|
klein (250x250 max)
gemiddeld (500x500 max)
groot
Extra Large
groot ( > 500x500)
Hoge Resolutie
|
|
NEDERLANDSCH INSmTOüt VOOR EFFICIENCY AMSTERDAM BUREAU: WILLEM WITSENPLEIN 6, -s-GRAVENHAGE TELEFOON 774520 DE BETREKKELIJKE WAARDE VAN ARBEIDS-ANALYSE, MECHANISATIE EN TAAK-METING DOOR Ir. ERNST HUMANS r H Vlle Internationaal Congres voor Wetenschappelijke 1 P"«»iicatie Bedrijfsorganisatie, | No. 168 1938, Washington Regelen omtrent het gebruik der boekerij van het Nederlands Instituut van Accountants, vastgesteld in de bestuursvergadering van 5 Mei 1948. 1. Leden en assistenten van het Instituut kunnen gratis van de bibliotheek gebruik maken. 2. De termijn van uitlening is als regel één maand; deze kan op aanvraag worden verlengd. 3. Indien een herinnering aan terugzending nodig is, betalen I leden en assistenten hiervoor f O 10 administratiekosten. 4. Tijdschriften worden alleen in gebonden jaargangen uitgeleend; lopende jaargangen liggen ter inzage. 5. Boeken, welke voor examinatoren van belang kunnen zijn, kunnen indien nodig binnen de duur van een maand worden teruggevraagd. Van deze omstandigheid wordt als regel in de desbetreffende boeken melding gemaakt. 6. Anderen dan leden of assistenten van het Instituut kunnen van de bibliotheek geen gebruik maken, uitgezonderd: bibliotheken, ten aanzien waarvan wederkerigheid verzekerd is, en wel gratis, indien ook te dezen aanzien wederkerigheid bestaat, studenten van Nederlandse Universiteiten of Hogescholen, op dezelfde voorwaarden als die, welke ook voor assistenten van het Instituut gelden, personen die, ter beoordeling van de Adjunct-Secretaris van het Instituut, onder door hem te stellen voorwaarden tot het gebruik van de bibliotheek worden toegelaten. Koninklijk NIVRA 2060 017 0690 ( J ^ nu^^^ ^ Nr. 168 658.51 DE BETREKKELIJKE WAARDE VAN ARBEIDS-ANALYSE, MECHANISATIE EN TAAK-METING door Ir. ERNST HIJMANS '''V., INLEIDING. Er is een gevaarlijke neiging om elk van deze elementen van jrijfsbeheer beurtelings te beschouwen als het eene en eenige angrijke punt, al naar gelang van de positie van den waarnemer ^.1 van zijn gevoelshouding. Journalisten spreken vlot over de mechanisatie, die ons tot slaven maakt in een wereld van „robots". De arbeidersbeweging ziet nog altijd bedrijfsleiding als iets, dat den arbeider tot waanzinnige snelheden moet drijven, terwijl zijn collega's werkloos worden. Terzelfder tijd beroemen zelfs ,,roode" regeeringen zich erop, sensationeele nieuwe maatstaven te ontdekken voor het vaststellen van de „efficiënte" taak. Het lijkt nuttig deze tegenstrijdige gedachtengangen te ontwarren en te zoeken naar een opbouwend, omvattend overzicht van de plichten en mogelijkheden van modern bedrijfsbeheer. I. OVERDRACHT VAN BEKWAAMHEID. De geboorte van de technische kennis. Eén van de opvallende contrasten tusschen de tegenwoordige werkwijze en onze voorstellingen van het middeleeuwsche handwerk ligt in de afscheiding van het technische weten uit handwerks-verrichtingen. 2 Moderne machines en bedrijfsbeheer worden te gemakkelijk verantwoordelijk gesteld voor deze afscheiding. Slechts het meest primitieve werk wordt onderbewust gedaan. Zeer spoedig wordt de erfelijk verkregen „praktijk" samengevat tot een bedrijfskennis, die dan verder mondeling wordt doorgegeven van meester op leerling. Zelfs in de oude Europeesche gilden was aldus reeds een aanzienlijk fonds gevormd van onpersoonlijke kennis en kunstmatige voorzorgen moesten het uitlekken ervan voorkomen buiten den economischen kring, die ervan leefde. Na 1500 toonden boeken als Agricola's ,,Verhandeling over Mijnbouw en Metaalbewerking" ons, dat ingenieurskunde als draagbare wetenschap veel ouder is dan de industrie. Naarmate technische kennis bewust wordt, is het mogelijk deze onder te verdeelen en elk deel ervan te onderwijzen aan afzonderlijke arbeiders, aldus een volledig product verkrijgend door middel van arbeid, die ambachtsopleiding noch ondervinding van noode heeft. Deze arbeidsverdeeling — gegroeid uit het gildestelsel zelf •— ondermijnde de sociale grondslagen ervan. De schepping van een open arbeidsmarkt. De ontwikkeling van nationale, internationale en koloniale handel leidde de ,,merchant-adventurers" ertoe, ten volle de mogelijkheden der arbeidsverdeeling uit te buiten. Buiten de muren der steden leefden groote aantallen mannen en vrouwen voortdurend op den grens van den honger en zij werden gemakkelijk ingelijfd in die takken van voortbrenging, waar het scheppen van zich herhalende deel-taken het gemakkelijkst was. Zoo schreef de Fransche natuurkundige Coulomb reeds in 1760 over de toepassing van tijdstudie in de speldenindustrie. Het typische kenmerk van deze eerste industrieën was hun tegenstelling met de persoonlijke verhouding tusschen meester en leerling in de gilden. 3 In de nieuwe fabrieken werd „arbeid" voor de eerste maal een handelsartikel, gekocht in de open markt, waar — in dien tijd — het aanbod altijd de vraag overtrof. Amorphe arbeid in de productie — altijd een bedreiging voor de menschelijke waardigheid en sociale gezondheid — groeide uit tot een overheerschende factor lang vóór de groote uitvindingen op mechanisch gebied werden gedaan. De gilde-evolutie zelf had den doodelijken vijand geschapen, die het gildewezen vernietigde. Dfijfkracht-mechanisatie. De middeleeuvvsche productie had niet alleen kennis afgezonderd, hetzelfde Vv'as geschied met lichamelijke inspanning. Zoodra een meester met leerlingen werkte, lag het voor de hand het werk zóó te regelen, dat de vermoeiendste karweitjes toegewezen werden aan de jongere leden van de ploeg. Dit leidde tot overdracht op dieren-, water-, of windkracht in zulke bedrijven als mijnbouw en metaalindustrie, waar de lichamelijke inspanning aanzienlijk was. De ontwikkeling van stoomkracht was het logische gevolg van deze afscheiding der inspanning. In de verdere ontwikkeling, toen de electriciteit de verdeeling van kracht vergemakkelijkte en haar ais het ware ,,vloeibaar" maakte, werd de overdracht van lichamelijke inspanning een stimulans voor de overdracht van bekwaamheid. Zelfs tegenwoordig zijn de moeilijkste taken die, waar een lichamelijk vermoeiende beweging gecombineerd is met manueele handigheid. De vloeibaarheid van mechanische drijfkracht is daarom het uitgangspunt voor verdere overdracht van manueele handigheid. Mechanisatie van handigheid. Als de arbeidsverdeeling een taak heeft vereenvoudigd tot een 4 repeteerende beweging van korten duur, kunnen een krukas en dergelijke mechanismen concurreeren met menschelijke hersenen en zenuwen. Daarom