XU.15226_30-31 |
Vorige | 19 van 143 | Volgende |
|
klein (250x250 max)
gemiddeld (500x500 max)
groot
Extra Large
groot ( > 500x500)
Hoge Resolutie
Allen (PDF)
|
Deze pagina
Allen
|
- Afbeelding
- Text
-
Text Search...
Inhoud laden ...
NADERE KENNISMAKING, OF DE PRIMATEN VAN HET DORP. is het hem aan te raden, om bij zijn eerste bezoek tegen ieder vriendelijk te zijn, maar aan niemand zich te binden, en gulhartig met allen om te gaan, maar zich weinig uit te laten. Het verzuimde is later gemakkelijk aan te vullen; maar hetgeen te veel gedaan is, niet even gemakkelijk weder in te trekken." Tot dusverre de raad van mijn' wijzen vriend. Nu begeven wij ons dan op weg. Omtrent halfweg de Mastlandsche straat (zij begint of eindigt bij kerk en pastorie) verheft zich een huis, dat zoo wat het midden houdt tusschen eene burgerwoning en eene boerenhofstede. De schuur, achter het huis aangebouwd, vertoont reeds in de verte haar' geteerden wand en spits rieten dak; eenige zoldervenstertjes hebben nog den ouden boerschen vorm en de lagere ramen staan vrij onevenredig en wijd vaneen, terwijl zij aan de eene zijde van het huis den bouw van een' kaaskelder en opkamer er boven aanwijzen ; de felle gele verf steekt reeds van verre af bij het harde groen : - kortom, dit alles pleit voor de opvatting, dat het eene rijke boerenwoning is. - Maar de voordeur is nieuwmodisch, de stoep is van marmer, en, als pendant van den kaaskelder, zien wij aan de andere zijde groote ruiten en jaloezieën er voor; ook is er een fraaie koperen bel in den deurpost: - dit alles doet ons weder aan de woning van een' «fatsoenlijk" burger denken. - Naast het huis ligt de tuin, alleen door een laag hekwerk omringd, en dus aan de algemeene bewondering prijs gegeven. Men ziet er een berceau en palmhekjes, en tulpen en goudsbloemen staan er in engelsche grasperken. Kortom, om het raadsel op te lossen, moeten wij met de bewoners nader kennis maken. De menschen zijn wel eens, zoo als hun huis, of van buiten of van binnen, is. Weet dan, hier woont Petrus Abraham van der Zanden, burgemeester van Mastland cum annexis. Zijne ouders woonden reeds in dit huis; maar zonder de jaloezieën, de marmeren stoep, et cetera. Zij hadden zich een goed vermogen verworven door melkerij en veehandel en hun éénige zoon heeft dit door een rijk huwelijk, hetgeen nooit met kinderen gezegend is, nog aanmerkelijk uitgebreid. Toen nu, reeds voor vele jaren, de Regeering er zich op begon toe te leggen om burgemeesters te kiezen, die op de plaats woonden, is Van der Zanden tot die waardigheid benoemd, schoon niet zonder sterke, maar vruchte- looze tegenkanting van een paar andere patricische Mastlandsche familiën. 3° Maar het wordt tijd, dat wij aanschellen. Gelukkig, dat het warm en droog weer is en dus een weinig wachtens onder de lindeboomen ons niet verveelt; want de bel schijnt eene ongemeene sensatie in huis te veroorzaken. Jammer, dat wij 't ook niet wisten: de voordeur staat er wel voor pronk; maar eigenlijk gaat men achter in. Nu moeten wij het afwachten. Ik geloof, dat al de bewoners met vereenigde krachten bezig zijn, om de klemmende deur uit hare posten te wringen, 't Zal gelukken. Zij kraakt al. Daar gaat zij open en wij hebben den vrijen blik naar binnen. Het eerst stuiten wij op de keurige vloermat: gij zoudt er bijna uwe schoenen voor uittrekken, in plaats van die er aan af te vegen. Maar wij moeten nu maar spoedig voorwaarts en worden in het zijvertrek gelaten, waar de zonneblinden bij het open zetten slechts een weinig minder klemmen dan de voordeur. Petrus Abraham van der Zanden treedt binnen met de buiging van iemand, die niet gewoon is diep te