XU.10743_152-153 |
Vorige | 91 van 125 | Volgende |
|
klein (250x250 max)
gemiddeld (500x500 max)
groot
Extra Large
groot ( > 500x500)
Hoge Resolutie
Allen (PDF)
|
Deze pagina
Allen
|
- Afbeelding
- Text
-
Text Search...
Inhoud laden ...
Cmmmm DE VERLOREN ZOON. '53 X DE VERLOREN ZOON. „Geef mij mijn erfdeel!" Luk. 15 : \2b. Eigenzinnig, — gij weet het nu al, 't is een leelijk gebrek. En 't wordt er niet altijd beter op met de jaren. Die als kind niet wilde toegeven bij 't spelen, - - Avanneer hij veertien of vijftien jaar Avordt, zegt hij al licht, zelfs tegen zijne ouders: „Ik ben geen kind meer!" en A-olgt zijn eigen zin. Maar hoe komt 't uit? Dat vertelt Jezus. Een rijk landman had twee zonen; land en vee, bedienden en slaven ook, maar de kinderen waren hem toch alles. De oudste Averkte trouw met en voor zijn A-ader, maar de jongste niet. Wat hij deed, deed hij met tegenzin, en dan gaat 't niet best. „Als ik zoo rijk Avas als mijn vader," dacht hij: „zou ik mij zoo niet afsloven, en er meer mijn pleizier van nemen. Wat een saai leven! Eiken dag A-roeg op en naar het land!" Zoo morde hij al meer, en maakte eindelijk zijn plan. Daar te land Avas de Avet, dat, als de vader stierf, de oudste zoon in de zaken kAvam en dubbel erfde. De jongeren konden dan, met hun aandeel, hun eigen for tuin zoeken. Zoo lezen AA-ij al van.Abraham, dat hij zijne latere zonen met een uitzet wegzond, en alleen Izak bij zich hield. Nu gebeurde het meer, dat de jongere bij 's A-aders leven al zijn uitzet kreeg. Dan had hij later niets meer te vorderen. Dat was zelfs een zeker recht. Dan behoefde hij zoo lang niet te Avachten, als hij gelegenheid vond, om eene goede zaak te krijgen. En zoo komt dan nu de jongste zoon tot zijn A-ader, en A-raagt: „Geef mij het deel van het goed, dat toch op mij komt." — Ik Aveet zeker, dat de vader, die den jongen kende, het hem afgeraden heeft, al vertelt dit de Heere Jezus niet. Wat zou hij met al dat goed doen? Maar hij volgde zijn eigen zin en „A^erzamelde alles bijeen," staat er. Dat was een schat! Van A-ee en kleeren en allerlei, dat hij toch niet mee kon nemen, zal hij Avel geld gemaakt hebben. Hij is nu schatrijk, en weet wel, wat hij er mee doen zal. Pleizier hebben allereerst, zonder zijn vader en zonder God. Hij heeft nu al die lessen niet meer noodig. Hij is geen kind meer! En zoo gaat hij naar een ver land. Daar is 't vroo- lijker dan op die stille hofstede! Als men hoort, dat er zoo'n rijk heer aangekomen is, krijgt hij veel goede vrienden; — neen! kwade vrienden, die hem geen goeden raad geven, maar alles mee helpen opmaken. 't Is eiken dag feest en partij: een los en een slecht leven. Maar 't kan lijden. Als men jong is, moet men het leven genieten! Als een kind honderd gulden ziet en een knaap duizend, denkt hij, dat er geen opkomen aan is. Maar
Beschrijving voorwerp
Titel | De kinderen in den Bijbel : voor onze kinderen geschetst / door C. E. van Koetsveld |
Documentsoort | Boekmateriaal |
Editie | 2e, geïllustreerde druk |
Uitgave | Amsterdam : Van Holkema & Warendorf / (Nijmegen : H.C.A. Thieme) |
Datum | [1889] |
Land van uitgave | nl |
Omvang/vorm | X, 211 p., [8] bl. pl : zw. grav |
Auteurs | Cornelis Eliza van Koetsveld 1807-1893 (Auteur) |
(Co)auteurs | Louis Auguste Gustave Doré 1832-1883 (Illustrator) |
Annotatie | Met een voorwoord Aan H.K.H. Prinses Wilhelmina der Nederlanden van de auteur;; Grav. gesigneerd G. Doré;; 1e dr.: 1889 |