kwam mechanisatie het eerst voor in die industrieën, waar elementaire bewegingen het eenvoudigst waren en het te bewerken materiaal eenvormig, (katoenspinnerij). Industrieele bewerkingen zijn niet vanzelf geheel „mechanisatie-rijp". Machines kunnen dikwijls niet reageeren op verscheidenheid in de structuur en samenstelling van het materiaal en de primitieve machines leenden zich niet gemakkelijk voor wisseling van product. De meeste primitieve mechanisaties hebben aldus nog menschelijk toezicht noodig om de werking van het mecaniek te verbeteren en om de aanpasbaarheid te verhoogen. Het was in deze phase, dat mannen en vrouwen gebruikt werden als hulp voor onvolmaakte mecanieken en dat in waarheid gezegd kon worden, dat het menschelijke element slaaf gemaakt was van de machine. Machines als industrie-product. De eerste machines werden gemaakt door geniale enkelingen en hun schepping was omringd door al de geheimzinnigheid en gilde-trotsch der Middeleeuwen. In het begin van de 19e eeuw echter werden arbeidsverdeeling, drijfkracht-mechanisatie en zelfs het gebruik van ongeschoolde arbeiders aangewend in de productie van de machine zelf. Het ontstaan van een gereedschapswerktuigen-industrie en van technische handboeken deden den nimbus verdwijnen van magische geheimzinnigheid omtrent machines. Mechanismen werden een product en de machine-industrie zelf begon te zoeken naar steeds nieuwe gebieden van mechanisatie. Deze secundaire industrie begon dus de overdracht van bekwaamheid in de primaire industrieën als textiel- en voedingsmiddelen- industrie te beïnvloeden. De machine — nog altijd een wonder voor journalisten — werd een gewone dagelijksche factor van 5 het industrieele leven. Mechanische uitvindingen waren niet langer een onverwachte draai van het rad van fortuin, maar werden op bestelling gemaakt. II. BEDRIJFSBEHEER EN INDUSTRIE. Terugdringing van het technische in het industrie-beheer. Tegen het einde van de 19e eeuw wekte deze snelle evolutie zulke reacties, dat deze haar voortgang dreigden te zullen stuiten. Gemechaniseerde productie was over de wereld verspreid in een steeds toenemend tempo. Engeland werd overvleugeld door andere landen als „Werkplaats der wereld", en alle niet bezette gebieden op aarde waren gegrepen door de koloniale expansie. Het economische apparaat was niet even snel gegroeid als productie en vervoer. Financiering werd een kansspel op steeds onzekerder gegevens. De distributie was primitief en vol risico's. In zulke omstandigheden leken alle technische problemen betrekkelijk gemakkelijk. In het begin van de eeuw waren uitvinders en technici de ,,captains of industry". Nu kwam de leiding meer in handen van hen, die de klippen van financiering en afzet konden omzeilen. De groot-industrieel werd zakenman, die krachten in dienst nam voor de fabricage en die technische problemen aan anderen overliet. De resultaten werden hoofdzakelijk in geld uitgedrukt en al te vaak alleen in geldwinst op korten termijn. De uitbreiding der gemechaniseerde productie bevorderde de opvatting, dat arbeid een handelsartikel was, maar arbeidersbeweging en wetgeving verzekerden een minimum levensstandaard. De vermindering van loonkosten in het product werd gezocht door opvoering van de productie per eenheid van arbeid. Deze productie werd algemeen verondersteld, geheel in handen van den werkman te liggen en zijn medewerking moest gekocht worden in den vorm van stukloon, tarief- en premiestelsels. Hier echter open- 6 baarde zich de bedrieglijkheid van de opvatting, dat arbeid als handelswaar te beschouwen is. Druk en tegendruk op de arbeidsmarkt werden vanzelf gericht op de gemiddelde levensstandaard en sociale krachten drongen ertoe om de betaling van allen arbeid dicht bij dit gemiddelde te houden. De arbeiders leerden snel, door bittere ervaring, dat een toeneming van productie vroeger of later gevolgd werd door één of andere vorm van stukprijsherziening, zoodat meer werk gedaan moest worden voor hetzelfde gemiddelde dagloon. De „stelselmatige lijntrekkerij", waarover Taylor schrijft, was een typeerend verschijnsel van deze periode, toen slecht opgeleide meesterknechts, van arbeider uit bevorderd, een strijd moesten voeren tegen hun vroegere kameraden zonder cenige technische vorming voor dien strijd. Wetenschappelijk bedrijfsbeheer. Taylors werk begon in deze atmosfeer van wantrouwen en bazen-empirisme en zijn eerste pogingen richtten zich eenvoudig op het vinden van nieuwe wapenen in den strijd tegen zijn arbeiders. Tijdstudie per element en differentieel stukloon, gebaseerd op maximum prestatie, zijn typeerend voor zijn opvattingen in deze beginperiode. De fundamenteele waarde van zijn pionierswerk kwam echter eerst uit in de tweede phase, toen hij de verantwoordelijkheid der bedrijfsleiding erkende voor bijna eiken factor, die de productie beïnvloedde. Het werk van Taylor, Gant, Gilbreth en vele anderen, was de gezonde reactie tegen de terugdringing der techniek in het industrie-beheer. Het had het meest vat op takken als de machinebouw, waar gezonde technische condities in de werkplaats een meer direc-ten invloed hebben op de financieele resultaten dan in de serie-vervaardiging. Omstreeks 1913 begon de door Taylor ingeleide reactie de hou- 7 ding van de industrieelen over de heele wereld te beïnvloeden en het scheen, dat de aandacht op den ,,zaken"kant van de industrie plaats zou maken voor een meer evenwichtige aandacht voor alle invloedsfactoren op de productie. De terugval door den oorlog. De oorlog en de wilde speculatie, die er op volgde, vormden een algemeenen terugval naar de denkwijze van de 19e eeuw. Economische continuïteit en evenwicht werden vernietigd, het product werd gemaakt zonder zich om den kostprijs te bekommeren en onder arbeidsomstandigheden, die aan de traditioneele terughouding ontsnapten. Weer was de zakenman koning en er was geen aandacht of tijd voor de geduldige analyse op langen termijn, die de hoeksteen van Taylors werk was. Kunstmatige specialisatie stelde de taken in op laagste kwaliteit van werkers en mechanisatie werd doorgezet zonder omzien naar rendement van kapitaal. Repetitiewerk, veelal met onrijpe machines of gereedschappen, v;erd op grooten schaal toegepast en het was natuurlijk, dat de zakenkoningen van het oogenblik toegankelijk waren voor elk middel tot verhooging van productie, dat snelle resultaten beloofde zonder de langdradige ,,complicaties" van wetenschappelijk bedrijfsbeheer. De overmatige internationale aandacht voor taakmeting is de practische uitdrukking van dezen terugval. Taylors werk