buigen. Hij is nu bijna zestig jaren, gezet, maar gespierd, terwijl ook kleur en houding den krachtvollen man aanduiden. Over 't geheel ligt er iets welgedaans, eene zekere tevredenheid met zich zelven en zijne positie in de wereld, over het kleurig gelaat uitgespreid, en daarbij eene gulhartige vriendelijkheid; maar die toch een weinig uit de hoogte op u nederdaalt, terwijl het groote, vaste oog het voorkomen heeft van wel alles te durven aai/zien, maar niet veel door te zien. De stoel der eere, de hooge, breede leuningstoel, wordt mij aangeboden, en ik mag dit aanbod om mijner waardigheid wille niet weigeren, ofschoon ik van de eene leuning tot de andere nog al vrij wat ruimte, om eens te verzitten, over heb. Juist zijn wij beiden met een lange pijp gewapend en beginnen te gelijk: »Welke een lieve dag is het van daag, Burgemeester!" - »'t Blijft dan maar kostelijk weer, Dominee!" - Maar op dit oogenblik treedt de burgemeestersvrouw binnen en ik sta op, leg de pijp neer en buig. Wat zal ik van de binnenkomende zeggen ? Ik weet het waarlijk niet. Het is een van die gezichten, die men onder een half dozijn zou verliezen; indien er een herkenningsteeken aan is, dan zijn het de strakke trekken, die even goed voor verlegenheid, als voor deftigheid kunnen, doorgaan. De kleeding is kennelijker, door 31
Beschrijving voorwerp
Titel | De pastorie te Mastland / C.E. van Koetsveld |
Documentsoort | Boekmateriaal |
Editie | 12e dr. / uitg. onder toezicht en met inl. woord van E. Laurillard ; met... etsen van Carel L. Dake |
Uitgave | Arnhem ; Nijmegen : gebrs. E & M. Cohen |
Datum | [1899] |
Land van uitgave | nl |
Omvang/vorm | 255 p., [11] bl. pl : ill |
Auteurs | Cornelis Eliza van Koetsveld 1807-1893 (Auteur) |
(Co)auteurs | Eliza Laurillard 1830-1908 (Redacteur / Bezorger / Tekstuitgever);; Carel Lodewijk Dake 1857-1918 (Illustrator) |
Titelvariant | Schetsen uit de pastorie te Mastland |
Acquisitie-/collectie-aanduiding | UBVU gedigitaliseerd |
Gegevens digitalisering | Jaar: 2013;; Opdrachtgever: Amsterdam : Universiteitsbibliotheek Vrije Universiteit;; Uitvoering: Heiloo : Picturae;; Locatie origineel: NL, Universiteitsbibliotheek Vrije Universiteit, XU.15226.-;; Fysieke gegevens: tiff-bestand;; Gedigitaliseerd: juli 2013 |
Toegangsgegevens (URL) | http://imagebase.ubvu.vu.nl/getobj.php?ppn=390809012 |
PPN | 390809012 |
EPN | 105784859X |
PPN origineel | 037474642 |
Taal | ned |
ggc060 | tekst |
Evaluatie |
Beschrijving
Titel | XU.15226_30-31 |
UBVU-ID | 0202210017019 |
Tekst | NADERE KENNISMAKING, OF DE PRIMATEN VAN HET DORP. is het hem aan te raden, om bij zijn eerste bezoek tegen ieder vriendelijk te zijn, maar aan niemand zich te binden, en gulhartig met allen om te gaan, maar zich weinig uit te laten. Het verzuimde is later gemakkelijk aan te vullen; maar hetgeen te veel gedaan is, niet even gemakkelijk weder in te trekken." Tot dusverre de raad van mijn' wijzen vriend. Nu begeven wij ons dan op weg. Omtrent halfweg de Mastlandsche straat (zij begint of eindigt bij kerk en pastorie) verheft zich een huis, dat zoo wat het midden houdt tusschen eene burgerwoning en eene boerenhofstede. De schuur, achter het huis aangebouwd, vertoont reeds in de verte haar' geteerden wand en spits rieten dak; eenige zoldervenstertjes hebben nog den ouden boerschen vorm en de lagere ramen staan vrij onevenredig en wijd vaneen, terwijl zij aan de eene zijde van het huis den bouw van een' kaaskelder en opkamer er boven aanwijzen ; de felle gele verf steekt reeds van verre af bij het harde groen : - kortom, dit alles pleit voor de opvatting, dat het eene rijke boerenwoning is. - Maar de voordeur is nieuwmodisch, de