zal ze
gedebiteerd moeten worden voor / 72.50.
Deze ƒ 72.50 is dus de waardevermeerdering. Het zuiver
vermogen is daardoor ƒ 72.50 grooter geworden. Men zal
de rekening Lange Turf voor / 72.50 moeten debiteeren en
de rekening Zuiver Vermogen daarvoor crediteeren.
Rekening Crediteuren.
De rekening is gecrediteerd voor de waarde, waarmede
de schuld is toegenomen en gedebiteerd voor de waarde,
waarmede ze is afgenomen.
Daar bij betahng de schuld dezelfde waarde had als bij
het ontstaan, zal het creditsaldo dezer rekening de waarde
van de resteerende schuld moeten aangeven, hetgeen werkelijk
ook zoo is.
Zoo bij betaling van een schuld deze in waarde was
veranderd, hetwelk bij een schuld in vreemd geld kan voorkomen,
dan zou het creditsaldo der rekening niet gelijk zijn
aan het bedrag, dat op de balans voorkomt.
a
Dan zou er dus èn een boeking op deze rekening èn een
boeking op de rekening Zuiver Vermogen moeten plaats
hebben.
Rekening Korte Turf.
Waardevermeerdering ƒ 43.50. Redeneering als bij Lange
Turf.
De rekening Zuiver Vermogen moet voor dit bedrag
gecrediteerd en de rekening Korte Turf er voor gedebiteerd
worden.
Rekening Materialen.
Waardevermindering ƒ 2. Redeneering als bij Onkosten.
Boeking: Rekening Materialen Credit voor ƒ 2. Rekening
Zuiver Vermogen Debet voor / 2.
Rekening Debiteuren.
Geen waardeverandering. Redeneering als bij Crediteuren.
Op de rekeningen in het Grootboek worden dus de waarden
der vermogensbestanddeelen en het zuiver vermogen geadministreerd.
De waardeveranderingen in de vermogensbestanddeelen,
waardoor het zuiver vermogen verandert, worden eerst
aangeteekend op het oogenblik, dat men de juiste grootte
van het zuiver vermogen weer wil kennen.
Alleen als het zuiver vermogen verandert, doordat er
vermogensbestanddeelen aan de zaak onttrokken worden of
in de zaak worden gegeven, wordt deze verandering onmiddellijk
aangeteekend, omdat men anders het dagboek weder te
hulp zou moeten roepen bij de vaststelling van de grootte van
het zuiver vermogen in het grootboek.
We kunnen de rekeningen in het grootboek ook dienstbaar
maken aan het administreeren der hoeveelheden van de
vermogensbestanddeelen. Daarvoor behoeven we dan niet
zooals in het enkel-boekhouden afzonderlijke rekeningen
aan te leggen.
45
Hieronder volgen nu de rekeningen van het Grootboek,
zooals ze na de bijboeking van de waardeverandering er
uitzien op 30 April, terwijl tevens de hoeveelheden er op
zijn verantwoord.
Bovendien zijn de rekeningen afgesloten en heropend.
Fol. 1.
Debet. Kas.
Fol. 1.
Kas. Credit.
1911
April
«
w
tt
»
1911
Mei
1
5
9
13
15
23
24
27
29
1
Ontvangen ,
Saldo ,
/•3000 —
„ 2 1 -
„ 4050
„ 3 5 -
„ 2 8 -
„ 22 50
„ 4 0 -
„ 3150
„ 17 50
/ ' 3 2 3 6 -
/•2807 §5
1911
April
»
n
n
)}
IJ
»
1
1
4
6
8
13
17
19
20
22
26
27
30
30
1
Betaald . . . .
i)
I)
M
n
Saldo .
' 12 50
1 5 -
4 o : -
6 i -
Ö0|-
6 ; -
7 o : -
5 0 ' -
6 , -
140!-
2 5 -
6 -
2 -
2807 50
/•3236
Fol. 2.
Debet. Zuiver Vermogen.
Fol. 2.
Zuiver Vermogen. Credit.
1911
April
n
})
H
M
»
8
19
26
30
30
30
Huishouding . .
»
Onkosten . . .
Materialen . . .
Saldo
f 50
„ 50
„ 25
: 1
„ 2940
/•3116
50
50
-
1911
April
n
H
1911
Mei
1
30
30
1
Beginvermogen .
Lange Turf. , .
Korte Turf. . .
Saldo
f 3000
„ 72
„ 43
fSUQ
/•2940
50
50
-
50
Fol. 3.
Debet. Onkosten.
m '
Fol. 3.
Onkosten. Credit.
1911
April
»
f}
}}
1911
Mei
1
1
6
13
20
27
30
1
pakhuishuur . .
kantoorbehoeften
weekloon knecht
Saldo.
f
}}
»
}}
n
)i
f
f
12
15
6
6
e 6
2
53
5
50
—
—
—
—
—
—
50
I
1911
April 30
n
verlies
Saldo.
f 48
f 53
50
50
Fol. 4.
Debet. Lange Turf.
Fol. 4.
Lange Turf. Credit.
1911
April
1911
Mei
2
16
30
1
Gekocht .
Winst . .
/
/
'
Saldo . .
stuks
35000
30000
65000
stuks
24000
f
f
f
70
60
72
202
48
—
—
50
50
~
-
1911
April
H
H
5
12
15
18
25
29
30
Verkocht
"
Saldo . .
stuks
6000
10000
8000
6000
6000
5000
24000
65000
f
})
»
»
f
21
40
28
24
24
17
48
202
—
—
—
I
50
—
50
Fol. 5.
Debet. Crediteuren.
Fol. 5.
Crediteuren. Credit.
1911
April B. van Halen,
Gorredtjk .
G. Breet,
Zwartsluis .
Saldo. . . .
/ •
ff
f
Vü
140
270
480
—
-
1911
April
1911
Mei
2
3
11
16
1
B. van Halen,
Gorredijk
G. Breet,
Zwaï tsluis .
G. Breet,
Zwartsluis .
B. van Halen,
Gorredgk .
Saldo. . . .
G. Breet,
Zwartsluis .
B. van Halen,
Gorredyk .
f 70
„ 140
„ 210
„ 60
f 480
f 210
„ 60
47
Fol. 6.
Debet. Korte Turf.
Fol. 6.
Korte Turf. Credit.
1911
April
tJ
1911
Mei
3
11
30
1
Gekocht .
»
Winst . .
/
/
Saldo . .
stuks
40000 ƒ 140
60000
100000
stuks
64000
„ 210
„ 43
f 393
f 224
—
—
50
50
—
1911
April
;;
6
9
10
23
27
30
Verkocht,
Saldo . .
sfuks
7000
9000
8000
5000
7000
64000
100000
f 35
n 40
„ 40
n 22
-, 31
„ 224
f 393
—
50
—
50
50
—
50
Fol. 7.
Debet. Materialen.
Fol. 7.
Materialen. Credit.
1911
April
1911
Mei
4
1
Gekocht 2 hand-karren
. . .
Saldo: 2 handkarren
f 40
f 40
f 38
—
-
1911
April 30 Verlies
Saldo .
f 2
„ 38
f 40
Fol. 8. •
Debet. Debiteuren.
Fol. 8.
Debiteuren. Credit.
1911
April
jj
1911
Mei
6
10
12
18
25
1
J. de Groot, alhier V'/" 35
G. V. Haarlem, „ V „ 40
H. V. Kooten, „ „ 40!
J. de Groot, „ „ 24
G. V. Haarlem, „ „ 24
f 163
Saldo: . . .
H. V. Kooten, alhier ƒ 40
J. de Groot, „ |„ 24
G.V.Haarlem, „ |„ 24
1911
April J. de Groot, alhier
G.V.Haarlem, „
Saldo. . . . .
f 35
„ 40
f 163
De in de voorgaande bladzijden behandelde methode van
boekhouden heet DUBBEL-BOEKHOUDEN.
We zien, dat hierbij de volgende boeken worden gebruikt:
48
i«. INVENTARIS en BALANSBOEK;
2". MEMORIAAL;
3«. GROOTBOEK.
Het inventaris- en balansboek, en het memoriaal verrichten
denzelfden dienst als bij het enkel-boekhouden.
Het grootboek kent het enkel-boekhouden niet.
Zooals we gezien hebben, wordt daarin aanteekening
gehouden van de waardeverandering der vermogensbestand-deelen
en van de verandering in de grootte van het zuiver
vermogen.
Nadat die veranderingen alle op de desbetreffende rekeningen
zijn geboekt, geven de saldo's der rekeningen van
de vermogensbestanddeelen de waarden aan, die op de balans
voorkomen, terwijl het saldo van de rekening Zuiver Vermogen
hetzelfde bedrag aanwijst, dat op de balans voorkomt.
Door het grootboek komen we dus op een andere manier,
dan door de balans, tot de vaststelling van de grootte van
het zuiver vermogen en bovendien leert het ons kennen,
door welke oorzaken het zuiver vermogen is veranderd.
Het enkel-boekhouden leert ons de grootte van het zuiver
vermogen op een zeker tijdstip op één manier kennen (door
de balans), het dubbel-boekhouden op twee manieren (door
de balans en door het grootboek).
Nu kan men de grootte van het zuiver vermogen wel op
de 2de manier zonder het grootboek leeren kennen, zooals op
bladz. 33 is aangegeven, maar deze wijze van boekhouden is te
beschouwen als een onvolkomen vorm van dubbel-boekhouden.
Het enkel-boekhouden heeft ook nog een of meer boeken,
waarin de hoeveelheden van die vermogensbestanddeelen
worden geadministeerd, waarvan het voor de controle noodig is.
Het dubbel-boekhouden heeft die boeken niet noodig, omdat
het grootboek daarvoor dienstbaar wordt gemaakt. ^)
') In dit boeli is geen plaats voor de bespreking van de zoogenaamde
btj- of contróleboeken, noodig hij de toepassing van de maandelijksche
methode.
49
Splitsing van de rel<ening van het Zuiver Vermogen.
De oorzaken, waardoor het zuiver vermogen verandert,
zijn tweeërlei.
Het zuiver vermogen verandert in de eerste plaats door
den handel en in de tweede plaats door oorzaken buiten
den handel, b.v. door het uit de zaak nemen van bezittingen,
meestal geld, voor het onderhoud van den koopman
en zijn gezin, door het in de zaak storten van gelden, enz.