omvatte zeker ook de taakmeting, inaar zijn boeken zijn vol waarschuwingen tegen degenen, die in deze meting een volledige oplossing van bedrijfsproblemen willen zien. Het feit, dat zoo vele belangrijke industrieën deze waarschuwingen van Taylor vergeten schenen te hebben, was een teeken der tijden gedurende den oorlog en de periode van herstel. De krachtige reactie der arbeidersbeweging in alle landen tegen zulke eenzijdige 8 pogingen en de minder zichtbare, maar zekere terugkeer der be-drijfsingenieurs van deze excessen bewijzen, dat het bedrijfsbeheer het pad van de natuurlijke evolutie terug vindt. Er is geen twijfel, dat dit ligt, waar Taylor het voorzag: het pad van geduldige research van de leidende technici betreffende alle problemen, over de mogelijkheid voor den werkman om zijn taak onder de gunstigste omstandigheden te verrichten. Modern bedrijfsbeheer staat en valt met deze arbeidsanalyse en met de synthese van bestudeerde arbeidselementen. Taylor heeft dit samengevat in den term van overdracht van bekwaamheid. In den ouden tijd beteekende bekwaamheid de onbewuste aanpassing van lichaam en hersenen aan een speciaal vak. In de moderne productie moeten we het hoc en waarom van elk gebaar bewust kennen om in staat te zijn deze kennis daarheen over te dragen, waar ze het best gebruikt kan worden. III. TOEKOMSTIGE RICHTING VAN HET BEDRIJFSBEHEER. Werkzaamheden van het bedrijfsbeheer. De crisis in 1930 leerde ons, dat de industrie meer is dan het inkoopen van grondstoffen en arbeid en het verkoopen van product. Te midden van de economische verwarring kwam het onderzoek naar product- en procédéverbetering weer tot zijn recht. Toevallige uitvinding werd vervangen door het systematisch streven naar technische vooruitgang en betere ,,service". Enkele moderne industrieën met continu-productie zouden misschien den indruk moeten geven, dat markt-analyse en laboratorium- onderzoek alle behoeften van het menschdom konden dekken. Men moet echter niet vergeten, dat de mensch produceert om te leven, maar ook andere doeleinden in het leven heeft dan productie alleen. De industrie zal altijd het verlangen moeten bevredigen naar de uitdrukking van den menschelijken aard in al zijn contrasten en 9 verscheidenheid. Productie moet zich steeds weer aanpassen aan de geestelijke en lichamelijke behoeften van tijd en plaats. Zoo zien we dat, terwijl oudere industrieën vereenvoudigd worden door overdracht van bekwaamheid, en de daarop volgende mechanisatie, productie op kleinen schaal van producten met verscheidenheid blijft bestaan. Aan den anderen kant doet datzelfde proces van mechanisatie nieuwe nevenwerkzaamheden ontstaan, die weer nieuwe individueele vervaardigingen in gang zetten. Ook krijgen breede lagen van de bevolking deel in het gebruik van goederen, die vroeger buiten hun bereik waren en de schaal der productie in zekere takken wordt daardoor volkomen veranderd. Over het geheel zijn wij nog zeer ver van den levensvorm, waarin de industrie zich vast zou leggen volgens een algemeen model en de belangrijke elementen van het moderne bedrijfsbeheer zullen voortdurend noodig blijven voor de dageüjksche aanpassing. Planning, coördinatie tusschen afdeelingen en dergelijke elementen van algemeene organisatie zullen de benadering moeten verzekeren tot ,,standard conditions", met het oog waarop Taylor ze invoerde. Terwijl de ,,bekwaamheid" in de oude vakken ,,versteent", worden arbeiders steeds weer voor nieuwe, onbekende taken geplaatst. Elders hebben wij getoond, hoe groot het toepassingsgebied voor taakanalyse in de moderne industrie is. Haar doel is om de moeilijkheden van den werkman aan de bedrijfsleiding te onthullen en de directie te helpen, haar verantwoordelijkheid te nemen voor het oplossen dezer moeilijkheden en om te zorgen voor doelmatige selectie en oefening van arbeiders. ^) Als taakanalyse de moeilijkheden verminderd heeft, zal mechanisatie soms mogelijk zijn. In de overgangsperiode echter zal de arbeider een repeteerende taak hebben, waarvoor snelheid afhangt van zijn inspanning, en hier zal taakmeting van toepassing zijn. 1) Zie ,,Work-analysis without stop-watch", prae-advies, gelezen door den schrijver voor de Manchester Association of Engineers op 12 November 1937. • •'^^3ff^F^?W?S*!^ 40 ^ iö K° _,w 20 1 1 . 0 2 1 S 5 ' 1 1 a I 91 10 11 12 \ \ \ ^ "^ • \ * Vv • \ O '^ \ ^s • K W \ \ ^ \ ^ . >^ ^ 1 X \ ^ \ \ . \ ' \ \\ ^ \ \ \ l x \ \>\ \ \ \r\ \^ •. \ 3 \\%\N \ V« " \ 0 \ \ \ \ 1 w \ ^ "X \ \ 2 1 3 14 15 \ \ \ O \ \ \ \ \ \ o \ \ \ \ , V \\ \, \ ^ \ ^-- \ \ I \ V \ \ ^ \ \\ \ w \ ^ \ ^^ \ \ \ . , N \* \ \« \ \ A \ *^, \ w \ \ \ \ V 5 \ . \ \ o \ o \ ö \ ^ \ W l \SvS \ s V \ \ \ \ ^ 15 16 1 7 IS \ V \ \ s \ \ \ ^ . \ •^ SS \ •v ) ^ J \ s \ \ \ \ s Nv \ "^^ s »- \ 9 20 21 22 23 2d 25__^_ . k \ \ \ \ o \ s \ \ \ \ \ \ \ V \ \ \ \ S \ S ' s s '<: \ ii 2 s^ * \ \ \ \ \ \ s \ \ s \ \J \ \ \ V N,^ S \ i22 1 23 2 \ \ \ A r JÜ 20 ,0 INUTES FOB LOaOING ONLY PER WAGGOH OF 1550 KQ ORE "MINUTES OE CHiRGEMENT PUfi PAR BOaUET OE 1550 KG LEGENDE " ANDREOLI ƒ ORSiNI AND SBARRA WITH LOADING MACHINE g LOPPl [ ORSiNi ET SBARRA AVEC CHARGEUSE ® FUCHS ƒ OfiSIHI AND SBARRA WITHOUT LOADINfi-MACHINE O MiDl \ ORSINI er SBARRA SANS CHARGEUSE O KAPELJ A OARAOA SCALES WITHOUT LOAD/NG-MACMINE 1 MINUTE = 20 MM 5ANS CHARGEUSE 1 "/. BLOCS ^ 3 MM ECHELLES 1 MINUTE . 20 MM I V. 06 BLOCS . 3 MM BUREAU O'INGENIEURS CQNSEILS EN RATIONALISATION T0U5 DROITS RESERVES DESS PVA 5/1-30 NIET CONTINU PRODUCTIE rnMTrMil PRODUCTIE ^ i TYPE VAN INDUSTRIE 1- o z> o o ec a. o u bJ U ao flC 0 . - ) c u h - UJ DC < t N o O CO - J UJ a Q 2 z UJ H X O _ l Q Z UJ a: UJ UJ H-l - tt: UJ Z Z z a:< UJ-J °S D.UI O CHEMISCHE MECHANISCHE HANDWERK VOEDSELBEREIDING CHEMISCHE MET MA. CHINALE BEWERKINGEN MIDDELSOORT MECHANISCH SAMENGESTELD PRODUCT KLEINE MECHANISCHE MASSA PRODUCTIE GENORMALISEERDE MACHINES IN SERIES PRODUCT MET VEEL BEWERKINGEN OP KLEINE SCHAAL CHEMISCHE PRODUCTIE OP KLEINE SCHAAL ZWARE INDUSTRIEËN MIDDELSOORT EN KLEINE MACHINE. BOUW MODE,TEXTIEL EN DER6ELYKE PRODUCTEN VOORBEELDEN N i t r a t e n , pulp en p a p i e r . Hoogovens en s t a a l f a b r l c a g e . Walsnerken. Gieter! j-massaproduct i e . Mijn. Conserven. Blsquitfabricage. Kunstzijde spinnen. Wit spinnen en weven. Leerlooien. Auto's en andere BBS saproducten. lampen, radio. Kantoormaohlnes. Uurwerken. O e e d i n e . ttereedsxïhapsmaohines. Drukken. Textielmachines, enz. Schoenen, kleeding, speelgoed, enz. Geneesmiddelen (Jeneesmiddelen, zeep, sohooniie idsmlddelen, verf. Spoorwagens, scheepsbouw. Motoren. Algemeene maohlneboUw r e p a r a t i e s . COMMERCIEELE EN VERKOOPS ACTIVITEIT '/m///m////////M Vaak vervangen door p r i j s r e g e lingen en quota' £ v,:\-\ 1 Als boven. •"m//.i////////////M Als boven. : //'//A '///////////////////////A >//////////////////////////////////////////h •w////m///m///////////m////////A '///////////////////////A •//////////////////////////m///////////A ''//////////////////////////'//////////////A •////////////////////A WA •wmm//m//m/m////m/m////A ONDERZOEK EN UIT. VINDING VAN PROCESSEN EN PRODUCTEN •////,7/K W/m '/mm//. '•f///////A VA Slechta voor spec i a l e punten. •m///////y 'W///A //////////////// /////////////////A '//////////////„.. .