Nederlandse Basisclassificatie | 11.49 bijbel: overige |
Vormtrefwoorden | Kinderboeken (vorm) |
GOO trefwoorden | Bijbel;; Kinderen |
Acquisitie-/collectie-aanduiding | UBVU gedigitaliseerd |
Gegevens digitalisering | Jaar: 2013;; Opdrachtgever: Amsterdam : Universiteitsbibliotheek Vrije Universiteit;; Uitvoering: Heiloo : Picturae;; Locatie origineel: NL, Universiteitsbibliotheek Vrije Universiteit, XU.10743.-;; Fysieke gegevens: tiff-bestand;; Gedigitaliseerd: juli 2013 |
Toegangsgegevens (URL) | http://imagebase.ubvu.vu.nl/getobj.php?ppn=390808857 |
PPN | 390808857 |
EPN | 1057848344 |
PPN origineel | 782764827 |
Taal | ned |
ggc060 | tekst |
Evaluatie |
Beschrijving
Titel | XU.10743_152-153 |
UBVU-ID | 0202210016091 |
Tekst | Cmmmm DE VERLOREN ZOON. '53 X DE VERLOREN ZOON. „Geef mij mijn erfdeel!" Luk. 15 : \2b. Eigenzinnig, — gij weet het nu al, 't is een leelijk gebrek. En 't wordt er niet altijd beter op met de jaren. Die als kind niet wilde toegeven bij 't spelen, - - Avanneer hij veertien of vijftien jaar Avordt, zegt hij al licht, zelfs tegen zijne ouders: „Ik ben geen kind meer!" en A-olgt zijn eigen zin. Maar hoe komt 't uit? Dat vertelt Jezus. Een rijk landman had twee zonen; land en vee, bedienden en slaven ook, maar de kinderen waren hem toch alles. De oudste Averkte trouw met en voor zijn A-ader, maar de jongste niet. Wat hij deed, deed hij met tegenzin, en dan gaat 't niet best. „Als ik zoo rijk Avas als mijn vader," dacht hij: „zou ik mij zoo niet afsloven, en er meer mijn pleizier van nemen. Wat een saai leven! Eiken dag A-roeg op en naar het land!" Zoo morde hij al meer, en maakte eindelijk zijn plan. Daar te land Avas de Avet, dat, als de vader stierf, de oudste zoon in de zaken kAvam en dubbel erfde. De jongeren konden dan, met hun aandeel, hun eigen for tuin zoeken. Zoo lezen AA-ij al van.Abraham, dat hij zijne latere zonen met een uitzet wegzond, en alleen Izak bij zich hield. Nu gebeurde het meer, dat de jongere bij 's A-aders leven al zijn uitzet kreeg. Dan had hij later niets meer te vorderen. Dat was zelfs een zeker recht. Dan behoefde hij zoo lang niet te Avachten, als hij gelegenheid vond, om eene goede zaak te krijgen. En zoo komt dan nu de jongste zoon tot zijn A-ader, en A-raagt: „Geef mij het deel van het goed, dat toch op mij komt." — Ik Aveet zeker, dat de vader, die den jongen kende, het hem afgeraden heeft, al vertelt dit de Heere Jezus niet. Wat zou hij met al dat goed doen? Maar hij volgde zijn eigen zin en „A^erzamelde alles bijeen," staat er. Dat was een schat! Van A-ee en kleeren en allerlei, dat hij toch niet mee kon nemen, zal hij Avel geld gemaakt hebben. Hij is nu schatrijk, en weet wel, wat hij er mee doen zal. Pleizier hebben allereerst, zonder zijn vader en zonder God. Hij heeft nu al die lessen niet meer noodig. Hij is geen kind meer! En zoo gaat hij naar een ver land. Daar is 't vroo- lijker dan op die stille hofstede! Als men hoort, dat er zoo'n rijk heer aangekomen is, krijgt hij veel goede vrienden; — neen! kwade vrienden, die hem geen goeden raad geven, maar alles mee helpen opmaken. 't Is eiken dag feest en partij: een los en een slecht leven. Maar 't kan lijden. Als men jong is, moet men het leven genieten! Als een kind honderd gulden ziet en een knaap duizend, denkt hij, dat er geen opkomen aan is. Maar |
Tags
Toelichtingen
Geef een Toelichting voor XU.10743_152-153