Vandaar dat men in plaats van één rekening over het
zuiver vermogen er meestal drie houdt, n.l.:
I". de rekening Zuiver Vermogen, waarop bij den aanvang
van de boekingsperiode het beginverraogen geplaatst
wordt;
2". de rekening Verlies en Winst, waarop aan het einde
der boekingsperiode de vermogensveranderingen door den
handel geboekt worden ;
3". de rekening Privé, waarop de andere vermogensveranderingen
geboekt worden. Deze rekening wordt geopend,
zoodra deze vermogensveranderingen voorkomen.
De rekening Zuiver Vermogen van de handelszaak van
M. van Kempen wordt dan in de volgende drie rekeningen
gesplitst:
Debet. Zuiver Vermogen. Credit.
1911
April 1 Beginvermogen . f 3000 -
Debet. Verlies en Winst. Credit.
1911
April
j j
30
n
Onkosten . . .
Materialen . . .
f
W
48
2
50
1911
April
n
30
J)
Lange Turf . .
Korte Turf. . .
f
)1
72
43
50
50
4
Debet.
50
Privé. Credit.
1911
April
}}
n
8
19
26
Huishouding . .
;)
n
f 50
„ 50
„ 25
—
—
De boekingen op de rekeningen Verlies en Winst en
Privé geschieden volgens dezelfde regels als voor de rekening
Zuiver Vervfiogen is vastgesteld.
Deze rekeningen vormen met de rekening Zuiver Vermogen
als het ware ééne rekening.
We zullen later zien, dat voor de administratie van de
waarde van een vermogensbestanddeel ook weleens meer
dan één rekening gebruikt wordt.
Men moet die rekeningen dan altijd als ééne rekening
beschouwen.
Het zuiver vermogen op 30 April is uit deze drie rekeningen
op te maken.
Het is / 3000 (creditsaldo der rekening Zuiver Vermogen)
+ ƒ 65.50 (creditsaldo der rekening Verlies en Winst) —
f 125.— (debetsaldo der rekening Pnw') = ƒ 2940.50.
Als op 1 Mei de zaak wordt voortgezet, wordt de rekening
Zuiver Vermogen begonnen met ƒ 2940.50.
Vandaar dat men op 30 April de saldi der rekeningen
Verlies en Winst en Privé op de rekening Zuiver Vermogen
overbrengt.
Deze rekening wordt dan gecrediteerd voor ƒ 65.50 zuivere
winst en gedebiteerd voor het debetsaldo der rekening
Privé f 125.
Om het evenwicht in het grootboek te behouden, wordt
de rekening Verlies en Winst dan gedebiteerd voor haar
creditsaldo en de rekening Privé gecrediteerd voor haar
debetsaldo.
Aldus:
51
Debet
1911
April 30
Zuiver
Privé . . . . .
Saldo
f 125
„ 29J0
f 3065
Vermog
50
50
1911
April
»
Mei
en
1
30
1
C
Begin vermogen .
Zuivere veinst .
Saldo
Credit.
/sooo
„ 65
/•3065
/•2940
50
5_9
50
Debet. Verlies en Winst. Credit.
1911
April 30 Onljosten . . .
Materialen . . .
Saldo naar Z. V.
f
»
f
48
9
65
116
50
50
1911
April 30 Lange Turf
Korte
72
43
50
50
f 116
Debet. Privé. Credit.
1911
April S! Huishouding .
19
20
1911 i
April l3o! Saldo naar Z. V. f 125
f 125
Het debiteeren van de rekening Verlies en Winst en het
crediteeren der rekening Privé' geschiedt volgens onder-staanden
regel:
Ais een rekening al of niet opzettelijk voor een of meer bedragen is
gedebiteerd of gecrediteerd, waarvoor een andere rekening gedebiteerd
of gecrediteerd had moeten worden, wordt zij op het tijdstip, d^t de
juiste rekening voor het saldo dier bedragen gedebiteerd ofgecrediteerd
wordt, daarvoor gecrediteerd of gedebiteerd.
52
Journaal.
In de praktijk wordt het Grootboek niet direct uit het
Memoriaal samengesteld. Tusschen beide boeken dient als
brug een derde boek, het zoogenaamde Journaal.
Daarin wordt aangegeven :
I**. welke rekeningen er naar aanleiding van iederen memo-riaalpost
moeten gedebiteerd of gecrediteerd worden.
2". voor welke bedragen die rekeningen gedebiteerd of gecrediteerd
moeten worden.
3". wat er op de rekeningen als omschrijving moet gezet
worden.
Voorbeeld.
Memoriaalpost.
Jan. 5. Gekocht van P. van Deventer alhier 40 kisten
thee voor ƒ 1200. Hem betaald ƒ 500.
De rekening Thee moet gedebiteerd worden voor ƒ 1200,
de rekening Kas gecrediteerd voor ƒ 500 en de rekening
Crediteuren gecrediteerd voor / 700.
In het journaal drukt men dit aldus uit:
Amsterdam, 5 Jan. 1912.
Thee.
gekocht 40 kisten . . .
Aan Kas.
bct.iiiKi . . . . . .
Aan Crediteuren.
P. vat) Deventer, alhier
ƒ1200
f 500
„ 700
De namen van de rekeningen worden met middelsoort
schrift geschreven.
Onder die namen komen dezelfde omschrijvingen, die in
het grootboek op de rekeningen komen. Eerst worden de
rekeningen genoemd, die gedebiteerd moeten worden.
Daarna komen de rekeningen, die gecrediteerd moeten
worden, voorafgegaan door het woord Aan. Dit woord is
53
dus een aanwijzing, dat de rekening, die er achter genoemd
wordt, moet gecrediteerd worden.
In een journaal zijn twee geldkolommen.
In de eerste worden de bedragen geplaatst, die op de
debetzijden der rekeningen komen en in de tweede de bedragen,
die op de creditzijden komen.
Zijn alle rekeningen, die naar aanleiding van een memo-riaalpost
gedebiteerd moeten worden, genoemd, dan zet
men in de kolom, die voor de namen der rekeningen staat,
een horizontaal streepje.
Op drie manieren wordt dus in het journaal aangegeven,
welke rekeningen gedebiteerd en gecrediteerd moeten worden.
In dezelfde kolom, waar het horizontale streepje is geplaatst,
zet men voor de namen der rekeningen het nummer
van het folio in het grootboek, waarop die rekening voorkomt.
Om die nummers gemakkelijk te vinden, heeft men
voor het grootboek een register aangelegd. Dit register kan
in of buiten het grootboek voorkomen.
In de volgende bladzijden komt hiervan een voorbeeld.
Wordt een memoriaalpost op de hierboven beschreven
wijze in het journaal geplaatst, dan is hij veranderd in een
journaalpost. Het veranderen van memoriaalposten in jour-naalposten
heet journaliseeren.
Het grootboek wordt samengesteld uit het journaal.
ledere aanteekening op een rekening in het Orootboek
heet grootboekpost.
Telkens als men een rekening heeft gedebiteerd of gecrediteerd,
zet men in het journaal in de kolom vóór de
kolom met de folionummers een stip of een ander teeken
op denzeltden regel als waarop de rekening staat genoemd,
die gedebiteerd of gecrediteerd is.
In het grootboek heeft men voor iedere geldkolom een
smalle kolom. Hierin wordt, wanneer een bedrag uit het
journaal in het grootboek is overgebracht, het nummer van
de bladzijde geplaatst, waarop dit bedrag in het journaal staat.
54
Telt men alle bedragen in de eerste geldkolom en die
van de tweede geldkolom in het journaal op, dan zullen
beide sommen ten eerste aan elkaar gelijk moeten zijn
(Waarom ?) en ten tweede zullen die sommen gelijk moeten
zijn aan de sommen der tellingen van de proefbalans
("Waarom ?).
Hierachter volgt de volledige boekhouding van een kaas-handel
volgens de dubbele methode van boekhouden.
Inventaris- en Balansboek.
Inventaris op 1 September 1912.
Bezittingen:
Geld: 4 bankbiljetten van f 1000 /•4000
Kas. .
Balans op 1
/•4000
September 1912.
Zuiver Vermogen . /•4000 -
MEhfiORIAAL.
Amsterdam, E September 1912.
Den handel begonnen met contanten
1
Betaald voor post- en plakzegels.
kantooi behoeften • i , ,
Gekocht van J. Vogel te Gouda en heden
per S.S. ontvangen, 50 Goudsche kazen,
227 KG. a /"SO.- per 50 KG. franco in
het pakhuis
3
Uit de l<as genomen voor de hnishou-ding
f
voor mij zelven. i„
i
10
3 0 -
/ 4000 -
50
10; \f
40 -
136
60
20
55
mmmfmu.
Amsterdam, 4 September 1912.
10
11
12
18
14
15
16
Gekocht van M. Tervren te Leiden en
heden per H.LJ.S.M. ontvangen, 40 Leidsche
kazen, 244 KG. a ƒ 72.- per
150 KG., franco in het pakhuis. . . .
5
Betaald de kwitantie van J. Vogel te
Gouda
6
Verkocht aan L. de Haan, alhier:
3 Goudscho kazen 14 KG. a ƒ40.— per
50 KG
5 Leidsohe kazen 30 KG. a ƒ 90. — per
150 KG
6
Betaald aan vyeekloon knecht .
Gekocht van J. Muller te Leiderdorp en
heden per boot ontvangen 50 Leidsche
kazen, 300 KG. a f 72.- per 150 KG.,
franco in het pakhuis
10
Verkocht aan L. van Straten, alhier:
20 Leidsche kazen, 120 KG. a f 92.-
per 150 KG
4 Goudsche kazen, 18 KG. a ƒ 4 0 . - per
50 KG
11
Uit de kas genomen voor de huishouding
12
Gekocht van P. Foest te Stolwyk:
60 Goudsche kazen. 270 KG. a ƒ 30.-
per 50 KG., franco in het pakhuis .
13
Betaald weekloon knecht
(5
Verkocht aan G. de Haas, alhier:
4 Goudsche kazen 19 KG. a /" 4 2 . - per
50 KG
16
Ontvangen van L. de Haan, alhier
17
Betaald de kwitantie van M. Terwen
te Leiden
11
18
73
14
f 117
20
136
29
12
20
f 144
f •
f 50
f 162
f 15
f 29
/ 117
20
96
20
12
56
Amsterdam, 18 September 1912.
17
18
19
20
21
22
23
24
25
27
28
29
80
Uit de kas genomen voor de huishouding
19
Ontvangen van L. van Straten, alhier
20
Betaald weekloon knecht
22
Verkocht aan P. van Zutfen, alliier:
10 Leidsche kazen, 60 Ka. a /" üe.-
per 150 KG. . .