////////////////i W////////////I/KU//////////////A '//////////////,//.,./,^ '///////////////j/y."'////////////A '///////////////////,•',\ '///////,'. 7///////////1 /////////////A '/////,///A ORGANISATIE-;.ON-DERZOEK; COÖRDINATIE, PLANNING, KOST PRYS,ROUTING /////////////k Toor hulpafdee-l i s g e n a l s onderhoud, enz. '///r \ 1 Plannliig belangr i j k roor hoofa-product en hulp-aXdeelin «on. w:.::" , : ..'nm Coördinatie van a l l e werkzaEun-beden. m W///////A Voor bulpafdee-l l n g e n . W////////////////A ////////.•//••" m Planning en budgeteerlng. W////////////////////////////l\ m //////////////A Coördinatie voor aanpasbaarheld. {///////. .'.///A Leverteimljn en k w a l i t e i t . '//////////////////////////////A WERKMETHODEN. ONDERZOEK;AR-BEIDS- ANALYSE •W/A /////////A Op bepaalde punt e n . •'///:: ^ "\ P a r a l l e l net a l gemeene organisa-t i e . '////////////A Om mechanisatie voor te bereiden. •m W/////////A Om neohaniaatle •oor t e bereiden. ////////////////////A On meobanisatle voor t e bereiden. '////////////////////////////////A '////////////////A '/////////A af deelingen. MECHANISATIE m Voor bepaalde problemen. mmm Hoofdzakelijk dnjffcraoht-oe-c h a n i s a t i e . '////m roepassing begrensd door gedec e n t r a l i s e e rd werk. ///////////////////////////////A //////////////A y//////////////////////A W///////////////////////////A \A m TAAKMETING yW\ Slechts a l s l a j - nlddel voor onvoldoende studie M t h o d n . fi U.S boven met ape- ; l a l e beperking net het oog op renroeidN>lrt, Tl sl'èönTa aigemeene aakmeting.Om-itandlgheaen, varië r e n , t e veel vooi w/m Slechts a l s een overgang naar wr' i e r e mechanisatie m Als boven. m Als boven. W///////////A Can s t e r k ontray.- celd worden waar aeohanisatie on-n n e f i l i i k 1a- Ulent venaeden te worden.Methoden bepaald door teoh- //////////,/A Vaak belangrijk in de voim van t a a k s t e l l i n g . '///////////A W//////A A Bepaalde afdeelingen (inpakken). '////////////////////////////////A k ////////////////////////////////A h ///////////////A \////////////A 1 Levertermijn en k w a l i t e i t . Soms voor bepaalde benerkingen. f re veialjden.Werk hangt af van teoh. niaohe factoren. Te vermijden. Te vermijden. 1 BETREKKELYK BELANG VAN BEDRYFSHOOFDPUNTEN VOOR VERSCHILLENDE TYPES VAN INDUSTRIEËN | A.-1271 | rig. 1. 11 Fig. 1 geeft een ruwe classificatie van industrieën in typen weer. Voor elk type is de betrekkelijke belangrijkheid van bedrijfs-beheerswerkzaamheden aangegeven. Tijdelijk karakter van taakmeting. Uit fig. 1 blijkt, dat taakmeting alleen nuttig geacht wordt in gevallen, waar de economische phase van een industrie geen andere middelen mogelijk maakt om een voldoende productie te verzekeren. Volgens de algemeene lijn, geschetst in Hoofdstuk I, richt indu-strieele productie zich altijd naar complete mechanisatie. De twee factoren, die voorkómen, dat het eindpunt bereikt wordt, zijn het gebrek aan uniformiteit van te behandelen materiaal of de begrensde schaal van voortbrenging. Taakmeting zal dus bijna altijd toepassing vinden in omstandigheden, waar de taak zelf slechts bij benadering omschreven kan worden. Een typisch voorbeeld hiervan wordt gegeven in fig. 2, welke eenheidstijden geeft voor het laden van ijzererts in mijnkarren. Nauwkeurige analyse van deze bewerking door film en anderszins toonde, dat het lang niet zoo uniform en quantitatief was als men veronderstelde. Het erts wordt in de galerijen geschoten met springstof en zal gedeeltelijk eruit komen in gruis, dat opgeschept moet worden en gedeeltelijk in blokken, die met de hand opgepakt kunnen worden- Tijdstudie bracht aanzienlijke verschillen aan het licht in den laad-tijd tusschen arbeiders in verschillende deelen van den mijn. Analyse toonde aan, dat de invloed van het percentage blokken op den laad-tijd veel grooter was dan het verschil in ijver tusschen den besten arbeider en den gemiddelden. Dit blok-percentage echter zal niet alleen afhangen van de bekwaamheid, waarmede de schietgaten geplaatst worden, maar ook van de algemeene geografische omstandigheden van eiken ader 12 en van de snelheid van afbouw der galerijen in elk deel van de mijn. Een complete studie van de planning en de algemeene organisatie heeft geleid tot opstelling van laadgemiddelden voor een aantal typen van galerijen, maar het element van speculatie in het voorzien van het % blokken is zoodanig, dat verfijnde taak-meting geen doel heeft voor de vaststelling van deze standaard-laadhoeveelheden. Dergelijke ervaring zal opgedaan worden in textielindustrie, hoewel in mindere mate. Aan den anderen kant wordt de practische graad van nauwkeurigheid van taakmeting in een productie op kleine schaal beperkt door de factor van aanpassing en oefening. In het prae-advies van den heer Ir. Cahen toont hij den tijdsduur, die noodig is, voordat zelfs een geoefende arbeider volledige efficiency bereikt in een nieuwe taak. De verliezen van dezen aard zijn zoo belangrijk, dat het ook hier nutteloos is om de details van de taak-toewijzing haarfijn te berekenen, als aanzienlijke oefentoeslagen gegeven moeten worden. IV. CONCLUSIES. 1. Modern bedrijfsbeheer bestaat in wezen uit het bewust maken van de elementen van bekwaamheid en het zoodoende voorbereiden van de overdracht van bekwaamheid naar mechanismen. 2. De industrieele evolutie, die oude industrieën steeds meer vereenvoudigt door deze mechanisatie, schept voortdurend nieuwe gebieden van toepassing voor algemeene organisatie, arbeidsanalyse en taakmeting. 3. In deze evolutie wordt taakmeting een overgangsstadium in gevallen, waar de aard van materiaal of de schaal van productie mechanisatie onmogelijk maakt. De graad van nauwkeurigheid dezer meting is daar echter begrensd en zijn sociale en technische belangrijkheid behooren niet overschat te worden. I H 00341
Click tabs to swap between content that is broken into logical sections.
