XU.08362_60-61 |
Vorige | 32 van 39 | Volgende |
|
klein (250x250 max)
gemiddeld (500x500 max)
groot
Extra Large
groot ( > 500x500)
Hoge Resolutie
Allen (PDF)
|
Deze pagina
Allen
|
- Afbeelding
- Text
-
Text Search...
Inhoud laden ...
Au courage malheureux. Gloire, honneur et respect. Une seule defaite apres 30 ans de gloire. Trois jeunes francois qui se font honneur de l'être. Aux grenadiers francois et jamais.... On dit qu'en les voyant couchês sur la poussière D'un effroi doulloureux pênètrés d la fois. Uennemi l'oeil tourné vers leur face guerrière Les regarda sans peur pour la première fois. (Het tegenschr ift, naar hel scheen van eenen Engelschman. was te laf om over te schrijven.) Ici Vunivers a tremblé. Il soulait d ses pieds les peuples de la terre. Son orgueil insultait aux cieux. Mais celui dont la main gouverne la frontière. Ice brisa son scèptre audacieux. P. J. May. 60 Quel francois pourrait visiter ces lieux sans v pleur er quelqu'un de sa familie?.... Het oordeel over deze door de reizigers vluchtig opgeschreven regels laat ik aan mijne goede vrienden. Zij waren mij, juist omdat ik ze op eene zoo merkwaardige plaats vond, het copieeren dubbel waard. Misschien had ik uit dezen chaos van namen en aanmerkingen nog wel meer uitgezocht, zoo de tijd ons niet een weinig gedrongen had. Het speet mij echter niet, de namen dier nietige grooten niet nageschreven te hebben, die dit papier, aan het Vaderland gewijd, misbruikt hadden om aan de reizigers een lijstje van hun tytels te geven. Wij wandelden dus met onzen guide, dien wij onderweg hadden opgedaan, verder voort. Ik raad iedereen aan, zulk eenen guide te nemen, al was het slechts als afleider tegen de anderen, die u zonder dat onophoudelijk bestormen. De onze scheen zijne zaak nog al goed te verstaan. Wij vergeleken eerst het uitgestrekt veld, dat wij voor ons hadden, met een plan van den veldslag, dat wij in de Belle Alliance vonden. De bijzonderheden en het plan van denzelven, zult gij in de daarover geschreven boekjes oneindig beter en naauwkeu- riger vinden, dan wij het u zouden kunnen verhalen. Jammer dat wij er in Namen of vroeger niet om ge dacht hadden ons door het lezen van een of ander stukje deze bijzonderheden nog eens naauwkeurig voor den geest te roepen. Een eind weegs verder, even voor de hoeve La Haye Sainte, gingen wij door het land aan de linkerzijde naar den kleiberg van bijna 200 voeten hoogte, waarop de Leeuw van Waterloo is nedergezet. Omlaag aan het begin van den trap heeft men eene kakelbonte tent opgeslagen, waar likeuren verkocht worden. Wij dronken liever op den berg zelven, waar wij ook eene com- missionaire van dezen likeurhandel vonden, een glaasje op het Vaderland en de vrijheid. Jammer dat een lelijke houten trap de reizigers naar boven geleidt. Niet dat men behoeft te vreezen, er af te vallen, zoo als ons verhaald was, want sedert kort was er eene leuning langs gemaakt. Maar men moest er of in het geheel niet op mogen klimmen, dunkt mij, of, dat nog beter was, niet langs een gemeen houten ding, op zijn. best goed genoeg als er een arbeidershut boven op stond, maar langs steenen trappen, die toch de onkosten van het monument zoo zeer niet vergroot zouden hebben. Het gedenkteeken zelve, zijnde een ijzeren leeuw met den kop naar Pruis- sen gekeerd en eenen grooten kogel of bol onder den regter voorpoot, is uit de welgelijkende afbeeldingen genoeg bekend. Het maakte van uit de vlakte eene zeer goede vertooning, beter dan ik mij had voorgesteld. Maar het hooge piëdestal verhindert bijna, als men er opgeklommen is, iets van het beest te zien. Met eene Koningrijke eenvoudigheid schreef men op het voetstuk slechts den datum van den veldslag. De Leeuw was echter door de lucht en regen vooral aan den buik eenigzints verroest. Dit staat echter in de verte nog al natuurlijk, want zoodoende wordt hij een rosse leeuw. Uitgestrekt is het gezigt op deze kleihoogte. Overal dekt het golvend graan de graven van held en lafaard, die hier sneuvelden. Van de zuidzijde kwam de groote krijgsheld, dien zelfs zijne vijanden moesten bewonderen. Van hier de onzen, manmoedig