• •• 24
Betaald aan pakhuishuur voor de maand
September
25
Uit de kas genomen voor de huishouding
26
Verkocht aan B. van Gorkum. alhier:
3 Leidsche kazen, 17 KG. a f96.— per
150 KG . . .
27
Betaald weekloon knecht
29
Verkocht aan L. Zaagman, alhier,:
4 Goudsche kazen, 20 KG. a /" 42. — per
50 KG
30-
Betaald aan den knecht op diens verzoek
het weekloon, dat 4 October betaald
moet worden
-30-
Slotposten :
Te debiteeren de rekening Verlies en
Winst voor het verlies aan onkosten. .
30-
Te crediteeren de rekening Verlies en
Winst voor de winsten op:
Goudsche kaas \f 15
Leidsche kaas
-30
Te debiteeren de rekening Zuiver Vermogen
voor het Zuiver Vorlies . . . .
30
Te debiteeren de rekening Zuiver Vermogen
voor het debetsaldo der rekening
Privé
31
f
f
f
f
f
f
50
i40
10
50-
6
16 80
7Ó
47
28
68
32
210
57
JOURNAAL.
Amsterdam, I September 1912.
Kas
ontvangen
Aan Zuiver Vermogen
in den handel gestort
2
Onkosten
post- en plakzegels, kantoorbehoeften.
Aan kas
betaald
/4000
40
Goudsche kaas
gekocht 50 st. 227 KG ;„ 136120
Aan Crediteuren
J. Vogel, Gouda
3
Privé
voor huishouding en mijzelven
Aan kas
betaald
6 0 -
Leidsche kaas
gekocht 40 St. 244 KG.
Aan Crediteuren
M. Terwen, Leiden . .
5
Crediteuren
J. Vogel, Gosda
Aan kas
betaald . . .
117
136
12
20
Debiteuren
L. de Haan, alhier . .
Aan Goudsche kaas
verkocht H st. 14 KG.
Aan Leidsolie kaas
verkocht 5 st. 30 KG.
29 20
/•4000
40
136
60
117
136
„ 11
„ 18
20
12
20
20
Transporteeren / 4618 72 ƒ 4518 72
58
Amsterdam, 6 September 1912.
Transport
Onkosten
vcee kloon knecht
Aan kas
betaald . . . .
Leidsche kaas
gekocht 50 st. 300 KG.
Aan Crediteuren
J. Muller, Leiderdorp .
10
Debiteuren
L. van Straten, alhier.
Aan Leidsche kaas
verkocht 20 st. 120 KG.
Aan Goudsche kaas
verkocht 4 st. 18 KG.
11
Privé
huishouding
Aan kas
betaald . .
12
Goudsche kaas
gekocht 60 st. 270 KG.
Aan Crediteuren
P. Foest, Stolwijk . .
13 -
Onkosten
weekloon knecht
Aan kas
betaald . . . .
15
Debiteuren
G. de Haas, alhier .
Aan Goudsche kaas
verkocht 4 st. 19 KG.
f ibis
6
72
144
50
162
ƒ 4518 72
144
15 96
73
14
50
162
60
40
15 96
Transporteeren . ^4990 681/'4990
59
Amstedam, 16 September 1912.
Transport
Kas
ontvangen . . . .
Aan Debiteuren
L. de Haan, alhier .
17
Crediteuren
M. Terwen, Leiden .
Aan l<as
betaald
18
Privé
huishouding
Aan k»s
betaald . .
19
Kas
ontvangen
Aan Debiteuren
L. van Straten, alhier.
20
Onicosten
vsreekloon knecht
Aan kas
betaald . . . .
22
Debiteuren
P. van Zutfen, alhier .
Aan Leidsclie kaas
verkocht 10 st. 60 KG.
24 -
Onkosten
pakhuishuur September 1912
Aan kas
betaald
25
Privé
huishouding
Aan kas
betaald . .
|/"4990
„ 29
„ 117
„ 50
„ 8S
„ 6
„ 38
„ 10
„ 50
68
20
12
-
-
40
-
-
ƒ4990
„ 29
„ 117
„ 50
„ 88
„ 6
„ 38
» 10
„ 50
Transporteeren /• 5379 401/• 5379 <
60
Amsterdam, 26 September 1912.
Transport . .
Debiteuren
B. van Grorkum, alhier
Aan Leidsche kaas
verkocht 3 st. 17 KG
27
Onkosten
weekloon knecht
Aan kas
betaald . . . .
•• 29
Debiteuren
L. Zaagman, alhier . ,
Aan Goudsche kaas
verkocht 4 st. 20 KG.,
30
Onkosten
loon knecht.
Aan kas
betaald . .
30
Siotposten.
Verlies en Winst . . .
Aan Onkosten . . . .
80 -
„ 10
16
/•5419
76
Goudsche Kaas f 15
Leidsche Kaas \f 31
Aan Verlies en Winst
30
40
80
/•5379 40
10 ?
16 80
/•5419 08
Zuiver Vermogen \f 2S|32
Aan Verlies en Winst . . ' . . .
30
Zuiver Vermogen
Aan Privé , .
/• 210
76
f 47
f 28
68
32
f 210
i«wiririri~-ii
61
Register op het Grootboeic.
A
E
1
M
Q
u
Y
B
F
J
N
R
V Verlies en
Winst fol. 9
Z Zuiver Vermogen
fol. 2
C Crediteuren
fol. 5
6 Goudsche
kaas fol. 4
K Kas fol. 1
0 Onkosten
fol. 3
S
w
D Debiteuren
fol. 8
H
L Leidsche kaas
fol. 7
P Privé fol. 6
T
X
62
fol. 1.
Debet. Kas
1912
Sept.
1912
Oct.
Ontvangen
Saldo
' Paginanummers van het journaal.
/ 4000
29
1912
Sept. 2
20
f 4117 20
f 3573
lawiiiMsakÉi
63
Kas
fol. 1.
Credit.
20
20
1912
Sept. 2
3
5
6
11
13
17
18
2C|
24
25
27
30
30
Betaald.
Saldo
f
»
n
M
n
n
n
}J
n
»
t)
n
n
n
f
40
601-
1
136
6
20
-
50|-
6
117
50
-
12
-
6-
10 -
50
0
6
3573
4117
-
-
88
20
64
fol. 2.
Debet. Zuiver Vermogen.
1912
Sept. 30 Verlies 4
Privé 4
Saldo
28
210
3761
/ 4000
32
68
1912
Sept.
1912
Oct.
WHBwp^^HiHBBPB^ WSÊÊÊM
65
Zuiver Vermogen.
fol. 2.
Credit.
28 32
!10 •
761 68
)00
1912
Sept. 1 • Beginvermogen
1912
Oct. Saldo
f 4000|
f 4000
f 3761
J
66
fol. 3.
Debet. Onkosten.
1912
Sept.
1912
Oct.
post- en plakzegels, kantoorbehoeften
6 j weekloon knecht
13 j „ ;,
201 „
24 i pakhuishuur Sept. 1912
weekloon knecht
40
6
6
6
10
6
6
80
Saldo
•7^ -•ir.rj^TES!!""!" •PüMH
67
Onkosten.
fol. 3.
Credit.
1912
Sept. 30 Verlies
Saldo
76
80
L
68
fol. 4.
Debet. Goudsche Kaas.
1912
Sept. I 2 : Gekocht 50 stuks 227 KG.
12' „ 60 • „ 270 „
30 i "Winst
1912
Oct. 1 Saldo 95 stuks 426 KG.
136
162
15
20
76
f 313
/ 255
96
60
69
Goudsche Kaas.
fol. 4.
Credit.
1912
Sept. Verkocht 3 stuks 14 KG.
10 „ 4 „ 18 „
15 „ 4 „ 19 „
29 „ 4 „ 20 „
30 Saldo 95 „ 426 „
11
14
15
16
255
313
20
40
96
80
60
96
70
fol. 5.
Debet. Crediteuren.
1912
Sept. J. Vogel, Q-ouda 1
M. Terwen. Leiden 3
Saldo
186
117
306
f 559
20
12
32
" —"- •-^ • — - — iiaB^iTT^'*'^^'^**^^-^^'^-'^--^^^--'--^-^irfiiih^ I
«wi^y^M.
71
Crediteuren.
fol. 5.
Credit.
1912
Sept.
1912
Oct.
2 ; J. Vogel, Gouda
5
5
12
M. Terwen, Leiden .
J. Muller, Leiderdorp.
P. Foest, StolwUk . .
Saldo:
11 J. Muller, Leiderdorp .
F. Foest, Stolwijk . .
136
117
144
162
559
144
162
20
12
32
•J';. .-"I'SiTz . , i . • jiL.r.ji.'nyi
72
fol. 6.
Debet. Privé.
1912
Sept. 3
11
18
25
Huishouding 60
50
50
50
1912
Sept. 3C
210
Privé.
fol. 6.
Credit.
1912
Sept. 30 Overdracht naar Zuiver Vermogen f 210-
f 210
74
fol. 7.
Credit. Leidsche Kaas.
1912
Sept.
1912
Gekocht 40 stuks 244 KG.
„ 50 „ 300 „
Winst
Oct. '. 1 Saldo: 52 stuks 317 KG.
117
144
31
12
92
f 293 04
/• 152 16
75
Leidsche Kaas.
1912
fol. 7.
12 Sept. 6 Verkocht 5 stuks 30 KQ.
10 „ 20 „ 120
.92 „ 2 2 „ 10 „ 60
26 „ 3 „ 17
30 Saldo 52 „ 317
1 /
I
I
^ in
i l
18 -
73 60
3840
10 88
152 16
16
293 04
..^.•, „j^.^^-
76
fol. 8.
Debet. Debiteuren.
1912
Sept.
1912
Oct.
L. de Haan, alhier V
L. van Straten, alhier V
Gr. de Haas, alhier
P. van Zutfen, alhier
B. van Gorkum, alhier
L. Zaagman, alhier
Saldo:
Q-. de Haas, alhier
P. van Zutfen, alhier
B. van Gorkum, alhier
L. Zaagman, alhier
29
88
15
38
10
16
199
20
96
40
88
80
24
15
38
10
16
96
40
88
80
^--'lyTTT^g^iiü^ "*='"''rJF'*
77
Debiteuren.
fol. 8.
Credit.
1912.
Sept. 16 L. de Haan, alhier j 3
19 L. van Straten, alhier {3
30 Saldo i
29:20
82 04
f 199|24
narsmssmmm^
fol. 9.
Debet.