Titel | De betrekkelijke waarde van arbeids-analyse, mechanisatie en taak-meting |
Auteur | door Ernst Hijmans |
Collectienaam | NIVRA Historisch Archief, UBVU gedigitaliseerd |
PPN | 344557316 |
UBVU-ID | 0411020341001 |
Toegangsgegevens (URL) | http://imagebase.ubvu.vu.nl/getobj.php?ppn=344557316 |
Signatuur origineel | NIVRAHA341 |
Transcript | NEDERLANDSCH INSmTOüt VOOR EFFICIENCY AMSTERDAM BUREAU: WILLEM WITSENPLEIN 6, -s-GRAVENHAGE TELEFOON 774520 DE BETREKKELIJKE WAARDE VAN ARBEIDS-ANALYSE, MECHANISATIE EN TAAK-METING DOOR Ir. ERNST HUMANS r H Vlle Internationaal Congres voor Wetenschappelijke 1 P"«»iicatie Bedrijfsorganisatie, | No. 168 1938, Washington Regelen omtrent het gebruik der boekerij van het Nederlands Instituut van Accountants, vastgesteld in de bestuursvergadering van 5 Mei 1948. 1. Leden en assistenten van het Instituut kunnen gratis van de bibliotheek gebruik maken. 2. De termijn van uitlening is als regel één maand; deze kan op aanvraag worden verlengd. 3. Indien een herinnering aan terugzending nodig is, betalen I leden en assistenten hiervoor f O 10 administratiekosten. 4. Tijdschriften worden alleen in gebonden jaargangen uitgeleend; lopende jaargangen liggen ter inzage. 5. Boeken, welke voor examinatoren van belang kunnen zijn, kunnen indien nodig binnen de duur van een maand worden teruggevraagd. Van deze omstandigheid wordt als regel in de desbetreffende boeken melding gemaakt. 6. Anderen dan leden of assistenten van het Instituut kunnen van de bibliotheek geen gebruik maken, uitgezonderd: bibliotheken, ten aanzien waarvan wederkerigheid verzekerd is, en wel gratis, indien ook te dezen aanzien wederkerigheid bestaat, studenten van Nederlandse Universiteiten of Hogescholen, op dezelfde voorwaarden als die, welke ook voor assistenten van het Instituut gelden, personen die, ter beoordeling van de Adjunct-Secretaris van het Instituut, onder door hem te stellen voorwaarden tot het gebruik van de bibliotheek worden toegelaten. Koninklijk NIVRA 2060 017 0690 ( J ^ nu^^^ ^ Nr. 168 658.51 DE BETREKKELIJKE WAARDE VAN ARBEIDS-ANALYSE, MECHANISATIE EN TAAK-METING door Ir. ERNST HIJMANS '''V., INLEIDING. Er is een gevaarlijke neiging om elk van deze elementen van jrijfsbeheer beurtelings te beschouwen als het eene en eenige angrijke punt, al naar gelang van de positie van den waarnemer ^.1 van zijn gevoelshouding. Journalisten spreken vlot over de mechanisatie, die ons tot slaven maakt in een wereld van „robots". De arbeidersbeweging ziet nog altijd bedrijfsleiding als iets, dat den arbeider tot waanzinnige snelheden moet drijven, terwijl zijn collega's werkloos worden. Terzelfder tijd beroemen zelfs ,,roode" regeeringen zich erop, sensationeele nieuwe maatstaven te ontdekken voor het vaststellen van de „efficiënte" taak. Het lijkt nuttig deze tegenstrijdige gedachtengangen te ontwarren en te zoeken naar een opbouwend, omvattend overzicht van de plichten en mogelijkheden van modern bedrijfsbeheer. I. OVERDRACHT VAN BEKWAAMHEID. De geboorte van de technische kennis. Eén van de opvallende contrasten tusschen de tegenwoordige werkwijze en onze voorstellingen van het middeleeuwsche handwerk ligt in de afscheiding van het technische weten uit handwerks-verrichtingen. 2 Moderne machines en bedrijfsbeheer worden te gemakkelijk verantwoordelijk gesteld voor deze afscheiding. Slechts het meest primitieve werk wordt onderbewust gedaan. Zeer spoedig wordt de erfelijk verkregen „praktijk" samengevat tot een bedrijfskennis, die dan verder mondeling wordt doorgegeven van meester op leerling. Zelfs in de oude Europeesche gilden was aldus reeds een aanzienlijk fonds gevormd van onpersoonlijke kennis en kunstmatige voorzorgen moesten het uitlekken ervan voorkomen buiten den economischen kring, die ervan leefde. Na 1500 toonden boeken als Agricola's ,,Verhandeling over Mijnbouw en Metaalbewerking" ons, dat ingenieurskunde als draagbare wetenschap veel ouder is dan de industrie. Naarmate technische kennis bewust wordt, is het mogelijk deze onder te verdeelen en elk deel ervan te onderwijzen aan afzonderlijke arbeiders, aldus een volledig product verkrijgend door middel van arbeid, die ambachtsopleiding noch ondervinding van noode heeft. Deze arbeidsverdeeling — gegroeid uit het gildestelsel zelf •— ondermijnde de sociale grondslagen ervan. De schepping van een open arbeidsmarkt. De ontwikkeling van nationale, internationale en koloniale handel leidde de ,,merchant-adventurers" ertoe, ten volle de mogelijkheden der arbeidsverdeeling uit te buiten. Buiten de muren der steden leefden groote aantallen mannen en vrouwen voortdurend op den grens van den honger en zij werden gemakkelijk ingelijfd in die takken van voortbrenging, waar het scheppen van zich herhalende deel-taken het gemakkelijkst was. Zoo schreef de Fransche natuurkundige Coulomb reeds in 1760 over de toepassing van tijdstudie in de speldenindustrie. Het typische kenmerk van deze eerste industrieën was hun tegenstelling met de persoonlijke verhouding tusschen meester en leerling in de gilden. 3 In de nieuwe fabrieken werd „arbeid" voor de eerste maal een handelsartikel, gekocht in de open markt, waar — in dien tijd — het aanbod altijd de vraag overtrof. Amorphe arbeid in de productie — altijd een bedreiging voor de menschelijke waardigheid en sociale gezondheid — groeide uit tot een overheerschende factor lang vóór de groote uitvindingen op mechanisch gebied werden gedaan. De gilde-evolutie zelf had den doodelijken vijand geschapen, die het gildewezen vernietigde. Dfijfkracht-mechanisatie. De middeleeuvvsche productie had niet alleen kennis afgezonderd, hetzelfde Vv'as geschied met lichamelijke inspanning. Zoodra een meester met leerlingen werkte, lag het voor de hand het werk zóó te regelen, dat de vermoeiendste karweitjes toegewezen werden aan de jongere leden van de ploeg. Dit leidde tot overdracht op dieren-, water-, of windkracht in zulke bedrijven als mijnbouw en metaalindustrie, waar de lichamelijke inspanning aanzienlijk was. De ontwikkeling van stoomkracht was het logische gevolg van deze afscheiding der inspanning. In de verdere ontwikkeling, toen de electriciteit de verdeeling van kracht vergemakkelijkte en haar ais het ware ,,vloeibaar" maakte, werd de overdracht van lichamelijke inspanning een stimulans voor de overdracht van bekwaamheid. Zelfs tegenwoordig zijn de moeilijkste taken die, waar een lichamelijk vermoeiende beweging gecombineerd is met manueele handigheid. De vloeibaarheid van mechanische drijfkracht is daarom het uitgangspunt voor verdere overdracht van manueele handigheid. Mechanisatie van handigheid. Als de arbeidsverdeeling