XU.10728_314-315 |
Vorige | 228 van 265 | Volgende |
|
klein (250x250 max)
gemiddeld (500x500 max)
groot
Extra Large
groot ( > 500x500)
Hoge Resolutie
Allen (PDF)
|
Deze pagina
Allen
|
- Afbeelding
- Text
-
Text Search...
Inhoud laden ...
314 DE TORENBOUW. woord daaraan verbonden: «Of Avelke koning, heengaande om met een' anderen koning zamen te treffen tot den oorlog (hem slag te leveren), zit niet eerst neder en beraadslaagt, of hij bij magte is, met tien duizend te ontmoeten, die met twintig duizend op hem afkomt?" — Hier is ook een neder zitten, maar om raad te plegen met anderen, 't Is niet de vraag, of hij den oorlog zal beginnen: want zijne tegenpartij heeft dien al verklaard. Heeft hij misschien geweigerd, hem de opgelegde schatting te betalen, of op andere Avijze hem beleedigd ? 't Is hetzelfde. De vjjand komt reeds op hem aan. Hij belegt dus krijgsraad. De vraag is daarin, of hij den veldslag durft wagen, daar het leger, dat hij den vijand kan tegenstellen, maar half zoo groot is als 't zijne. Er kan reden zijn, om het met hoop op overwinning te wagen, 't Hangt van den moed, de orde, de geoefendheid der troepen en de gesteldheid van het terrein af. Menig maal Avas in den oorlog bij de minderheid de overwinning. Durft hij 't dus gerust wagen., goed; dan maar moedig voorwaarts! .Maar anderzins, wanneer de nederlaag zoo goed als zeker is, terwijl de ander nog ven-e is, een gezantschap zendende, vraagt hij, wat tot den vrede leiden kan. Niemand zal hem dit tot schande aanrekenen. Ook met de grootste opoffering een' eer- vollen vrede zich te verzekeren, is op verre na niet zoo erg, als door een geAvisse nederlaag zijn land te laten uitplunderen en verwoesten, vooral zoo als de Oosterbng dit doet. Bij de toepassing van beide Gelijkenissen moeten wij vooral in het oog houden, dat de beelden, die wij bij Lukas abeen A-inden, zeer zelden in de bijzonderheden kunnen Avorden overgebragt. Bij de Ge- bjkenissen van Zaaijer en Onkruid beeft Jezus zelf de bijzondere trekken verklaard. Maar men zou dwalen, en heeft dikwijls gedwaald, door dit nu overal te willen doen. Zoo dra er één denkbeeld is, dat geheel de Gebjkenis beheerscht, wordt daardoor al het overige voor 't meerendeel bijwerk, waardoor, even als op eene schilderij, dat ééne beeld slechts te meer uitkomt. En toch kiest Jezus ook dat bijwerk niet zonder reden, al heeft 't geen zinnebeeldige beteekenis. Zoo moeten wij hier niet vragen, wat die toren eigenlijk is, wie die spottende voorbijgangers; of wat oorlog den koning dreigt, en waarom van beide kanten juist zóó vele manschappen worden in 't veld ge- DE TOEENBOUW. 315 bragt. Dit alles is bijzaak. De hoofdzaak is 't nederzitten, om kalm te berekenen, of men iets durft ondernemen, en wel vooraf, eer men er een aanvang meê maakt. En nu is bet niet zonder beteekenis, dat die onderneming met een' hoogen bouw, op kleinen maar vasten grondslag, en met een' gevaarvollen en onzekeren strijd vergeleken word. Het bouwen zoo w-el als het strijden is eene geijkte beeldspraak in de dienst van God: naar Jezus' vermaning het bouwen op een rots en 't strijden om in te gaan. Na deze voorstelling keert Jezus tot de eigenbjke vermaning in den aanhef terug: «Alzoo dan een iegelijk van u, die niet verlaat alles, Avat hij heeft,die kan mijn discipel nietzijn. Kamergeleerden hebben al te dikwijls Jezus' schoone Gelijkenissen uit den band gescheurd, 't beeld uit de lijst genomen, en er dan veel over en vóór en tegen gezegd, dat vernuftig, leerzaam en stichtelijk moge zijn op zich zelf, maar waaraan Jezus even nüii als zijne hoorders kan gedacht hebben. Stoot Jezus