78
Verlies en Winst.
1912
Sept. 30 Onkosten 4 / 76
f 78
M , ?I
eeaawes
79
Verlies en Winst.
fol. 9.
Credit.
76
m
1912
Sept. 301 Goudsche kaas 4 /'
Leidsche kaas 4 „
Zuiver verlies 4 ,„
f
15 76
3192
28 32
7 6 -
80
Proef- en Saldibalans op 30 Sept. 1912.
Rekeningen.
Tellingen Saldi.
Debet. Credit
Kas
Zuiver Vermogen
Onkosten . .
Goudsche Kaas
Crediteuren .
Privé . . .
Leidsche Kaas
Debiteuren. .
1/ 41171201/
801
298r20:„
253!32 „
210'-
261 12
199 24
f 5419 08
INVENTARIS- EN BALANSBOEK.
Inventaris op 30 September 1912.
BEZITTINGEN :
Kas: 3 bankbiljetten van f 1000
5 » „ „ 100
•^ „ „ „ 10
munt
Goudsche kaas:
95 stuks. 426 KG. a f 30 per 50 KG. . .
Leidsche kaas:
52 stuks. 317 KG. a f 72 per 150 KG. .
Debiteuren:
G. de Haas, alhier
P. van Zutfen, alhier
B. van Gorkum, alhier
L. Zaagman, alhier
Onkosten:
4 dagen loon vooruitbetaald
SCHULDEN.
Crediteuren:
J. Muller, Leiderdorp. . .
P, Foest, Stolwök . . . .
f
„
»
f
f
f
f
n
f
f.
f
f
3000
noo
70
—
—
3188
3573
255
152
15
88
60
16
96
88 40
1088
16
82
4
144
162
306
80
04
_
—
-
81
Balans op 30 September 1912.
•j Kas . . . .
:j öoudsche Kaas
1 Leidsche Kaas
i Debiteuren. .
i Onkosten . .
f 8673
255
152
82
4
f 4067 68
Crediteuren . .
Zuiver "Vermogen
Verlies en Winst op 30 September 1912.
Onkosten f 76
76
Groudsche Kaas
Leidsche Kaas
Zuiver Verlies
f 15
31
j, 28
f 76
76
92
32
Zuiver Vermogen op 30 Sept. 1912.
Verlies
Privé .
Saldo.
f 28
210
3761
f 4000
32 Beginvermogen f 4000
/ 4000
Bespreking.
De samenstelling en de grootte van het Zuiver Vei'mogen
op 1 Sept. 1912 is in het Inventaris- en Ealansboek ingeschreven.
De handelsvoorvallen zijn in 26 posten in het dagboek
vermeld.
Van deze 26 memoriaalposten zijn 26 journaalposten
gemaakt, die in het journaal zijn ingeschreven.
Uit het journaal is het grootboek samengesteld.
Daarna is uit het grootboek een proefbalans getrokken,
om te zien of het evenwicht behouden is gebleven.
De eindtellingen van de proefbalans zijn vergeleken met
de eindtellingen van het journaal en stemmen hiermede
overeen.
6
8-2
Uit de proef balans is de saldibalans getrokken, die bij
het berekenen van de verliezen en winsten gebruikt wordt.
Daarna is op de in bladzijde 24 beschreven wijze de inventaris
en balans opgemaakt en weder in het inventaris- en
balansboek ingeschreven.
Het zuiver vermogen bleek te zijn ƒ 3761.68.
Uit de saldibalans en de balans blijkt, dat het zuiver
vermogen in grootte veranderd moet zijn:
1". door de waardeverandering der bezittingen, die op
de rekeningen Onkosten, Goudsche kaas en Leidsche kaas
zijn geadministreerd.
2". door het aan de zaak onttrekken van bezittingen, ten
behoeve van den koopman, blijkende uit de rekening Privé.
De rekening Onkosten heeft een debetsaldo van y 8U.
Op deze rekening zijn de waarden van verschillende bezittingen
geboekt, nl. post- en plakzegels, kantoorbehoeften,
het recht om een pakhuis te gebruiken en de diensten van
een bediende.
Deze waarden zijn verminderd. Er bestaat voor den
koopman alleen nog maar het recht op de diensten van
den bediende gedurende 4 dagen.
De waarde hiervan is / 4. — .
Er is dus een waardevermindering van ƒ 76. — te consta-teeren.
De rekening Verlies en Winst moet hiervoor gedebiteerd,
de rekening Onkosten gecrediteerd worden.
Het debetsaldo der rekening Goudsche kaas is ƒ 239.84.
Was op deze rekening de verandering in de waarde door
de stijging van den prijs aangeteekend, dan zou het debetsaldo
van deze rekening gelijk moeten zijn aan de waarde
op de Balans, n.l. / 255.60. De rekening Goudsche kaas
zal dus op 30 Sept. gedebiteerd moeten worden voor/15.76
en de rekening Verlies en Winst hiervoor gecrediteerd.
Dan geeft de rekening Goudsche kaas op 80 Sept. weer
de juiste waarde aan van de nog resteerende bezitting
Goudsche kaas.
83
Op gelijke wijze zien we, dat de rekening Leidsclie kaas
voor / 31.92 gedebiteerd en de rekening Verlies en Winst
daarvoor gecrediteerd moet worden.
De rekening Verlies en Winst heeft na deze boekingen
een debetsaldo van ƒ 28.32, zijnde het zuiver verlies.
De rekening Zuiver Vermogen wordt nu hiervoor gedebiteerd
en de rekening Verlies en Winst gecrediteerd.
Tevens wordt de rekening Zuiver Vermogen voor het
debetsaldo der rekening Privé, groot ƒ 210 gedebiteerd en
de rekening Privé daarvoor gecrediteerd.
De rekening Zuiver Vermogen heeft nu een creditsaldo
van ƒ3761.68, dat overeenstemt met de waarde op de Balans.
Als bovenstaande berekeningen zijn gemaakt en het blijkt,
dat het saldo der rekening Zuiver Vermogen overeenstemt
met het bedrag, dat op de Balans voorkomt, maakt
men in het memoriaal de zoogenaamde Slotposten.
Deze worden gejournaliseerd en uit het journaal geschiedt
de boeking in het grootboek op de rekeningen.
De Slotposten dienen om de rekening Zuiver Vermogen
weder de grootte van het zuiver vermogen op 30 Sept. te
doen aangeven.
Na overboeking in het grootboek van de slotposten hebben
verschillende rekeningen nog een saldo.
Het saldo van de rekening Zuiver Vermogen geeft de
grootte van het Zuiver Vermogen op 30 Sept. aan.
De debetsaldo's der andere rekeningen geven de waarden
van de resteerende bezittingen aan op 30 Sept., de creditsaldo's
de waarden van de resteerende schulden op 30 Sept.
Gewoonlijk worden alle rekeningen afgesloten.
Noodig is het niet. Men kan op 1 Oct. de administratie
op dezelfde rekeningen voortzetten,
In ons voorbeeld zijn de rekeningen afgesloten en heropend.
8é
Grootboek.
De rekeningen in het Grootboek worden verdeeld in
twee soorten:
a. rekeningen van de Vermogensbestanddeelen.
l. „ „ het Zuiver Vermogen.
Rekeningen van de Vermogensbestanddeelen.
Deze worden verdeeld in:
a. rekeningen van bezit.
h. „ „ schuld.
c. „ „ bezit en schuld of gemengde rekeningen.
ledere groep van deze kan weer verdeeld worden in
twee soorten:
a. enkelvoudige.
b. collectieve.
Gewoonlijk boekt de koopman de vorderingen op en de
schulden aan een zelfden handelsvriend op één rekening.
Deze rekening is dan een gemengde rekening.
De rekeningen Debiteuren en Crediteuren zijn collectieve
rekeningen.
Het komt ook voor, dat een koopman vorderingen en
schulden op en aan verschillende personen op één rekening
boekt.
Deze rekening heet dan Debiteuren en Crediteuren of
Personen en is dan zoowel een collectieve als een gemengde
rekening.
Rekeningen van het Zuiver Vermogen.
Deze zijn de volgende:
a. de rekening Zuiver Vermogen.
b. „ „ Privé.
c. . „ Verlies en Winst.
85
Op de eerste rekening boekt men bij de opening van het
Grootboek het beginvermogen en op het einde van de
boekingsperiode brengt men er op over de saldi van de
rekeningen Privé en Verlies en Winst.
Op de rekening Privé boekt men in den loop der boekingsperiode
die veranderingen in het zuiver vermogen, die ontstaan,
doordat de koopman vermogensbestanddeelen aan de
zaak onttrekt of er nieuwe aan toevoegt.
De rekening Verlies en Winst ontstaat in den regel op
het einde der boekingsperiode.
Dan worden die veranderingen in het zuiver vermogen er
op aangeteekend, die het gevolg zijn van de verandering
in de waarde der vermogensbestanddeelen.
De rekening Verlies en Winst kan ook in den loop der
boekingsperiode ontstaan.
Het komt ook voor, dat men in de plaats van de rekening
Verlies en Winst andere rekeningen gebruikt, die deze
tijdelijk vervangen.
In de volgende bladzijden wordt het rekeningenbegrip
uitgebreid en zal het bovenstaande nader worden toegelicht.
Goederen.
Gebruikt een koopman voor zijn verschillende handelsartikelen
één rekening, dan heet deze gewoonlijk Goederen.
Dit is een collectieve rekening.
Deze rekening wordt gedebiteerd:
l". voor het factuurbedrag der gekochte goederen.
2". voor alle onkosten, die uitsluitend voor de goederen,
gemaakt worden.
Deze onkosten vormen een deel van de inkoopswaarde.
Daartoe behooren o.a. vracht, invoerrechten en accijnsen.
86
Zij wordt gecrediteerd voor de bedragen, waarvoor de
goederen verkocht worden.
De waardevermeerdering of vermindering der goederen,
die bij den verkoop blijkt, wordt eerst geboekt op het einde
der boekingsperiode.
Blijkt bij het opmaken van de balans, dat het noodig is
voor de resteerende goederen een andere waarde aan te
nemen dan de inkoopswaarde, dan wordt die waardeverandering
ook aangeteekend.
Op het einde der boekingsperiode wordt de rekening gedebiteerd
voor de totale winst of gecrediteerd voor het
totale verlies.
Voorbeeld.
De rekening Goederen heeft op het einde der boekingsperiode
in het debet een totaal van / 18.000 en in het
credit een totaal van / 12.000.
De waarde van den voorraad is / 10.000.