een taak heeft vereenvoudigd tot een 4 repeteerende beweging van korten duur, kunnen een krukas en dergelijke mechanismen concurreeren met menschelijke hersenen en zenuwen. Daarom kwam mechanisatie het eerst voor in die industrieën, waar elementaire bewegingen het eenvoudigst waren en het te bewerken materiaal eenvormig, (katoenspinnerij). Industrieele bewerkingen zijn niet vanzelf geheel „mechanisatie-rijp". Machines kunnen dikwijls niet reageeren op verscheidenheid in de structuur en samenstelling van het materiaal en de primitieve machines leenden zich niet gemakkelijk voor wisseling van product. De meeste primitieve mechanisaties hebben aldus nog menschelijk toezicht noodig om de werking van het mecaniek te verbeteren en om de aanpasbaarheid te verhoogen. Het was in deze phase, dat mannen en vrouwen gebruikt werden als hulp voor onvolmaakte mecanieken en dat in waarheid gezegd kon worden, dat het menschelijke element slaaf gemaakt was van de machine. Machines als industrie-product. De eerste machines werden gemaakt door geniale enkelingen en hun schepping was omringd door al de geheimzinnigheid en gilde-trotsch der Middeleeuwen. In het begin van de 19e eeuw echter werden arbeidsverdeeling, drijfkracht-mechanisatie en zelfs het gebruik van ongeschoolde arbeiders aangewend in de productie van de machine zelf. Het ontstaan van een gereedschapswerktuigen-industrie en van technische handboeken deden den nimbus verdwijnen van magische geheimzinnigheid omtrent machines. Mechanismen werden een product en de machine-industrie zelf begon te zoeken naar steeds nieuwe gebieden van mechanisatie. Deze secundaire industrie begon dus de overdracht van bekwaamheid in de primaire industrieën als textiel- en voedingsmiddelen- industrie te beïnvloeden. De machine — nog altijd een wonder voor journalisten — werd een gewone dagelijksche factor van 5 het industrieele leven. Mechanische uitvindingen waren niet langer een onverwachte draai van het rad van fortuin, maar werden op bestelling gemaakt. II. BEDRIJFSBEHEER EN INDUSTRIE. Terugdringing van het technische in het industrie-beheer. Tegen het einde van de 19e eeuw wekte deze snelle evolutie zulke reacties, dat deze haar voortgang dreigden te zullen stuiten. Gemechaniseerde productie was over de wereld verspreid in een steeds toenemend tempo. Engeland werd overvleugeld door andere landen als „Werkplaats der wereld", en alle niet bezette gebieden op aarde waren gegrepen door de koloniale expansie. Het economische apparaat was niet even snel gegroeid als productie en vervoer. Financiering werd een kansspel op steeds onzekerder gegevens. De distributie was primitief en vol risico's. In zulke omstandigheden leken alle technische problemen betrekkelijk gemakkelijk. In het begin van de eeuw waren uitvinders en technici de ,,captains of industry". Nu kwam de leiding meer in handen van hen, die de klippen van financiering en afzet konden omzeilen. De groot-industrieel werd zakenman, die krachten in dienst nam voor de fabricage en die technische problemen aan anderen overliet. De resultaten werden hoofdzakelijk in geld uitgedrukt en al te vaak alleen in geldwinst op korten termijn. De uitbreiding der gemechaniseerde productie bevorderde de opvatting, dat arbeid een handelsartikel was, maar arbeidersbeweging en wetgeving verzekerden een minimum levensstandaard. De vermindering van loonkosten in het product werd gezocht door opvoering van de productie per eenheid van arbeid. Deze productie werd algemeen verondersteld, geheel in handen van den werkman te liggen en zijn medewerking moest gekocht worden in den vorm van stukloon, tarief- en premiestelsels. Hier echter open- 6 baarde zich de bedrieglijkheid van de opvatting, dat arbeid als handelswaar te beschouwen is. Druk en tegendruk op de arbeidsmarkt werden vanzelf gericht op de gemiddelde levensstandaard en sociale krachten drongen ertoe om de betaling van allen arbeid dicht bij dit gemiddelde te houden. De arbeiders leerden snel, door bittere ervaring, dat een toeneming van productie vroeger of later gevolgd werd door één of andere vorm van stukprijsherziening, zoodat meer werk gedaan moest worden voor hetzelfde gemiddelde dagloon. De „stelselmatige lijntrekkerij", waarover Taylor schrijft, was een typeerend verschijnsel van deze periode, toen slecht opgeleide meesterknechts, van arbeider uit bevorderd, een strijd moesten voeren tegen hun vroegere kameraden zonder cenige technische vorming voor dien strijd. Wetenschappelijk bedrijfsbeheer. Taylors werk begon in deze atmosfeer van wantrouwen en bazen-empirisme en zijn eerste pogingen richtten zich eenvoudig op het vinden van nieuwe wapenen in den strijd tegen zijn arbeiders. Tijdstudie per element en differentieel stukloon, gebaseerd op maximum prestatie, zijn typeerend voor zijn opvattingen in deze beginperiode. De fundamenteele waarde van zijn pionierswerk kwam echter eerst uit in de tweede phase, toen hij de verantwoordelijkheid der bedrijfsleiding erkende voor bijna eiken factor, die de productie beïnvloedde. Het werk van Taylor, Gant, Gilbreth en vele anderen, was de gezonde reactie tegen de terugdringing der techniek in het industrie-beheer. Het had het meest vat op takken als de machinebouw, waar gezonde technische condities in de werkplaats een meer direc-ten invloed hebben op de financieele resultaten dan in de serie-vervaardiging. Omstreeks 1913 begon de door Taylor ingeleide reactie de hou- 7 ding van de industrieelen over de heele wereld te beïnvloeden en het scheen, dat de aandacht op den ,,zaken"kant van de industrie plaats zou maken voor een meer evenwichtige aandacht voor alle invloedsfactoren op de productie. De terugval door den oorlog. De oorlog en de wilde speculatie, die er op volgde, vormden een algemeenen terugval naar de denkwijze van de 19e eeuw. Economische continuïteit en evenwicht werden vernietigd, het product werd gemaakt zonder zich om den kostprijs te bekommeren en onder arbeidsomstandigheden, die aan de traditioneele terughouding ontsnapten. Weer was de zakenman koning en er was geen aandacht of tijd voor de geduldige analyse op langen termijn, die de hoeksteen van Taylors werk was. Kunstmatige specialisatie stelde de taken in op laagste kwaliteit van werkers en mechanisatie werd doorgezet zonder omzien naar rendement van kapitaal. Repetitiewerk, veelal met onrijpe machines of gereedschappen, v;erd op grooten schaal toegepast en het was natuurlijk, dat de zakenkoningen van het oogenblik toegankelijk waren voor elk middel tot verhooging van productie, dat snelle resultaten beloofde zonder de langdradige ,,complicaties" van wetenschappelijk bedrijfsbeheer. De