strijdende voor eene naauwelijks herkregen vrijheid, en de Engelschen, tegen den eenigen vijand dien zij vreesden. Van die zijde daar de heuvels met Napoleon's voorposten u het gezigt naar het oosten belemmeren, kwam de grijze Blücher, aan wien Europa zoo veel te danken heeft. Lezer, wanneer gij uwen weetlust voldaan hebt, en uw verstand naauwkeurig kennis draagt, van de gebeurtenissen die hier voorvielen, dan geleide u uw Vaderlandsch hart naar de velden van Waterloo en geniete hier de genoegens eener aangename en levendige herinnering. In de hoeve Hougemont aan de zuid-westzijde van het monument hoorden wij eerst naderhand dat men alles had gelaten, zoo als het vóór 13 jaren was. Men weet het hardnekkig gevecht dat in en bij dezelve plaats had. Wij hoorden dit echter niet vroeg genoeg om er nog naar toe te gaan, daar wij gaarne dezen avond niet te laat in Brussel wilden aankomen. Nog zagen wij de twee eenvoudige en fraaije gedenksteenen aan de beide zijden van den weg. Het eene, ter eere van den heer Gordon, is niet zoo als Mevr. v. Maerten verhaalt, door zijne vier zusters, maar door vier broeders en eene zuster hem opgerigt. Na nog een en andermaal deze merkwaardige plaatsen te hebben rondgezien, wandelden wij verder door naar Waterloo dat nog drie kwartieruurs van den leeuw afligt. Wij volgden steeds met onzen leidsman den straatweg en traden het dorp Waterloo in. Het is een vrij groot dorp aan den ingang van het bosch Soignies. Hier namen wij ons middagmaal en gingen daarna de monumenten en grafschriften in de kerk van Waterloo bezien. Het zijn meestal vierkante marmeren steenen in den muur der kerk gemetseld. Een aan welks opbouw men nog bezig was, scheen het schoonste van allen te zullen worden, schoon in eenvoudiger stijl gebouwd. Het wordt als ik mij niet misgis op 's Lands kosten er neergezet, ter eere der gesneuvelde Hollanders. Nu leidde de weg ons regt door het bosch van Soignies heen. Wij hepen bijna altijd dan op, dan af en de paden zijwaarts gaven nu en dan door hunne helling een aardig perspectief. Overigens zijn de boomen hier niet bijzonder oud of dik, en de breede straatweg, waarop veel passage is van karren en andere rijtuigen, is nu en dan wel noodig om het gezigt te verlevendigen. Want nergens vinde ik, wordt het zoo schielijk eng en eentoonig dan in een bosch zonder pleinen of water. De weg is zeer morsig. Gelukkig vonden wij nog meestal een goed gaanbaar voetpad, zoodat wij er weinig hinder van hadden. Anderhalf uur wandelt men door dit bosch en komt vervolgens eerst in het eigenlijke Brabandsche. In plaats van het vloeijende Waalsch en vriendelijke Fransch hoort gij hier een patois dat een lomp mengelmoes is van verbasterd Hollandsch, Fransch en, als ik wel gehoord heb, eenige woorden Duitsch. Door de hoogten en laagten die zich hier niet onaardig afwisselen, kan men naauwelijks zien of men al dan niet nabij de Stad is. Digt bij dezelve passeerden wij nog een dorp en hadden eindelijk het genoegen Brusselsche straatsteenen onder onze voeten te hebben. Minder genoegen was het ons een half uur berg op te marcheeren en toen wij ten laatste aan ons Logement gekomen waren, kon men met de „kermèsse" ons niet logeeren. Wij dwaalden naar een ander Logement, en ziet, het was dezelfde deun. Daarenboven waren onze valiezen nog niet van Gemappe aangekomen. Na eenig dwalen traden wij op goed geluk in een Estaminet of Bierhuis, waar men ons logeeren kon. Tot onderrigt der lezers, dient het, dat een Estaminet in Braband over het algemeen fatzoenlijker is dan een Hollandsch bierhuis. 61
Beschrijving voorwerp
Titel | Een voetreis 100 jaar geleden / gedaan en beschreven door C.E. van Koetsveld ; met teek. van Menno ; [inl.: Jan Feith] |
Documentsoort | Boekmateriaal |
Uitgave | 's-Gravenhage : A.N.W.B. |
Datum | [1928] |
Land van uitgave | nl |
Omvang/vorm | 70 p : ill |
Auteurs | Cornelis Eliza van Koetsveld 1807-1893 (Auteur) |
(Co)auteurs | Menno (Illustrator);; Jan Feith 1874-1944 (Schrijver inleiding) |
Nederlandse Basisclassificatie | 74.19 geografie van Europa |
Geografische trefwoorden | 4.210 Nederland;; 4 België |