Hoe groot is de winst ? Hoe wordt deze geboekt'? Hoe
wordt de rekening afgesloten ?
De rekening heeft een debetsaldo van ƒ 6000.
Was de verandering in de waarde der goederen geregeld
op de rekening aangeteekend, dan zou het debetsaldo
moeten aangeven de waarde van het restant.
Het debetsaldo zou dan moeten zijn / 10.000.
Hieruit blijkt, dat de rekening voor / 4000 moet gedebiteerd
worden, om de waarde op het einde der boekingsperiode
aan te geven.
Deze ƒ 4000 is de winst.
De rekening Verlies en Winst moet hiervoor worden
gecrediteerd.
Nadat de winst op de rekening Goederen is bijgetioekt,
is het debetsaldo / 10.000. De rekening wordt afgesloten
door dit bedrag in het credit te plaatsen. Aldus :
Debet.
87
Goederen. Credit.
Totaal
Winst
Saldo.
f 18000
4000
/ 22000
[f 10000
Totaal
Saldo
f
n
f
12000
10000
22000
Het komt voor, dat de handelsartikelen over verschillende
rekeningen verdeeld worden. Deze verdeeling richt zich naar
de soort der goederen of naar de plaats, waar zij zich
bevinden.
Zoo komen voor:
1". de rekeningen:
2". de rekeningen
Thee, Koffie, Kaas, Kramerijen, Rijwielen enz.
Goederen in het pakhuis „De Adelaar",
Goederen in het pakhuis „De Kondor",
Goederen van Buitenslands.
Goederen in Consignatie enz.
De laatste twee rekeningen zullen nader worden besproken.
Onkosten.
De rekening Onkosten is in de voorgaande bladzijden
voorgesteld als een rekening van bezit.
Zij wordt gedebiteerd voor de waarden, die in rekening
gebracht worden:
1°. voor de diensten, die anderen bewijzen,
2". voor kantoorbehoeften a. d. z. papier, pennen, zegels enz.
Zij wordt gecrediteerd, als een gedeelte dier waarden
aan anderen in rekening wordt gebracht.
Het bezit, dat op deze rekening wordt geboekt, neemt
in waarde af.
Op het einde der boekingsperiode wordt de totale waardevermindering
vastgesteld.
De rekening Onkosten wordt daarvoor gecrediteerd en de
rekening Verlies en Winst gedebiteerd.
88
Het saldo (debetsaldo), dat daarna op de rekening overblijft,
stelt de waarde voor van de nog resteerende kantoorbehoeften
en van de rechten, die men op anderer diensten heeft.
De koopman, die de diensten van anderen koopt, zal de
bedragen, welke hij daarvoor besteedt, op het einde der
boekingsperiode als verlies afboeken.
Toch is dit verlies slechts schijnbaar. De waardestijging
der handelsartikelen is ook voor een deel afhankelijk van
den arbeid, die anderen voor den koopman verricht hebben.
De winst, die deze op zijn handelsartikelen boekt, heft
op, moet althans opheffen, het verlies aan onkosten.
Voorbeeld.
De rekening Onkosten staat debet voor / 3000 en credit
voor ƒ 400.
Aan kantoorbehoeften enz. is aanwezig ƒ 40. Aan een
zijner bedienden heeft hij ƒ 10 meer betaald, dan hij tot
het einde der boekingsperiode schuldig was. Het loon der
andere bedienden is verrekend.
Hoe groot is het verlies ? Hoe wordt de rekening afgesloten
en heropend?
Het debetsaldo der rekening is / 2600. De kantoorbehoeften
zijn / 40 waard, het recht op de diensten van den
bediende / 10, d. i. te zamen / 50. De rekening zal voor
/ 2550 gecrediteerd moeten worden, om de juiste waarde
van het bezit aan te geven. Er is dus een verlies van
ƒ 2550. Afgesloten en heropend ziet de rekening er aldus uit:
Debet. Onkosten. Onkosten. Credit.
Totaal . . .
Saldo . . . .
f 3000
f 3000
f 50
-
-
-
Totaal . . .
Verlies . . .
Saldo. . . .
f 400
„ 2550
50
f 3000
-
-
De rekening Onkosten kan ook als rekening van schuld
voorkomen.
89
Voorbeeld.
De rekening Onkosten staat debet voor ƒ 4000 en credit
voor / 700. Aan loonen is verschuldigd en ongeboekfe
/ 60. Hoe groot is het verlies ?
. De rekening moet gedebiteerd worden voor ƒ 60, zijnde
de waarde van de diensten, die men van anderen in de
oude boekingsperiode heeft gekocht. De rekening Crediteuren
zou men kunnen crediteeren voor de schuld, die men aan
het personeel heeft.
Het debetsaldo der rekening Onkosten is daarna / 3360.
Daar de reeds bewezen diensten geen waarde meer hebben,
stelt dit bedrag verlies voor, waarvoor de rekening Onkosten
moet gecrediteerd en de rekening Verlies en Winst gedebiteerd
worden.
De schuld aan het personeel voor reeds bewezen diensten
wordt echter niet geboekt op de rekening Crediteuren.
Bij het heropenen der rekeningen zou die schuld geboekt
staan op deze rekening en zou men haar bij de betaling der
loonen moeten debiteeren voor de waarde der in de afge-loopen
boekingsperiode bewezen diensten.
Dit is te lastig. Om het te vermijden bezigt men de
rekening Onkosten ook ais sohuldrekening.
In plaats van de rekening Crediteuren voor de / 60
schuld te crediteeren, kan men de rekening Onkosten er
voor crediteeren.
Deze rekening wordt dan gedebiteerd en gecrediteerd
voor / 60. Aldus :
Debet. Onkosten. Onkosten. Gredü.
Totaal . . .
Bezit. . . .
f 4000
60 -
Totaal . . .
Schuld . . .
/ 700
60
De geboekte waarde van het bezit is dus / 4060 —
ƒ 7 0 0 - / 3 3 6 0.
90
De waarde op het einde der boekingsperiode is nihil.
Er is dus een verlies van ƒ 3360, waarvoor de rekening
gecrediteerd moet worden.
Daarna staat er nog een creditsaldo van ƒ 60 op.
Dit stelt schuld voor.
De nieuwe rekening Onkosten zal daarmedegeopend worden.
De oude rekening wordt afgesloten door dit saldo aan
den debetkant bij te schrijven.
In de praktijk laat men de boeking:
Onkosten / 60
aan Onkosten / 60
weg, zoodat de rekening er afgesloten en heropend aldus uitziet:
Debet. Onkosten. Onkosten. Credit.
Totaal
Saldo
f 4000
60
f 4060
I Totaal . . .
Verlies . . .
Saldo . . .
f
n
f
f
700
3360
4060
60
:
-
—
Het kan ook voorkomen, dat de nieuwe rekening Onkosten
geopend wordt met in het debet de waarde van een bezitting
en in het credit de waarde van een schuld.
Voorbeeld.
De rekening Onkosten staat op het einde van een boekjaar
debet voor ƒ 3000 en credit voor / 700.
Aan kantoorbehoeften is over ƒ 50, aan salarissen is
verschuldigd ƒ 30.
De rekening ziet er dan aldus uit:
Debet. Onkosten. Onkosten. Credit.
Dec. ;31 Totaal . . ,f 3000,
I „ Saldo . . : „ 30
Jan. Saldo
f_ _3030 -
f 50
Dec.
n
}}
Jan.
31-
77
«
1
Totaal .
Verlies.
Saldo .
Saldo .
f
n
L
'f
700
2280
50
3030
30
In het debet van de Balans zal staan : Onkosten / 50,
en in het credit Onkosten / 30.
9]-
Provisie of Commissie.
Provisie of commissie is het loon, dat men anderen in
rekening brengt voor bewezen diensten.
Koopt men goederen, dan debiteert men de rekening
Goederen voor de aankoopswaarde.
Op het einde van het boekjaar debiteert men de rekening
voor de waardevermeerdering door de stijging van den prijs.
Die waardevermeerdering is gebleken bij den verkoop.
Begint men een handelszaak, dan wordt de waarde van
de onstoffelijke bezittingen, als arbeidskracht, kennis enz.
niet in de balans opgenomen.
De waarde hiervan wordt dus op / 0.— gesteld.
Op het einde van het boekjaar is dit anders.
Heeft men in den loop van het jaar aan anderen diensten
bewezen, dan heeft men aan hen daarvoor een zeker bedrag
in rekening gebracht en is daarmede de waarde van onze
arbeidskracht in het afgeloopeu boekjaar vastgesteld.
De rekening Provisie of Commissie wordt op het einde
des jaars voor de waarde van de bewezen diensten gedebiteerd
en de rekening Verlies en Winst er voor gecrediteerd.
In den loop van het jaar wordt de rekening Provisie of
Commissie gecrediteerd voor de bedragen, die men aan
anderen voor bewezen diensten in rekening brengt, voor de
waarde dus, waarvoor men zijn arbeidskracht heeft verkocht.
Met de rekening Goederen doet men evenzoo.
Deze rekening wordt ook gecrediteerd voor de waarde,
waarvoor men de goederen verkoopt, terwijl de boeking van
een eventueele waardestijging achterwege blijft tot het einde
des jaars.
De rekening Provisie of Commissie komt voor in het
grootboek van een commissionnair en van iemand, die aan
anderen diensten bewijst.
Makelaars bezigen de rekening Courtage.
^
93
Voorbeeld. • • •'' •
De rekening Provisie staat in het totaal credit voor ƒ 1200.
In het debet staat niets.
Er is reeds verdiend, doch nog niet aan anderen in rekening
gebracht / 3 0 , —. Hoe groot is de winst? Sluit de rekening af.
Er blijkt aan arbeidskracht geleverd voor ƒ 1230, waarvan
ƒ 1200 al in rekening is gebracht en / 30 niet. De
rekening Provisie moet dus voor / 1230 gedebiteerd en de
rekening Verlies en Winst daarvoor gecrediteerd worden.
Daarna is er een debetsaldo van/30, zijnde de waarde van
de geleverde en nog niet in rekening gebrachte arbeidskracht.
De nieuwe rekening zal met ƒ 30,— in het debet beginnen,
zijnde een bezit.
De oude rekening wordt afgesloten door het saldo in het
credit te plaatsen.
Aan den debetkant van de Balans zal / 30 komen te
staan onder den naam Provisie.
Hieronder volgt de afsluiting en heropening der rekening
Provisie.
Debet. Provisie. ' Credit.