overmatige internationale aandacht voor taakmeting is de practische uitdrukking van dezen terugval. Taylors werk omvatte zeker ook de taakmeting, inaar zijn boeken zijn vol waarschuwingen tegen degenen, die in deze meting een volledige oplossing van bedrijfsproblemen willen zien. Het feit, dat zoo vele belangrijke industrieën deze waarschuwingen van Taylor vergeten schenen te hebben, was een teeken der tijden gedurende den oorlog en de periode van herstel. De krachtige reactie der arbeidersbeweging in alle landen tegen zulke eenzijdige 8 pogingen en de minder zichtbare, maar zekere terugkeer der be-drijfsingenieurs van deze excessen bewijzen, dat het bedrijfsbeheer het pad van de natuurlijke evolutie terug vindt. Er is geen twijfel, dat dit ligt, waar Taylor het voorzag: het pad van geduldige research van de leidende technici betreffende alle problemen, over de mogelijkheid voor den werkman om zijn taak onder de gunstigste omstandigheden te verrichten. Modern bedrijfsbeheer staat en valt met deze arbeidsanalyse en met de synthese van bestudeerde arbeidselementen. Taylor heeft dit samengevat in den term van overdracht van bekwaamheid. In den ouden tijd beteekende bekwaamheid de onbewuste aanpassing van lichaam en hersenen aan een speciaal vak. In de moderne productie moeten we het hoc en waarom van elk gebaar bewust kennen om in staat te zijn deze kennis daarheen over te dragen, waar ze het best gebruikt kan worden. III. TOEKOMSTIGE RICHTING VAN HET BEDRIJFSBEHEER. Werkzaamheden van het bedrijfsbeheer. De crisis in 1930 leerde ons, dat de industrie meer is dan het inkoopen van grondstoffen en arbeid en het verkoopen van product. Te midden van de economische verwarring kwam het onderzoek naar product- en procédéverbetering weer tot zijn recht. Toevallige uitvinding werd vervangen door het systematisch streven naar technische vooruitgang en betere ,,service". Enkele moderne industrieën met continu-productie zouden misschien den indruk moeten geven, dat markt-analyse en laboratorium- onderzoek alle behoeften van het menschdom konden dekken. Men moet echter niet vergeten, dat de mensch produceert om te leven, maar ook andere doeleinden in het leven heeft dan productie alleen. De industrie zal altijd het verlangen moeten bevredigen naar de uitdrukking van den menschelijken aard in al zijn contrasten en 9 verscheidenheid. Productie moet zich steeds weer aanpassen aan de geestelijke en lichamelijke behoeften van tijd en plaats. Zoo zien we dat, terwijl oudere industrieën vereenvoudigd worden door overdracht van bekwaamheid, en de daarop volgende mechanisatie, productie op kleinen schaal van producten met verscheidenheid blijft bestaan. Aan den anderen kant doet datzelfde proces van mechanisatie nieuwe nevenwerkzaamheden ontstaan, die weer nieuwe individueele vervaardigingen in gang zetten. Ook krijgen breede lagen van de bevolking deel in het gebruik van goederen, die vroeger buiten hun bereik waren en de schaal der productie in zekere takken wordt daardoor volkomen veranderd. Over het geheel zijn wij nog zeer ver van den levensvorm, waarin de industrie zich vast zou leggen volgens een algemeen model en de belangrijke elementen van het moderne bedrijfsbeheer zullen voortdurend noodig blijven voor de dageüjksche aanpassing. Planning, coördinatie tusschen afdeelingen en dergelijke elementen van algemeene organisatie zullen de benadering moeten verzekeren tot ,,standard conditions", met het oog waarop Taylor ze invoerde. Terwijl de ,,bekwaamheid" in de oude vakken ,,versteent", worden arbeiders steeds weer voor nieuwe, onbekende taken geplaatst. Elders hebben wij getoond, hoe groot het toepassingsgebied voor taakanalyse in de moderne industrie is. Haar doel is om de moeilijkheden van den werkman aan de bedrijfsleiding te onthullen en de directie te helpen, haar verantwoordelijkheid te nemen voor het oplossen dezer moeilijkheden en om te zorgen voor doelmatige selectie en oefening van arbeiders. ^) Als taakanalyse de moeilijkheden verminderd heeft, zal mechanisatie soms mogelijk zijn. In de overgangsperiode echter zal de arbeider een repeteerende taak hebben, waarvoor snelheid afhangt van zijn inspanning, en hier zal taakmeting van toepassing zijn. 1) Zie ,,Work-analysis without stop-watch", prae-advies, gelezen door den schrijver voor de Manchester Association of Engineers op 12 November 1937. • •'^^3ff^F^?W?S*!^ 40 ^ iö K° _,w 20 1 1 . 0 2 1 S 5 ' 1 1 a I 91 10 11 12 \ \ \ ^ "^ • \ * Vv • \ O '^ \ ^s • K W \ \ ^ \ ^ . >^ ^ 1 X \ ^ \ \ . \ ' \ \\ ^ \ \ \ l x \ \>\ \ \ \r\ \^ •. \ 3 \\%\N \ V« " \ 0 \ \ \ \ 1 w \ ^ "X \ \ 2 1 3 14 15 \ \ \ O \ \ \ \ \ \ o \ \ \ \ , V \\ \, \ ^ \ ^-- \ \ I \ V \ \ ^ \ \\ \ w \ ^ \ ^^ \ \ \ . , N \* \ \« \ \ A \ *^, \ w \ \ \ \ V 5 \ . \ \ o \ o \ ö \ ^ \ W l \SvS \ s V \ \ \ \ ^ 15 16 1 7 IS \ V \ \ s \ \ \ ^ . \ •^ SS \ •v ) ^ J \ s \ \ \ \ s Nv \ "^^ s »- \ 9 20 21 22 23 2d 25__^_ . k \ \ \ \ o \ s \ \ \ \ \ \ \ V \ \ \ \ S \ S ' s s '<: \ ii 2 s^ * \ \ \ \ \ \ s \ \ s \ \J \ \ \ V N,^ S \ i22 1 23 2 \ \ \ A r JÜ 20 ,0 INUTES FOB LOaOING ONLY PER WAGGOH OF 1550 KQ ORE "MINUTES OE CHiRGEMENT PUfi PAR BOaUET OE 1550 KG LEGENDE " ANDREOLI ƒ ORSiNI AND SBARRA WITH LOADING MACHINE g LOPPl [ ORSiNi ET SBARRA AVEC CHARGEUSE ® FUCHS ƒ OfiSIHI AND SBARRA WITHOUT LOADINfi-MACHINE O MiDl \ ORSINI er SBARRA SANS CHARGEUSE O KAPELJ A OARAOA SCALES WITHOUT LOAD/NG-MACMINE 1 MINUTE = 20 MM 5ANS CHARGEUSE 1 "/. BLOCS ^ 3 MM ECHELLES 1 MINUTE . 20 MM I V. 06 BLOCS . 3 MM BUREAU O'INGENIEURS CQNSEILS EN RATIONALISATION T0U5 DROITS RESERVES DESS PVA 5/1-30 NIET CONTINU PRODUCTIE rnMTrMil PRODUCTIE ^ i TYPE VAN INDUSTRIE 1- o z> o o ec a. o u bJ U ao flC 0 . - ) c u h - UJ DC < t N o O CO - J UJ a Q 2 z UJ H X O _ l Q Z UJ a: UJ UJ H-l - tt: UJ Z Z z a:< UJ-J °S D.UI O CHEMISCHE MECHANISCHE HANDWERK VOEDSELBEREIDING CHEMISCHE MET MA. CHINALE BEWERKINGEN MIDDELSOORT MECHANISCH SAMENGESTELD PRODUCT KLEINE MECHANISCHE MASSA PRODUCTIE GENORMALISEERDE MACHINES IN SERIES PRODUCT MET VEEL BEWERKINGEN OP KLEINE SCHAAL CHEMISCHE PRODUCTIE OP KLEINE SCHAAL ZWARE INDUSTRIEËN MIDDELSOORT EN KLEINE MACHINE. BOUW MODE,TEXTIEL EN DER6ELYKE PRODUCTEN VOORBEELDEN N i t r a t e n , pulp en p a p i e r . Hoogovens en s t a a l f a b r l c a g e . Walsnerken. Gieter! j-massaproduct i e . Mijn. Conserven. Blsquitfabricage. Kunstzijde spinnen. Wit spinnen en weven. Leerlooien. Auto's en andere BBS saproducten. lampen, radio. Kantoormaohlnes. Uurwerken. O e e d i n e . ttereedsxïhapsmaohines. Drukken. Textielmachines, enz. Schoenen, kleeding, speelgoed, enz. Geneesmiddelen (Jeneesmiddelen, zeep, sohooniie idsmlddelen, verf. Spoorwagens, scheepsbouw. Motoren. Algemeene maohlneboUw r e p a r a t i e s . COMMERCIEELE EN VERKOOPS ACTIVITEIT '/m///m////////M Vaak vervangen door p r i j s r e g e lingen en quota' £ v,:\-\ 1 Als boven. •"m//.i////////////M Als boven. : //'//A '///////////////////////A >//////////////////////////////////////////h •w////m///m///////////m////////A '///////////////////////A •//////////////////////////m///////////A ''//////////////////////////'//////////////A •////////////////////A WA •wmm//m//m/m////m/m////A ONDERZOEK EN UIT. VINDING VAN PROCESSEN EN PRODUCTEN •////,7/K W/m '/mm//. '•f///////A VA Slechta voor spec i a l e punten. •m///////y 'W///A //////////////// /////////////////A '//////////////„.. .