Vormtrefwoorden | Reisbeschrijvingen (vorm) |
GOO trefwoorden | Reizen;; Wandelen |
Periode van onderwerp | 1820-1830 |
Acquisitie-/collectie-aanduiding | UBVU gedigitaliseerd |
Gegevens digitalisering | Jaar: 2013;; Opdrachtgever: Amsterdam : Universiteitsbibliotheek Vrije Universiteit;; Uitvoering: Heiloo : Picturae;; Locatie origineel: NL, Universiteitsbibliotheek Vrije Universiteit, XU.08362.-;; Fysieke gegevens: tiff-bestand;; Gedigitaliseerd: juli 2013 |
Toegangsgegevens (URL) | http://imagebase.ubvu.vu.nl/getobj.php?ppn=390808911 |
PPN | 390808911 |
EPN | 1057848441 |
PPN origineel | 041500814 |
Taal | ned |
ggc060 | tekst |
Evaluatie |
Beschrijving
Titel | XU.08362_60-61 |
UBVU-ID | 0202210013032 |
Tekst | Au courage malheureux. Gloire, honneur et respect. Une seule defaite apres 30 ans de gloire. Trois jeunes francois qui se font honneur de l'être. Aux grenadiers francois et jamais.... On dit qu'en les voyant couchês sur la poussière D'un effroi doulloureux pênètrés d la fois. Uennemi l'oeil tourné vers leur face guerrière Les regarda sans peur pour la première fois. (Het tegenschr ift, naar hel scheen van eenen Engelschman. was te laf om over te schrijven.) Ici Vunivers a tremblé. Il soulait d ses pieds les peuples de la terre. Son orgueil insultait aux cieux. Mais celui dont la main gouverne la frontière. Ice brisa son scèptre audacieux. P. J. May. 60 Quel francois pourrait visiter ces lieux sans v pleur er quelqu'un de sa familie?.... Het oordeel over deze door de reizigers vluchtig opgeschreven regels laat ik aan mijne goede vrienden. Zij waren mij, juist omdat ik ze op eene zoo merkwaardige plaats vond, het copieeren dubbel waard. Misschien had ik uit dezen chaos van namen en aanmerkingen nog wel meer uitgezocht, zoo de tijd ons niet een weinig gedrongen had. Het speet mij echter niet, de namen dier nietige grooten niet nageschreven te hebben, die dit papier, aan het Vaderland gewijd, misbruikt hadden om aan de reizigers een lijstje van hun tytels te geven. Wij wandelden dus met onzen guide, dien wij onderweg hadden opgedaan, verder voort. Ik raad iedereen aan, zulk eenen guide te nemen, al was het slechts als afleider tegen de anderen, die u zonder dat onophoudelijk bestormen. De onze scheen zijne zaak nog al goed te verstaan. Wij vergeleken eerst het uitgestrekt veld, dat wij voor ons hadden, met een plan van den veldslag, dat wij in de Belle Alliance vonden. De bijzonderheden en het plan van denzelven, zult gij in de daarover geschreven boekjes oneindig beter en naauwkeu- riger vinden, dan wij het u zouden kunnen verhalen. Jammer dat wij er in Namen of vroeger niet om ge dacht hadden ons door het lezen van een of ander stukje deze bijzonderheden nog eens naauwkeurig voor den geest te roepen. Een eind weegs verder, even voor de hoeve La Haye Sainte, gingen wij door het land aan de linkerzijde naar den kleiberg van bijna 200 voeten hoogte, waarop de Leeuw van Waterloo is nedergezet. Omlaag aan het begin van den trap heeft men eene kakelbonte tent opgeslagen, waar likeuren verkocht worden. Wij dronken liever op den berg zelven, waar wij ook eene com- missionaire van dezen likeurhandel vonden, een glaasje op het Vaderland en de vrijheid. Jammer dat een lelijke houten trap de reizigers naar boven geleidt. Niet dat men behoeft te vreezen, er af te vallen, zoo als ons verhaald was, want sedert kort was er eene leuning langs gemaakt. Maar men moest er of in het geheel niet op mogen klimmen, dunkt mij, of, dat nog beter was, niet langs een gemeen houten ding, op zijn. best goed genoeg als er een arbeidershut boven op stond, maar langs steenen trappen, die toch de onkosten van het monument zoo zeer niet vergroot zouden hebben. Het gedenkteeken zelve, zijnde een ijzeren leeuw met den kop naar Pruis- sen gekeerd en eenen grooten kogel of bol onder den regter voorpoot, is uit de welgelijkende afbeeldingen genoeg bekend. Het maakte van uit de vlakte eene zeer goede vertooning, beter dan ik mij had voorgesteld. Maar het hooge piëdestal verhindert bijna, als men er opgeklommen is, iets van het beest te zien. Met eene Koningrijke eenvoudigheid