Winst
Saldo
!/'12B0
f 1230
f 30
-
=
Totaal
Saldo
—
l/iaoo
f1230
Interest.
Interest is de prijs, dien men betaalt voor het gebruik
van het geld van een ander.
Hij wordt betaald vóór of na het gebruik van het geld.
De rekening Interest wordt voor dien prijs gedebiteerd.
Er bestaat dus overeenkomst tusachen de rekening Interest
en de rekening Onkosten
93
Op de laatste boekt men den prijs voor de arbeidskracht,
die anderen leveren, op de eerste den prijs voor het gebruik
van anderer geld.
Op beide boekt men dus de waarden van de diensten,
die anderen bewijzen.
Zijn de diensten verleend, dan hebben zij geen waarde
meer. De rekening, waarop de waarde dier diensten is geboekt,
hetzij zij Interest, hetzij zij Onkosten heet, wordt
voor die waardevermindering gecrediteerd en de rekening
Verlies en Winst gedebiteerd.
Voorbeeld.
De rekening Interest staat debet voor / 800. Er is vooruitbetaald
/ 50. Hoe groot is het verlies ? Sluit de rekening
af en heropen haar.
Debet. Interest. Interest. Credit.
Totaal. . . .
Saldo . . . .
f 800
f 800
f ZO
-
-
Verlies . . .
Saldo . . . .
f 750
„ 50
f 800
,
-
Verklaring als bij Onkosten.
De rekening Interest kan ook als schuldrekening dienst doen.
Voo7'beeld.
De rekening Interest staat debet voor / 800. Er is nog
verschuldigd en ongeboekt f 40. Hoe groot is het verlies?
Sluit de rekening af en heropen haar.
Debet. Interest. Interest. Credit.
Totaal . . .
Saldo. . . .
f 800
40
f 840
1
—
Verlies . . .
Saldo . . .
f 840
f 840
f 40
-
-
-
-Verklaring als bij Onkosten.
94
• De rekening Provisie wordt gebruikt, als men aan
anderen zijn arbeidskracht verkoopt.
Deze rekening is in zekeren zin het tegengestelde van
(Ie rekening Onkosten.
Men kan aan anderen ook het gebruik van geld voor een
zekeren tijd afstaan.
Daarvoor kan men een zekeren prijs bedingen.
Brengt men iemand dien prijs in rekening of ontvangt
men dezen, dan crediteert men de rekening Interest.
De rekening Interest heeft dus èn het karakter van de
rekening Onkosten èn dat van de'rekening Provisie.
De boekingen op deze rekening worden op gelijke wijze
verklaard als bij de rekeningen Onkosten en Provisie is
gedaan.
In het volgende zal de rekening Interest nog meermalen
ter sprake komen.
Kassier.
Voor het innen van vorderingen en het betalen van
schulden kan een koopman gebruik maken van de diensten
van een kassier.
Geeft hij de kwitanties op zijn debiteuren aan den
kassier ter inning, dan zal hij daarvan een memoriaal-post
maken.
Dit ter inning geven brengt echter geen verandering te
weeg in zijn bezit of schuld, zoodat daarvan geen groot-boekpost
en dus ook geen journaalpost behoeft gemaakt
te worden.
Een memoriaalpost, die niet wordt gejournaliseerd, heet
een Pro Memorie post.
Ontvangt de koopman bericht, dat de kwitanties geïnd
zijn, dan bestaan voor hem de vorderingen op zijn debiteuren
niet meer, doch is er een vordering op den kassier
ontstaan.
Biedt een der crediteuren een kwitantie ter betaling aan,
95
dan kan de koopman deze betaalbaar stellen bij zyn kassier.
Ook kan hij aan een crediteur een cheque op zijn kassier
afgeven.
In beide gevallen zal hij van de handeling een aanteeke-ning
in het memoriaal maken.
. De schuld aan den crediteur vervalt, doch daar staat tegenover
een vermindering van de vordering op den kassier.
In het algemeen zal de kassier voor een koopman niet
meer betalen dan hij van dezen onder zijn berusting heeft,
zoodat er van schuld aan den kassier voor den koopman
geen sprake is.
Wel zal de kassier dit doen, als hij voldoende zekerheid
heeft, dat hij geen schade zal lijden.
Voor de vorderingen op en de schulden aan den kassier
opent de koopman een afzonderlijke rekening, waarboven
de naam van den kassier staat.
Voor zijn bemoeiingen vraagt de kassier een zeker loon,
dat provisie heet.
De koopman zal daarvoor de rekening Onkosten debiteeren,
de kassier de rekening Provisie crediteeren.
Deposito u/g en o/g.
Heeft een koopman tijdelijk veel geld in kas, dan kan
hij dit è, deposito plaatsen bij de eene of andere bankinsteUing.
De vordering op die bankinstelling boekt hij in het debet
eener rekening, waarboven de naam van de Bank staat,
met de bijvoeging a deposito.
B.v. Amsterdamsche Banl<, alhier, a deposito.
Heeft hij bij verschillende bankinstellingen geld a deposito
geplaatst, dan kan hij al deze vorderingen boeken op
de collectieve rekening: Deposito u/g.
u/g is de verkorting van uitgegeven geld.
Banken hebben van verschillende personen gelden opgenomen.
De collectieve rekening, waarop zij de schulden
boeken, die daardoor ontstaan, heet Deposito o/g.
o'g is de verkorting van opgenomen geld.
96
Van de a -deposito geplaatste gelden ontvangt men
interest.
De waarde van de a deposito geplaatste gelden neemt
dus toe.
Die waardevermeerdering boekt men op het einde van
het jaar in het debet der rekening Interest. De rekening
Verlies en Winst wordt er dan voor gecrediteerd.
Ontvangt men in den loop van het jaar het geld, waarmede
het a deposito geplaatste is toegenomen, dan debiteert
men de rekening Kas en crediteert men de rekening
Interest daarvoor.
Effecten.
Wil een koopman het zuiver vermogen van de zaak
niet verminderen en heeft hij meer geld dan voor de zaak
noodig is, dan kan hij dit beleggen in effecten.
De waarde van deze bezitting boekt hij op de rekening
Effecten.
Voorbeeld.
Memoriaalposten.
I. 16 Februari. Gekocht per commissionnair Heynen alhier:
ƒ 3000 4% Obligatiën Amsterdam è 98 = ƒ 2940,-
bij 45 dg. rente . . . „ 15,—
„ provisie Vs"^ • • • „ 3,75
/ 2958,75
Het bedrag betaald.
II. 1 Juli. Ontvangen voor de op heden vervallen coupons
van / 3000 4% Oblig. Amst. . . . / 60.-
lil. 19 Aug. Verkocht per commissionnair Heynen alhier:
ƒ 3000 4% Oblig. Amsterdam a 99 = . . / 2970,-
bij 48 dg. rente . . . „ 16,—
"ƒ2986,-
. af provisie Vs % • • • » 3,75
ƒ 2982,25
Het bedrag ontvangen.
97
Journaalposten.
I.
Effecten
gekocht ƒ 3000 4% Amsterdam. . .
aan Kas
betaald
II.
Kas
ontvangen
aan Effecten
3 coupons 4% Oblig. Amsterdam . .
III.
Kas
ontvangen
aan Effecten
verkocht ƒ 3000 4 % Oblig. Amsterdam
/2958
/ 60
/2982
75
—
25
^2958
/ 60
/2982
75
25
De waarde der effecten neemt toe:
1". door de stijging van den koers.
2". door de waardestijging van de coupons.
De waarde van de coupons was op 16 Februari ƒ 15.
Op 1 Juli bedroeg de waarde ƒ 60. Zij was dus met
/ 45 toegenomen.
Deze waardestijging werd echter niet op de rekening
Effecten aangeteekend, omdat men daarmede wacht tot het
einde der boekingsperiode. Dan wordt de totale waardeverandering
geboekt èn die, welke door den koers wordt
aangegeven èn die welke door de coupons is ontstaan.
Door het verkoopen der coupons op 1 Juli werd de
waarde der effecten weder verminderd.
Deze waardevermindering werd wel geboekt.
Daartegenover stond n.l. een gelijke waardevermeerdering
van het geld.
7
98
Het is ook mogelijk de bovenbehandelde memoriaal-posten
anders te journaliseeren. Aldus: (omschrijvingen
worden eenvoudigheidshalve weggelaten)
I. Effecten. .
Interest . .
aan Kas
Kas . . .
aan Interest
Kas . . .
aan Effecten
aan Interest
ƒ 2943,75
„ 15.-
„ 60.-
„ 2982,25
ƒ 2958.75
60.-
2966.25
16.-
De waarde der coupons wordt hier afgescheiden van de
waarde der effecten zelve.
De waarde der coupons wordt geboekt op de rekening
Interest.
Men zou de waarde der coupons ook kunnen boeken op
een rekening Coupons.
Dat men aan de rekening den naam interest geeft, komt
hierdoor, dat interest, zooais in het voorgaande reeds is
gezegd, de vergoeding is, die gegeven wordt voor het gebruik
van het geld van een ander.
Wie effecten bezit, heeft aan anderen het gebruik van
zijn geld afgestaan.
Bij den koop der Effecten op 16 Februari was de gemeente
Amsterdam al 45 dagen rente schuldig aan den eigenaar
dier effecten. (Die schuld is echter opeischbaar den Isten Juli).
De eigenaar heeft op 16 Februari derhalve een vordering
aan interest op de gemeente Amsterdam.
Deze vordering is een bezit.
Zooais uit het voorgaande blijkt, wordt die vordering
of op de rekening Effecten of op de rekening Interest geboekt.
De waarde van de vordering op de gemeente Amsterdam
(ook een niet opeischbare), berustende op het bezit der
effecten en ter grootte van het bedrag op de effecten ver-
99
meld, wordt op de rekening Effecten geboekt. De naam dier
rekening geeft het karakter der vordering aan.
Koopt men aandeelen in naamlooze vennootschappen,
dan bestaat het gekochte bezit ook uit twee deelen. Deze
kunnen niet op afzonderlijke rekeningen geboekt worden.
Het is onmogelijk bij den koop vast te stellen, welk deel
van den prijs de waarde der dividendbewijzen voorstelt.
Huizen.
Men kan ook een deel van zijn vermogen beleggen in huizen.
De waarde van dit bezit wordt geboekt op de rekening
Huizen.
Voorbeeld.
Memoriaalposten:
1 Maart. Gel<ocht het huis, Oranjestraat 820, vrij op naam
voor /10.000. —. Dit bedrag vermeerderd met de sinds
1 Februari verschenen huurpenningen ten bedrage van
ƒ 100.-, betaald.