hier af, — dat is de hoofdvraag — Avie hij elders roept en aanmoedigt? Ja en neen. Dat de schare hem volgt, van hem leert, er verder op nadenkt, niets kan hem liever zijn. Maar hij wil, dat zij zich nog drie maal bedenke, eer zij openlijk zijn partij kieze, zich verbinde, om hem altijd en overal te volgen, 't Is hier en steeds opmerkelijk, boe weinig Jezus op heeft met oogenblikkelijk enthousiasme, geAvoonlijk door verkoeling en matheid, zelfs wel eens door vervreemding en verbittering gevolgd. Het Avas Avaarlijk geen geringe zaak, bij de vervolgingen, die hij vooruit zag, hem te belijden voor de menschen. Hoog was die bouAv en vereischte groote kosten; heftig die strijd, niet zonder de uiterste inspanning te ondernemen. Daartoe was, in plaats van een oogenblikkelijke geestdrift, die zoo aanstekelijk is, rustig overleg en ernstige zeb'beproeA-ing noodig. Ken Judas Iskarioth, die daardoor eenen tijd lang werd mede gesleept, was er veel erger aan toe, dan Nikodemus, die zich nog eens ernstig bedacht. Treffend drukt de Heer dit uit in een derde beeldspraak, die deze rede besluit en naauw met de twee vorige zamen hangt: «Het zout is goed; maar indien het. smakeloos geworden is, av aar mede zal het gezouten worden? Het is noch voor hot land, noch voor den mesthoop geschikt; men Averpt het Aveg.
Beschrijving voorwerp
Titel | De gelijkenissen van het evangelie : op nieuw bewerkt tot een huisboek voor het christelijk gezin / door C.E. van Koetsveld |
Documentsoort | Boekmateriaal |
Uitgave | Schoonhoven : S.E. van Nooten & Zoon |
Datum | 1886 |
Land van uitgave | nl |
Omvang/vorm | XV, 367 p., [34] bl. pl : ill |
Auteurs | Cornelis Eliza van Koetsveld 1807-1893 (Auteur) |
Nederlandse Basisclassificatie | 11.46 onderzoek en interpretatie van het Nieuwe Testament |
Vormtrefwoorden | Bewerkingen (vorm) |
GOO trefwoorden | Gelijkenissen;; Evangeliën |
Acquisitie-/collectie-aanduiding | UBVU gedigitaliseerd |
Gegevens digitalisering | Jaar: 2013;; Opdrachtgever: Amsterdam : Universiteitsbibliotheek Vrije Universiteit;; Uitvoering: Heiloo : Picturae;; Locatie origineel: NL, Universiteitsbibliotheek Vrije Universiteit, XU.10728.-;; Fysieke gegevens: tiff-bestand;; Gedigitaliseerd: juli 2013 |
Toegangsgegevens (URL) | http://imagebase.ubvu.vu.nl/getobj.php?ppn=390809055 |
PPN | 390809055 |
EPN | 1057848646 |
PPN origineel | 091736269 |
Taal | ned |
ggc060 | tekst |
Evaluatie |
Beschrijving
Titel | XU.10728_314-315 |
UBVU-ID | 0202210014228 |
Tekst | 314 DE TORENBOUW. woord daaraan verbonden: «Of Avelke koning, heengaande om met een' anderen koning zamen te treffen tot den oorlog (hem slag te leveren), zit niet eerst neder en beraadslaagt, of hij bij magte is, met tien duizend te ontmoeten, die met twintig duizend op hem afkomt?" — Hier is ook een neder zitten, maar om raad te plegen met anderen, 't Is niet de vraag, of hij den oorlog zal beginnen: want zijne tegenpartij heeft dien al verklaard. Heeft hij misschien geweigerd, hem de opgelegde schatting te betalen, of op andere Avijze hem beleedigd ? 't Is hetzelfde. De vjjand komt reeds op hem aan. Hij belegt dus krijgsraad. De vraag is daarin, of hij den veldslag durft wagen, daar het leger, dat hij den vijand kan tegenstellen, maar half zoo groot is als 't zijne. Er kan reden zijn, om het met hoop op overwinning te wagen, 't Hangt van den moed, de orde, de geoefendheid der troepen en de gesteldheid van het terrein af. Menig maal Avas in den oorlog bij de minderheid de overwinning. Durft hij 't dus gerust wagen., goed; dan maar moedig voorwaarts! .Maar anderzins, wanneer de nederlaag zoo goed als zeker is, terwijl