stoep is van marmer, en, als pendant van den kaaskelder, zien wij aan de andere zijde groote ruiten en jaloezieën er voor; ook is er een fraaie koperen bel in den deurpost: - dit alles doet ons weder aan de woning van een' «fatsoenlijk" burger denken. - Naast het huis ligt de tuin, alleen door een laag hekwerk omringd, en dus aan de algemeene bewondering prijs gegeven. Men ziet er een berceau en palmhekjes, en tulpen en goudsbloemen staan er in engelsche grasperken. Kortom, om het raadsel op te lossen, moeten wij met de bewoners nader kennis maken. De menschen zijn wel eens, zoo als hun huis, of van buiten of van binnen, is. Weet dan, hier woont Petrus Abraham van der Zanden, burgemeester van Mastland cum annexis. Zijne ouders woonden reeds in dit huis; maar zonder de jaloezieën, de marmeren stoep, et cetera. Zij hadden zich een goed vermogen verworven door melkerij en veehandel en hun éénige zoon heeft dit door een rijk huwelijk, hetgeen nooit met kinderen gezegend is, nog aanmerkelijk uitgebreid. Toen nu, reeds voor vele jaren, de Regeering er zich op begon toe te leggen om burgemeesters te kiezen, die op de plaats woonden, is Van der Zanden tot die waardigheid benoemd, schoon niet zonder sterke, maar vruchte- looze tegenkanting van een paar andere patricische Mastlandsche familiën. 3° Maar het wordt tijd, dat wij aanschellen. Gelukkig, dat het warm en droog weer is en dus een weinig wachtens onder de lindeboomen ons niet verveelt; want de bel schijnt eene ongemeene sensatie in huis te veroorzaken. Jammer, dat wij 't ook niet wisten: de voordeur staat er wel voor pronk; maar eigenlijk gaat men achter in. Nu moeten wij het afwachten. Ik geloof, dat al de bewoners met vereenigde krachten bezig zijn, om de klemmende deur uit hare posten te wringen, 't Zal gelukken. Zij kraakt al. Daar gaat zij open en wij hebben den vrijen blik naar binnen. Het eerst stuiten wij op de keurige vloermat: gij zoudt er bijna uwe schoenen voor uittrekken, in plaats van die er aan af te vegen. Maar wij moeten nu maar spoedig voorwaarts en worden in het zijvertrek gelaten, waar de zonneblinden bij het open zetten slechts een weinig minder klemmen dan de voordeur. Petrus Abraham van der Zanden treedt binnen met de buiging van iemand, die niet gewoon is diep te buigen. Hij is nu bijna zestig jaren, gezet, maar gespierd, terwijl ook kleur en houding den krachtvollen man aanduiden. Over 't geheel ligt er iets welgedaans, eene zekere tevredenheid met zich zelven en zijne positie in de wereld, over het kleurig gelaat uitgespreid, en daarbij eene gulhartige vriendelijkheid; maar die toch een weinig uit de hoogte op u nederdaalt, terwijl het groote, vaste oog het voorkomen heeft van wel alles te durven aai/zien, maar niet veel door te zien. De stoel der eere, de hooge, breede leuningstoel, wordt mij aangeboden, en ik mag dit aanbod om mijner waardigheid wille niet weigeren, ofschoon ik van de eene leuning tot de andere nog al vrij wat ruimte, om eens te verzitten, over heb. Juist zijn wij beiden met een lange pijp gewapend en beginnen te gelijk: »Welke een lieve dag is het van daag, Burgemeester!" - »'t Blijft dan maar kostelijk weer, Dominee!" - Maar op dit oogenblik treedt de burgemeestersvrouw binnen en ik sta op, leg de pijp neer en buig. Wat zal ik van de binnenkomende zeggen ? Ik weet het waarlijk niet. Het is een van die gezichten, die men onder een half dozijn zou verliezen; indien er een herkenningsteeken aan is, dan zijn het de strakke trekken, die even goed voor verlegenheid, als voor deftigheid kunnen, doorgaan. De kleeding is kennelijker, door 31 |
Tags
Toelichtingen
Geef een Toelichting voor XU.15226_30-31