1 April. Betaald voor diverse verbeteringen en verfraaiingen
ƒ 200.-.
1 Mei. Ontvangen van de bewoners 3 maanden huur ƒ300. —.
1 Juni. Betaald voor reparaties / 140.— .
Journaaiposten :
I. Huizen ƒ 10.100.-
aan Kas ƒ 10.100.-
2. Huizen „ 500.-
aan Kas „ 500.—
3. Kas „ 300.-
aan Huizen „ 300.—
4. Huizen „ 140.-
aan Kas „ 140.—
100
De rekening Huizen is gedebiteerd voor de koopsom + de
te vorderen huurpenningen.
De waarde van de gekochte bezitting is op het oogen-blik
van den koop / 10.100.—
Door het aanbrengen van verbeteringen wordt de waarde
van het bezit grooter, vandaar dat de rekening Huizen voor
/ 500 moet worden gedebiteerd.
Den Isten Mei is de waarde van het bezit / 200
grooter geworden.
Immers zoo het huis den Isten Mei zou worden verkocht,
zou men aan den kooper / 200, n.l. 2 maanden huur meer
in rekening brengen, dan men zelf op 1 Maart betaald heeft.
Boekte men die waardevermeerdering, dan zou men de
rekening Huizen er voor moeten debiteeren en de rekening
Verlies en Winst er voor crediteeren.
Die boeking heeft echter op het einde der boekingsperiode
plaats tegelijk met de boekingen van andere vermeerderingen
of verminderingen in de waarde.
Door het ontvangen van ƒ 300 huur, wordt echter de
waarde van het bezit weer minder.
Deze waardevermindering wordt geboekt, omdat er een
gelijke waarde aan geld voor terugontvangen wordt.
De reparaties ten bedrage van ƒ 140 vermeerderen de
waarde weer. Deze waardevermeerdering wordt geboekt,
omdat er een gelijke waardevermindering in geld tegenover
staat.
De waardevermindering, die de oorzaak was van de
reparaties, wordt weder op het einde van de boekingsperiode
aangeteekend.
Evenals bij de effecten kunnen er twee rekeningen geopend
worden voor het bezit, dat er voor den koopman ontstaan
is.
101
De journaalposten hadden kunnen luiden:
1. Huizen / 10.000
Exploitatie Huizen . . . . „ 100
aan Kas ƒ 10.100
2. Huizen „ 500
aan Kas „ 500
3. Kas „ 300
aan Exploitatie Huizen . . . „ 800
4. Exploitatie Huizen . . . . „ 140
aan Kas „ 140
Prolongatie, Beleening, Hypotheek O/G en U/G.
Verkeert men tijdelijk in geldverlegenheid, dan kan men,
indien men in het bezit is van effecten, koopmansgoederen
of vaste goederen het geld leenen tegen onderpand van de
genoemde bezittingen.
Tot de leeningen, waarbij het onderpand uit roerende
goederen, als effecten en koopmansgoederen bestaat, be-hooren
o.a. de Prolongatie en de Beleening.
Men spreekt van Hypotheek, als het onderpand uit vaste
goederen bestaat.
Hypotheek is onderzetting, pand. De geldschieter heet
daarom de Hypotheeknemer, de geldopnemer de Hypotheekgever.
De vordering, die voor den geldschieter ontstaat, als hij
geld ter leen geeft, boekt deze op eene der volgende rekeningen
:
Prolongatie u/g. Beleening u/g en Hypotheek u/g.
De geldopnemer boekt de schuld, die voor hem bij het
ter leen ontvangen ontstaat, op een der volgende rekeningen:
Prolongatie o/g. Beleening o/g en Hypotheek o/g.
Alle onkosten, die bij het sluiten der leening ontstaan,-
zijn voor rekening van den geldopnemer.
102
Hij debiteert daarvoor de rekening Interest, omdat hij
die onkosten beschouwt als een verhooging van den prijs,
dien hij voor het crediet betaalt.
Het onderpand blijft, zoolang de geldopnemer aan zijn
verplichtingen voldoet, zijn eigendom. Er behoeft daarom
geen aanteekening in het grootboek gemaakt te worden,
als hij het onderpand of de eigendomsbewijzen van het
onderpand aan den geldschieter in bewaring geeft.
In het memoriaal wordt wel melding van het onderpand
gemaakt.
Koop op Tijd.
In den goederenhandel koopt men a contant en op tijd.
In het eerste geval heeft de verkooper het recht onmiddellijk
betaling te vragen. Meestal laat hij eenige dagen
verloopen, voor hij betaling vraagt. Koop op tijd beteekent,
dat de kooper den koopprijs op een overeengekomen tijdstip,
b.v. 3 maanden na den koop moet betalen.
Voorbeeld.
Memoriaalpost. Gekooiit op 3 maanden van J. van den Berg,
alhier, 30 balen koffie voor ƒ 900. — .
De goederen zijn gekocht om over drie maanden betaald
te worden. Werden ze terstond betaald, dan zou men minder
behoeven te betalen.
Gewoonlijk trekt de verkooper dan 1 a 17^% van den
koopprijs af. Laten we veronderstellen, dat J. van den Berg
het bedrag met 1 % zou verminderen, als de goederen contant
waren gekocht. De goederen zouden dan kosten / 900
— /• 9 = / 891. De waarde van de goederen is dus/891.
Voor ƒ 9 koopt men dus het recht, om het geld nog
3 maanden te houden. Over 3 maanden is er te betalen
aan J. van den Berg / 900.
Er ontstaat dus voor den koopman een bezitting goederen
ter waarde van ƒ 891 en een schuld aan J. van den Berg
van / 900, terwijl hij het recht bezit het geld van Van den
103
Berg drie maanden te gebruiken. Dit recht heeft op het
oogenblik van den koop een waarde van / 9. De kooper
boekt de waarde van dit recht in het debet der rekening
Interest.
Er is dus te journaliseeren:
Goederen / 891.-
Interest „ 9.—
Aan Crediteuren ƒ 900.—
De waarde van het recht vermindert echter eiken dag.
Na drie maanden is het waardeloos. Op het einde van
het boekjaar wordt het als verlies afgeschreven.
Van den Berg zal journaliseeren:
Debiteuren / 9Ü0.-
aan Goederen ƒ 891.—
aan Interest „ 9.—
Voor hem is een verplichting ontstaan om de koopsom
drie maanden in handen van den kooper te laten.
Deze verplichting heeft voor hem een waarde van ƒ 9
en boekt hij in het credit der rekening Interest.
Die verplichting neemt eiken dag in waarde af. Na drie
maanden is zij waardeloos en wordt zij als winst geboekt.
Voorbeeld.
De rekening Crediteuren heeft op het einde van het boekjaar
een creditsaldo van / 10000. De contante waarde is
/ 9980,— . Hoe heeft men hiermede rekening te houden bij
het opmaken van de Balans en de rekening Verlies- en
Winst ?
De contante waarde is / 40 minder dan het saldo der
rekening Crediteuren.
Hieruit volgt, dat er van het bedrag, dat in het debet
der rekening Interest staat, / 40 moet beschouwd worden
als de waarde van het recht, dat men bezit om het geld
der crediteuren nog eenigen tijd te gebruiken.
Op de Balans zal daarom in het credit onder den naam
104
Crediteuren een bedrag van / 10000 en in het debet onder
den naam Interest een bedrag van / 40 komen te. staan.
De rekening Interest zal heropend worden met / 40 in
het debet.
Bij afsluiting komt dit bedrag in het credit. De rekening
Crediteuren wordt heropend met / 10000 in het credit.
Voorbeeld.
De rekening Debiteuren heeft een debetsaldo van ƒ8000.
De contante waarde is / 7970.
In het bedrag, dat aan den creditkant der rekening Interest
staat, is / 30 te beschouwen als de waarde van de
verplichting, die men heeft, om het van debiteuren te vorderen
bedrag nog eenigen tijd onder hun berusting te laten.
Op de Balans zal dus in het debet onder den naam Debiteuren
/ 8000 en in het credit onder den naam Interest
/ 80 komen te staan. De rekening Interest wordt heropend
met / 30 in het credit, de rekening Debiteuren met/8000
in het debet.
Te innen Wissels.
Men komt in het bezit van een wissel op drie manieren:
1. door zelf te trekken;
2. door remise;
3. door disconteering.
Voor de bezitting wissels wordt de rekening Te innen
Wissels gebruikt.
Ze wordt in het algemeen voor de nominale waarde gedebiteerd
en gecrediteerd.
Het verschil tusschen de nominale en contante waarde
wordt op de rekening Interest vereffend. Bij sommige bankinstellingen
worden de wissels geboekt op de Discontoreke-
105
ning of op de rekening Gedisconteerde wissels en wel voor
de contante waarde.
Voorbeeld.
Gedisconteerd van A. van Zutfen, alhier, een wissel op
P. van Galen te Haarlem, groot /"QOOOper 2 mnd. Disconto
'f 40. Betaald / 8960. - .
Journaalpost:
Te Innen Wissels / 9000.-
aan Kas ƒ 8960.-
aan Interest „ 40.—
De rekening Interest wordt voor ƒ 40 gecrediteerd, zijnde
de waarde van de verplichting, om den betrokkene nog
2 maanden het gebruik van het geld te laten.
Voorbeeld.
Verdisconteerd bovengenoemden wissel voor ƒ8970.— .
Het bedrag ontvangen.
Journaalpost:
Kas / 8970.-
Interest „ 30.—
aan Te Innen Wissels ƒ9000.—
De waarde van de verplichting, geboekt in het credit
der rekening Interest, is met ƒ 10 verminderd.
Voor deze waardevermindering wordt op het einde van het
boekjaar de rekening Interest gedebiteerd. De rekening
Verlies en Winst wordt dan gecrediteerd.
Als men den wissel verkoopt, verkoopt men niet alleen
het vorderingsrecht, maar draagt men ook de verplichting
aan een ander over, vandaar, dat de rekening Te Innen
Wissels wordt gecrediteerd voor ƒ 9000 en de rekening
Interest gedebiteerd voor ƒ 30.
Trekt men een wissel aan eigen order of ontvangt men
een wissel ter inning eener vordering, dan wordt de
106
rekening Te Innen Wissels gedebiteerd en de rekening
Debiteuren gecrediteerd.
Te betalen Wissels.
Deze rekening treedt' in de plaats van de rekening
Crediteuren of van een andere rekening, waarop de schuldaan
iemand staat geboekt:
I". wanneer men een wissel accepteert,
2°. wanneer men advies ontvangt van het trekken van
een wissel.