de ander nog ven-e is, een gezantschap zendende, vraagt hij, wat tot den vrede leiden kan. Niemand zal hem dit tot schande aanrekenen. Ook met de grootste opoffering een' eer- vollen vrede zich te verzekeren, is op verre na niet zoo erg, als door een geAvisse nederlaag zijn land te laten uitplunderen en verwoesten, vooral zoo als de Oosterbng dit doet. Bij de toepassing van beide Gelijkenissen moeten wij vooral in het oog houden, dat de beelden, die wij bij Lukas abeen A-inden, zeer zelden in de bijzonderheden kunnen Avorden overgebragt. Bij de Ge- bjkenissen van Zaaijer en Onkruid beeft Jezus zelf de bijzondere trekken verklaard. Maar men zou dwalen, en heeft dikwijls gedwaald, door dit nu overal te willen doen. Zoo dra er één denkbeeld is, dat geheel de Gebjkenis beheerscht, wordt daardoor al het overige voor 't meerendeel bijwerk, waardoor, even als op eene schilderij, dat ééne beeld slechts te meer uitkomt. En toch kiest Jezus ook dat bijwerk niet zonder reden, al heeft 't geen zinnebeeldige beteekenis. Zoo moeten wij hier niet vragen, wat die toren eigenlijk is, wie die spottende voorbijgangers; of wat oorlog den koning dreigt, en waarom van beide kanten juist zóó vele manschappen worden in 't veld ge- DE TOEENBOUW. 315 bragt. Dit alles is bijzaak. De hoofdzaak is 't nederzitten, om kalm te berekenen, of men iets durft ondernemen, en wel vooraf, eer men er een aanvang meê maakt. En nu is bet niet zonder beteekenis, dat die onderneming met een' hoogen bouw, op kleinen maar vasten grondslag, en met een' gevaarvollen en onzekeren strijd vergeleken word. Het bouwen zoo w-el als het strijden is eene geijkte beeldspraak in de dienst van God: naar Jezus' vermaning het bouwen op een rots en 't strijden om in te gaan. Na deze voorstelling keert Jezus tot de eigenbjke vermaning in den aanhef terug: «Alzoo dan een iegelijk van u, die niet verlaat alles, Avat hij heeft,die kan mijn discipel nietzijn. Kamergeleerden hebben al te dikwijls Jezus' schoone Gelijkenissen uit den band gescheurd, 't beeld uit de lijst genomen, en er dan veel over en vóór en tegen gezegd, dat vernuftig, leerzaam en stichtelijk moge zijn op zich zelf, maar waaraan Jezus even nüii als zijne hoorders kan gedacht hebben. Stoot Jezus hier af, — dat is de hoofdvraag — Avie hij elders roept en aanmoedigt? Ja en neen. Dat de schare hem volgt, van hem leert, er verder op nadenkt, niets kan hem liever zijn. Maar hij wil, dat zij zich nog drie maal bedenke, eer zij openlijk zijn partij kieze, zich verbinde, om hem altijd en overal te volgen, 't Is hier en steeds opmerkelijk, boe weinig Jezus op heeft met oogenblikkelijk enthousiasme, geAvoonlijk door verkoeling en matheid, zelfs wel eens door vervreemding en verbittering gevolgd. Het Avas Avaarlijk geen geringe zaak, bij de vervolgingen, die hij vooruit zag, hem te belijden voor de menschen. Hoog was die bouAv en vereischte groote kosten; heftig die strijd, niet zonder de uiterste inspanning te ondernemen. Daartoe was, in plaats van een oogenblikkelijke geestdrift, die zoo aanstekelijk is, rustig overleg en ernstige zeb'beproeA-ing noodig. Ken Judas Iskarioth, die daardoor eenen tijd lang werd mede gesleept, was er veel erger aan toe, dan Nikodemus, die zich nog eens ernstig bedacht. Treffend drukt de Heer dit uit in een derde beeldspraak, die deze rede besluit en naauw met de twee vorige zamen hangt: «Het zout is goed; maar indien het. smakeloos geworden is, av aar mede zal het gezouten worden? Het is noch voor hot land, noch voor den mesthoop geschikt; men Averpt het Aveg. |
Tags
Toelichtingen
Geef een Toelichting voor XU.10728_314-315