////////////////i W////////////I/KU//////////////A '//////////////,//.,./,^ '///////////////j/y."'////////////A '///////////////////,•',\ '///////,'. 7///////////1 /////////////A '/////,///A ORGANISATIE-;.ON-DERZOEK; COÖRDINATIE, PLANNING, KOST PRYS,ROUTING /////////////k Toor hulpafdee-l i s g e n a l s onderhoud, enz. '///r \ 1 Plannliig belangr i j k roor hoofa-product en hulp-aXdeelin «on. w:.::" , : ..'nm Coördinatie van a l l e werkzaEun-beden. m W///////A Voor bulpafdee-l l n g e n . W////////////////A ////////.•//••" m Planning en budgeteerlng. W////////////////////////////l\ m //////////////A Coördinatie voor aanpasbaarheld. {///////. .'.///A Leverteimljn en k w a l i t e i t . '//////////////////////////////A WERKMETHODEN. ONDERZOEK;AR-BEIDS- ANALYSE •W/A /////////A Op bepaalde punt e n . •'///:: ^ "\ P a r a l l e l net a l gemeene organisa-t i e . '////////////A Om mechanisatie voor te bereiden. •m W/////////A Om neohaniaatle •oor t e bereiden. ////////////////////A On meobanisatle voor t e bereiden. '////////////////////////////////A '////////////////A '/////////A af deelingen. MECHANISATIE m Voor bepaalde problemen. mmm Hoofdzakelijk dnjffcraoht-oe-c h a n i s a t i e . '////m roepassing begrensd door gedec e n t r a l i s e e rd werk. ///////////////////////////////A //////////////A y//////////////////////A W///////////////////////////A \A m TAAKMETING yW\ Slechts a l s l a j - nlddel voor onvoldoende studie M t h o d n . fi U.S boven met ape- ; l a l e beperking net het oog op renroeidN>lrt, Tl sl'èönTa aigemeene aakmeting.Om-itandlgheaen, varië r e n , t e veel vooi w/m Slechts a l s een overgang naar wr' i e r e mechanisatie m Als boven. m Als boven. W///////////A Can s t e r k ontray.- celd worden waar aeohanisatie on-n n e f i l i i k 1a- Ulent venaeden te worden.Methoden bepaald door teoh- //////////,/A Vaak belangrijk in de voim van t a a k s t e l l i n g . '///////////A W//////A A Bepaalde afdeelingen (inpakken). '////////////////////////////////A k ////////////////////////////////A h ///////////////A \////////////A 1 Levertermijn en k w a l i t e i t . Soms voor bepaalde benerkingen. f re veialjden.Werk hangt af van teoh. niaohe factoren. Te vermijden. Te vermijden. 1 BETREKKELYK BELANG VAN BEDRYFSHOOFDPUNTEN VOOR VERSCHILLENDE TYPES VAN INDUSTRIEËN | A.-1271 | rig. 1. 11 Fig. 1 geeft een ruwe classificatie van industrieën in typen weer. Voor elk type is de betrekkelijke belangrijkheid van bedrijfs-beheerswerkzaamheden aangegeven. Tijdelijk karakter van taakmeting. Uit fig. 1 blijkt, dat taakmeting alleen nuttig geacht wordt in gevallen, waar de economische phase van een industrie geen andere middelen mogelijk maakt om een voldoende productie te verzekeren. Volgens de algemeene lijn, geschetst in Hoofdstuk I, richt indu-strieele productie zich altijd naar complete mechanisatie. De twee factoren, die voorkómen, dat het eindpunt bereikt wordt, zijn het gebrek aan uniformiteit van te behandelen materiaal of de begrensde schaal van voortbrenging. Taakmeting zal dus bijna altijd toepassing vinden in omstandigheden, waar de taak zelf slechts bij benadering omschreven kan worden. Een typisch voorbeeld hiervan wordt gegeven in fig. 2, welke eenheidstijden geeft voor het laden van ijzererts in mijnkarren. Nauwkeurige analyse van deze bewerking door film en anderszins toonde, dat het lang niet zoo uniform en quantitatief was als men veronderstelde. Het erts wordt in de galerijen geschoten met springstof en zal gedeeltelijk eruit komen in gruis, dat opgeschept moet worden en gedeeltelijk in blokken, die met de hand opgepakt kunnen worden- Tijdstudie bracht aanzienlijke verschillen aan het licht in den laad-tijd tusschen arbeiders in verschillende deelen van den mijn. Analyse toonde aan, dat de invloed van het percentage blokken op den laad-tijd veel grooter was dan het verschil in ijver tusschen den besten arbeider en den gemiddelden. Dit blok-percentage echter zal niet alleen afhangen van de bekwaamheid, waarmede de schietgaten geplaatst worden, maar ook van de algemeene geografische omstandigheden van eiken ader 12 en van de snelheid van afbouw der galerijen in elk deel van de mijn. Een complete studie van de planning en de algemeene organisatie heeft geleid tot opstelling van laadgemiddelden voor een aantal typen van galerijen, maar het element van speculatie in het voorzien van het % blokken is zoodanig, dat verfijnde taak-meting geen doel heeft voor de vaststelling van deze standaard-laadhoeveelheden. Dergelijke ervaring zal opgedaan worden in textielindustrie, hoewel in mindere mate. Aan den anderen kant wordt de practische graad van nauwkeurigheid van taakmeting in een productie op kleine schaal beperkt door de factor van aanpassing en oefening. In het prae-advies van den heer Ir. Cahen toont hij den tijdsduur, die noodig is, voordat zelfs een geoefende arbeider volledige efficiency bereikt in een nieuwe taak. De verliezen van dezen aard zijn zoo belangrijk, dat het ook hier nutteloos is om de details van de taak-toewijzing haarfijn te berekenen, als aanzienlijke oefentoeslagen gegeven moeten worden. IV. CONCLUSIES. 1. Modern bedrijfsbeheer bestaat in wezen uit het bewust maken van de elementen van bekwaamheid en het zoodoende voorbereiden van de overdracht van bekwaamheid naar mechanismen. 2. De industrieele evolutie, die oude industrieën steeds meer vereenvoudigt door deze mechanisatie, schept voortdurend nieuwe gebieden van toepassing voor algemeene organisatie, arbeidsanalyse en taakmeting. 3. In deze evolutie wordt taakmeting een overgangsstadium in gevallen, waar de aard van materiaal of de schaal van productie mechanisatie onmogelijk maakt. De graad van nauwkeurigheid dezer meting is daar echter begrensd en zijn sociale en technische belangrijkheid behooren niet overschat te worden. I H 00341 |
Evaluatie |
|
|
|
B |
|
C |
|
D |
|
F |
|
H |
|
K |
|
M |
|
N |
|
O |
|
P |
|
V |
|
|
|