3°. wanneer men een promesse afgeeft.
Deze rekening wordt dan gecrediteerd.
Zij wordt gedebiteerd, als de wisselschuld wordt betaald.
Wordt de wissel of promesse voor den vervaldag betaald,
dan wordt de rekening Interest gecrediteerd voor het verschil
tusschen de nominale en contante waarde.
Voorbeeld.
Gedisconteerd onze promesse aan P. van Dalen alhier,
groot / 8000. Disconto / 20. Betaald ƒ 7980.
Journaal post:
Te betalen Wissels / 8000
aan Kas / 7980
aan Interest „ 20
De rekening Interest was indertijd gedebiteerd voor de
de waarde van het recht, dat men had, om de betaling uit
te stellen.
Bij betaling van de schuld doet men tevens afstand van
het recht, dat nu op ƒ 20 wordt gewaardeerd.
Vandaar Interest credit voor ƒ 20.
Was intertijd het recht b.v. op ƒ 30 gewaardeerd, dan
blijkt hieruit een waardevermindering van / 10, die op het
einde der boekingsperiode wordt afgeschreven.
107
Goederen in Consignatie. Vorderingen in vreemd geld.
M/R of Mijne Rekening.
Goederen worden weleens naar een buitenlandschen
commissionnair gezonden, om door hem verkocht te worden.
Men noemt dit goederen in consignatie zenden of goederen
consigneeren.
Het is gewoonte de geconsigneerde goederen op een afzonderlijke
rekening te boeken.
Voorbeeld.
Memoriaalpost: Geconsigneerd aan A. Balfour te Londen
25 pakken tabak,
Inkoopsprijs / 5000.—
Betaald aan verzendingskosten „ 200. — / 5200.—
De waarde van de 25 pakken tabak, die in consignatie
bij A. Balfour zijn, is voor den koopman / 5200.
De waarde was voor hem ƒ 5000, toen de goederen zich
in zijn eigen pakhuis bevonden.
De journaalpost zal luiden:
Goederen in Consignatie
25 pn. tabak onder A. Balfour te Londen / 5200.—
Aan Goederen
pn. tabak / 5000.-
Aan Kas
betaald ' „ 200.-
Zijn de onkosten van de verzending nog niet betaald,
dan wordt in plaats van de rekening Kas, de rekening
Onkosten gecrediteerd.
Deze rekening treedt dan op als schuldrekening.
Men gebruikt voor deze schuld de rekening Onkosten
en niet de rekening Crediteuren, omdat men gewoon is bij
het betalen van Onkosten de rekening van dien naam
te de biteeren.
Zijn de onkosten reeds betaald en voorloopig in het
debet der rekening Onkosten geboekt, dan moet deze
rekening gecrediteerd worden volgens den regel op bladz. 51.
108
Voorbeeld.
Memoriaalpost. Verkooprekening ontvangen van A. Balfour
te Londen over de voor onze rekening
verkochte 25 pn. tabak.
Bruto-provenu £ 500.— .—
af: onkosten . . . £ 20. —.—
provisie 2%. . . . £ 1 0 . - . - £ 3 0 . - . -
netto provenu £ 470. — .—
a / 12.10 = ƒ 5687.-.
Uit deze verkooprekening blijkt, dat de goederen opgebracht
hebben netto £ 470. — . — .
Er is een vordering op A. Balfour ontstaan van £ 470. —. —.
De vraag is nu, welke waarde daaraan moet toegekend
worden.
Men kan de waarde daarvan bepalen met behulp van
den genoteerden wisselkoers op Londen.
Is deze / 12.10, dan is de waarde van de geheele vordering
ƒ 5687 en is dit bedrag de waarde, waarvoor de
goederen zijn verkocht.
De rekening, waarop de vordering van £ 470. — .— geboekt
wordt, moet dan gedebiteerd worden voor / 5687 en
de rekening Goederen in Consignatie gecrediteerd.
De vordering kan geboekt worden op één der volgende
rekeningen:
Debiteuren in vreemd geld.
Debiteuren in £.
A. Balfour te Londen (vreemd geld).
A. Balfour te Londen M/R.
De laatste rekening wordt gewoonlijk gebruikt, als het
aantal vorderingen in vreemd geld niet groot is.
M/R is een verkorting van Mijne Rekening.
Staat men in financiëele betrekking tot buitenlandsche
personen, dan kan het voorkomen, dat men vorderingen en
109
schulden in vreemde en in eigen munt op of aan een zelfden
persoon heeft.
Laat men door een buitenlandsch handelshuis goederen
verkoopen, dan ontstaat er een vordering in vreemde munt;
laat men goederen koopen, dan ontstaat er een schuld in
vreemde munt.
Vorderingen en schulden, die ontstaan, doordat een buitenlandsch
handelshuis voor ons handehngen heeft verricht,
boeken we op een rekening, waarboven de naam van dit
handelshuis staat, met de bijvoeging M/R of O/R (mijne
rekening of onze rekening).
De handelingen, waardoor die vorderingen en schulden
zijn ontstaan, zijn voor onze rekening verricht. Een M/R of
O/R is dus steeds een rekening van vordering of schuld in
vreemd geld.
Koopt of verkoopt men daarentegen voor een buitenlandsch
huis, dan ontstaan er voor ons vorderingen of schulden in
onze eigen munt.
Deze worden geboekt op een rekening, waarboven de
naam van het buitenlandsch huis staat, met de bijvoeging
Z/R of H/R (zijne of hunne rekening).
De vorderingen en schulden zijn nl. ontstaan door transacties
voor zijn of hun rekening.
De journaalpost, die van de verkooprekening wordt gemaakt,
luidt:
A. Balfour te Londen M/R
voor het netto provenu van 25 pn. tabak
£ 4 7 0 . - . - . / 5687
Aan Goederen in Consignatie
25 pn. tabak onder A. Balfour te Londen . . . / 5687
De vordering op A. Balfour kan op verschillende manieren
vereffend worden.
Een van de meest gebruikelijke is, dat men een wissel
110
van £ 470. —. — op hem trekt en dien aan een bankinstelling
of door tusschenkomst van een wisselmakelaar verkoopt.
Voorbeeld,
Memoriaalpost. Getrokken op A. Balfour te Londen aan de
order van de Twentsche Bank, alhier, een
wissel, groot £ 470. Hiervoor ontvangen è.
/ 12.11 = / 5691.70.
Journaalpost:
Kas
Ontvangen ƒ 5691.70
Aan A. Balfour te Londen M/R
op hem getrokken £ 4 7 0 . - . - ƒ 5691.70
De waarde van de vordering is / 4.70 gestegen. Deze
waardestijging wordt eerst op het einde van het boekjaar
geboekt.
Voorbeeld.
De rekening A. Balfour te Londen M/R staat op het einde
van het boekjaar:
debet voor £ 1000 en / 12100
en credit „ £ 900 en „ 10899.-.
Hoe groot is de winst of het verlies ?
Hoe wordt de rekening afgesloten ?
Koers bij afsluiting / 12.12.
De waarde van de resteerende vordering is 100 X/12.12
= ƒ 1212.
Het debetsaldo der rekening is / 1201. Om de rekening
weder de juiste waarde der vordering te doen aangeven,
zal ze voor / I l moeten worden gedebiteerd.
De winst is dus / 11. — .
Journaalpost.
A. Balfour te Londen M/R.
Voor winst / 11.—
Aan Verlies en Winst
Voor winst op A. Balfour te Londen m/r. . . . ƒ 11.—
I l l
De rekening ziet er na afsluiting en heropening aldus uit:
Debet. A. Balfour te Londen M/R. Credit.
Totaal
Winst
Saldo
£1000.-.-
£1000.-.-
£ 100.-.-
ƒ12100
, 11
ƒ12111
ƒ 1212
—
Totaal
Saldo
£ 900.-.-
£ 100.-.-
£1000.-.-
ƒ10899
„ 1212
ƒ12111
Koop in het Buitenland.
Goederen van Buitenslands. M/R.
Koopt men goederen in het buitenland rechtstreeks van
den leverancier, dan ontvangt men een factuur van dezen
in vreemde of in eigen munt.
De factuur wordt in den regel eerder ontvangen dan de
goederen.
Daar de tijdruimte tusschen de ontvangst van de factuur
en het ontvangen van de goederen door het snelle vervoer
niet groot is, wacht men meestal met het boeken van den
koop totdat de goederen zijn aangekomen.
In het grootboek debiteert men dan de rekening Goederen
en crediteert men de rekening, waarop de schuld geboekt
wordt.
Men gaat ook weleens anders te werk.
Men debiteert de rekening Goederen van Buitenslands.
Komen de goederen aan, dan debiteert men de rekening
Goederen en crediteert de rekening Goederen van Buitenslands.
Voorbeeld.
Memoriaalpost. Factuur ontvangen van John Walker & Co.
te Greenock over 50 zakken suiker £ 60. —. —
a / 12.10 = / 726.-.
De factuur is in Engelsch geld uitgedrukt. Er is een
schuld aan John Walker & Co. te Greenock ontstaan van
£60. — . — . De waarde hiervan wordt berekend tegen den
genoteerden wisselkoers, bv. ƒ 12,10 en is dus / 726.
I ),-.
112
De bezitting Suiker heett een waarde van / 726.— .
Journaalpost:
Goederen van Buitenslands.
50 zakken suiker ƒ 726.—
Aan John Walker & Co. te Greenock M/R
Voor hun factuur over 50 zn. suiker £ 60y. . . . / 726. —
Voo7'beeld.
Memoriaalpost. Ontvangen uit Greenock van John.
Walker & Co. 50 zn. suiker.
Factuurbedrag ƒ 726.—
Onkosten . . „ 1216.-i)
/ 1942.-
Journaalpost:
Goederen
50 zn. Suiker / 1942.-
Aan Goederen van Buitenslands
50 zn. Suiker / 726.-
Aan Onkosten
Onkosten op 50 zn. Suiker „ 1216.—
De waarde van de goederen is / 1942. Voor dit bedrag
debiteert men de rekening Goederen.
De rekening Goederen van Buitenslands wordt gecrediteerd,
omdat de waarde van de goederen, die uit het buitenland
onderweg zijn, met / 726.— vermindert.
De rekening Onkosten treedt in dit geval op als rekening
van schuld. -r
Voorbeeld.
Memoriaalpost. Betaald aan de Associatie-Cassa den zicht-wissel
van John Walker & Co. te