schreef men op het voetstuk slechts den datum van den veldslag. De Leeuw was echter door de lucht en regen vooral aan den buik eenigzints verroest. Dit staat echter in de verte nog al natuurlijk, want zoodoende wordt hij een rosse leeuw. Uitgestrekt is het gezigt op deze kleihoogte. Overal dekt het golvend graan de graven van held en lafaard, die hier sneuvelden. Van de zuidzijde kwam de groote krijgsheld, dien zelfs zijne vijanden moesten bewonderen. Van hier de onzen, manmoedig strijdende voor eene naauwelijks herkregen vrijheid, en de Engelschen, tegen den eenigen vijand dien zij vreesden. Van die zijde daar de heuvels met Napoleon's voorposten u het gezigt naar het oosten belemmeren, kwam de grijze Blücher, aan wien Europa zoo veel te danken heeft. Lezer, wanneer gij uwen weetlust voldaan hebt, en uw verstand naauwkeurig kennis draagt, van de gebeurtenissen die hier voorvielen, dan geleide u uw Vaderlandsch hart naar de velden van Waterloo en geniete hier de genoegens eener aangename en levendige herinnering. In de hoeve Hougemont aan de zuid-westzijde van het monument hoorden wij eerst naderhand dat men alles had gelaten, zoo als het vóór 13 jaren was. Men weet het hardnekkig gevecht dat in en bij dezelve plaats had. Wij hoorden dit echter niet vroeg genoeg om er nog naar toe te gaan, daar wij gaarne dezen avond niet te laat in Brussel wilden aankomen. Nog zagen wij de twee eenvoudige en fraaije gedenksteenen aan de beide zijden van den weg. Het eene, ter eere van den heer Gordon, is niet zoo als Mevr. v. Maerten verhaalt, door zijne vier zusters, maar door vier broeders en eene zuster hem opgerigt. Na nog een en andermaal deze merkwaardige plaatsen te hebben rondgezien, wandelden wij verder door naar Waterloo dat nog drie kwartieruurs van den leeuw afligt. Wij volgden steeds met onzen leidsman den straatweg en traden het dorp Waterloo in. Het is een vrij groot dorp aan den ingang van het bosch Soignies. Hier namen wij ons middagmaal en gingen daarna de monumenten en grafschriften in de kerk van Waterloo bezien. Het zijn meestal vierkante marmeren steenen in den muur der kerk gemetseld. Een aan welks opbouw men nog bezig was, scheen het schoonste van allen te zullen worden, schoon in eenvoudiger stijl gebouwd. Het wordt als ik mij niet misgis op 's Lands kosten er neergezet, ter eere der gesneuvelde Hollanders. Nu leidde de weg ons regt door het bosch van Soignies heen. Wij hepen bijna altijd dan op, dan af en de paden zijwaarts gaven nu en dan door hunne helling een aardig perspectief. Overigens zijn de boomen hier niet bijzonder oud of dik, en de breede straatweg, waarop veel passage is van karren en andere rijtuigen, is nu en dan wel noodig om het gezigt te verlevendigen. Want nergens vinde ik, wordt het zoo schielijk eng en eentoonig dan in een bosch zonder pleinen of water. De weg is zeer morsig. Gelukkig vonden wij nog meestal een goed gaanbaar voetpad, zoodat wij er weinig hinder van hadden. Anderhalf uur wandelt men door dit bosch en komt vervolgens eerst in het eigenlijke Brabandsche. In plaats van het vloeijende Waalsch en vriendelijke Fransch hoort gij hier een patois dat een lomp mengelmoes is van verbasterd Hollandsch, Fransch en, als ik wel gehoord heb, eenige woorden Duitsch. Door de hoogten en laagten die zich hier niet onaardig afwisselen, kan men naauwelijks zien of men al dan niet nabij de Stad is. Digt bij dezelve passeerden wij nog een dorp en hadden eindelijk het genoegen Brusselsche straatsteenen onder onze voeten te hebben. Minder genoegen was het ons een half uur berg op te marcheeren en toen wij ten laatste aan ons Logement gekomen waren, kon men met de „kermèsse" ons niet logeeren. Wij dwaalden naar een ander Logement, en ziet, het was dezelfde deun. Daarenboven waren onze valiezen nog niet van Gemappe aangekomen. Na eenig dwalen traden wij op goed geluk in een Estaminet of Bierhuis, waar men ons logeeren kon. Tot onderrigt der lezers, dient het, dat een Estaminet in Braband over het algemeen fatzoenlijker is dan een Hollandsch bierhuis. 61 |
Tags
Toelichtingen
Geef een Toelichting voor XU.08362_60-61